Bron: Eindhovens Dagblad
door Derrick Bergman.
15 september 2009
‘Het kabinet zou een fundamentele discussie over cannabis en strafrecht niet langer uit de weg moeten gaan’.
Het kabinet kiest voor een strategie van pappen en nathouden: coffeeshops blijven bestaan en met een pasjessysteem wordt geprobeerd buitenlandse bezoekers te weren. De kans is klein dat de Europese rechter zal instemmen met deze vorm van discriminatie wegens afkomst.
Dat zou betekenen dat in de praktijk nauwelijks iets verandert, hoewel alle betrokkenen erkennen dat het gedoogbeleid in zijn huidige vorm ernstige nadelige effecten heeft. Sinds een jaar of tien heeft de opsporing en vervolging van cannabisteelt een hoge prioriteit. De resultaten van deze ‘harde aanpak’ zijn desastreus. Kleine thuiskwekers zijn gestopt uit angst dakloos te worden. Hun plaats is ingenomen door grote jongens die er meestal andere normen en waarden op nahouden. Gevolgen voor de cannabismarkt: meer geweld, hogere prijzen en vervuiling van het product door verzwaren, versnijden en onverantwoord gebruik van bestrijdingsmiddelen. Ondertussen wordt er geen gram cannabis minder gerookt of gekweekt.
Ook de druk op de coffeeshops is stevig opgevoerd. Het aantal shops is meer dan gehalveerd. De maximale verkoophoeveelheid ging van dertig naar vijf gram en de onwerkbare voorraadregel wordt streng gehandhaafd. Met het onzinnige ‘afstandscriterium’ – een coffeeshop mag niet dichter dan 250 meter bij een school staan – proberen gemeenten nog meer shops te sluiten. Het beslag dat de jacht op cannabis op politie en justitie legt, is enorm.
Illustratief is een uitspraak van korpschef Frans Heeres van de politie Midden- en West-Brabant: ‘Veertig procent van ons opsporingsapparaat wordt ingezet tegen de hennepcriminaliteit. Hennep is onze grootste zorg.’ Laat deze laatste zin even doordringen. Niet verkrachtingen, overvallen, mensenhandel of moord zijn de grootste zorg van de politie, maar hennep. Hoe lang is dit nog aan de burger uit te leggen? Wanneer realiseert de overheid zich dat de problemen rond cannabis vrijwel allemaal zijn toe te schrijven aan het strafrechtelijke verbod op deze plant? Of het nu gaat om volksgezondheid, veiligheid of openbare orde, elke maatregel ter controle, schadebeperking en overlastbestrijding bij teelt, handel en gebruik stuit op het probleem dat een groot deel van de cannabismarkt een illegaal karakter heeft.
Als de burger cannabis mag bezitten en gebruiken, moet dit product ook op legale wijze geproduceerd en gedistribueerd kunnen worden. Maar de minister van Justitie blokkeert elk voorstel van lokale overheden om bevoorrading van coffeeshops te reguleren. Juist nu steeds meer landen dit verbod heroverwegen, zou het kabinet een fundamentele discussie over cannabis en strafrecht niet langer uit de weg moeten gaan. In de VS, Mexico, Argentinië, Brazilië, Portugal, Spanje en Tsjechië groeit de overtuiging dat criminalisering van de cannabismarkt geen problemen oplost, maar deze juist groter maakt. Cannabis, het op een na meest gebruikte roesmiddel ter wereld, hoort niet thuis in de strafwet, evenmin als tabak of alcohol. Wat de schadelijkheid van deze roesmiddelen betreft spreekt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) duidelijke taal in een deze zomer gepubliceerde ‘ranking van drugs’. Alcohol en tabak staan in deze lijst op de derde en vierde plaats, cannabis op plaats elf. Dat alleen al zou voldoende moeten zijn voor een fundamentele heroverweging van het cannabisverbod.
Het kabinet zou zich internationaal hard moeten maken voor een einde aan de ‘war on cannabis’. In de VS wordt cannabis steeds vaker genoemd als ‘cash crop’. Regulering van de markt levert miljoenen aan accijns op. Naast de miljarden die worden bespaard als de jacht op de plant eindelijk stopt. Ook Nederland loopt honderden miljoenen mis door het in stand houden van een falend systeem. Cannabis is een natuurlijk roesmiddel dat wereldwijd door miljoenen mensen met plezier wordt gebruikt, zonder noemenswaardige schade voor zichzelf of anderen. Niet de plant is het probleem, maar het verbod.
De auteur woont in Eindhoven. Hij is publicist en actief voor de VOC, de Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod.