17 December 2014
Utrecht zet de plannen voor een eigen wietclub door, hoewel pogingen om bij het ministerie van Volksgezondheid een ontheffing te krijgen, zijn gestrand. De stad ziet nieuwe mogelijkheden, zegt D66-wethouder Victor Everhardt.
De verzoeken om ontheffing waren afkomstig van de stichting Social Cannabis Club Utrecht en de stichting Social Cannabis Club Domstad. Beide worden gesteund door de gemeente.
De twee gaan niet tegen de uitspraak in beroep bij de rechtbank. Ze verwachten hier weinig heil van. Voorzitter Dibbe van Laarhoven van Social Cannabis Club Utrecht: ,,Het heeft geen zin. Het is doodlopend.”
Toezicht
Het doel van een eigen wietclub is om in clubverband en onder toezicht van de gemeente voor een kleine groep leden legaal cannabis te kweken. Voordeel hiervan is dat de cannabis gecontroleerd kan worden op kwaliteit en sterkte.
Ondanks de afwijzing door het ministerie ziet wethouder Everhardt nieuwe mogelijkheden om de Utrechtse wens te verwezenlijken. Beter gezegd: een of twee wietclubs onder strenge voorwaarden te gedogen.
Utrecht kijkt voorlopig met een schuin oog naar Amsterdam, waar de eerste cannabis social club van Nederland is opgericht. De vraag is of deze wordt gedoogd.
Geen straf
Daarnaast biedt een uitspraak van de rechter in Groningen mogelijkheden. Die legde twee wiettelers uit Groningen geen straf op voor de teelt en verkoop van cannabis, omdat de twee op een verantwoorde wijze teelden.
Derde ontwikkeling die wethouder Everhardt hoop geeft, is een analyse van het beleid van VVD-minister Ivo Opstelten, uitgevoerd door de Radboud Universiteit. Opstelten heeft altijd gezegd te zullen ingrijpen als Utrecht legaal wiet zou gaan kweken. Everhardt: ,,Die analyse zegt dat je als bestuurder niet hoeft op te treden als je je ogen sluit. Dus niet zien, betekent niet ingrijpen.”
Everhardt wil de legale kweek wel bestuurlijk goed regelen. ,,Het gaat om de goede controle erop.”
Everhardt verwacht in de loop van volgend jaar duidelijkheid te hebben. Landelijk moet alles volgens hem binnen een of twee jaar geregeld zijn. ,,De tijd is er bijna rijp voor.”