Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en van Buitenlandse Zaken over de directeur van het Weense VN-drugsbureau (UNODC) de heer Antonio Maria Costa en over het Nederlandse en internationale cannabisbeleid.
Lees het antwoord van minister Ab Klink
(Ingezonden 17 maart 2009)
1. Wat is uw reactie op het feit dat het internationale drugsverbod gebaseerd is op de verwachting dat consequente handhaving van het verbod zal leiden tot significante vermindering van verslaving aan – en illegale handel in – de verboden drugs?
2. Wat is uw reactie op het feit dat vanuit het Weense VN-drugsbureau consequent wordt volgehouden dat grotere beschikbaarheid van drugs leidt tot toename van gebruik en van drugsproblematiek?
3. Hoe beoordeelt u deze houding in het licht van de Nederlandse ervaring met ruim 30 jaar gedoogde beschikbaarheid van cannabis voor volwassenen die, vergeleken met de ons omringende landen, relatief gunstig zijn?
4. Wat is uw reactie op het feit dat directeur Costa van het Weense VN drugsbureau geen antwoord geeft op vragen die hem voor het eerst op 6 december 2007 en sindsdien herhaaldelijk zijn gesteld over de relatief lage consumptie van cannabis in Nederland en over de strijdigheid van deze bevindingen met de opvattingen die ten grondslag liggen aan het cannabisverbod?
5. Wat is uw reactie op het feit dat de heer Costa in zijn weblog op de UNODC-website zonder onderbouwing beweert dat «verslaving aan cannabis» in Amsterdam driemaal zo hoog is als in andere grote steden?2
6. Wat is uw reactie op het feit dat de heer Costa en in mei 2008 een «discussion paper» over dit onderwerp heeft toegezegd toen hij over zijn studiereis naar Nederland van april 2008 werd ondervraagd en dat dit discussion paper nog altijd niet is verschenen, maar dat de hoogste VN drugsbestrijder wel in zijn blog, Costa’s Corner, van 23 juni 2008 op de officiële website van het Weense drugsbureau een informeel verslag van zijn bezoek aan Amsterdam heeft gepubliceerd?
7. Bent u bereid de heer Costa te verzoeken geen uitlatingen over het Nederlands drugsbeleid te doen zonder deze te onderbouwen, en in plaats daarvan het door hem toegezegde en gedocumenteerde «discussion paper» te publiceren?
8. Bent u bereid deze misleidende en voor Nederland schadelijke publicatie van de heer Costa, en het niet nakomen van zijn toezegging een discussienota te doen verschijnen over dit voor het drugsbeleid uiterst belangrijke onderwerp kritisch aan de orde te stellen in de daartoe geëigende gremia? Zo nee, waarom niet?