6 september 2014
Interviewer: Professor Tytgat u bent toxicoloog, farmacoloog en het hoofd van een onderzoeksteam hier aan de KUL, op welke manier komt u in contact met cannabis?
Professor Tytgat: Via de gerechtelijke weg. Wanneer er cannabisplantages opgerold worden of wanneer er cannabis gebruikt wordt moet er via een deskundig onderzoek voor de rechtbank aangetoond worden dat het wel degelijk over cannabis gaat en niet over een netelplant of iets dergelijks. Wij worden als toxicologisch laboratorium uitgenodigd om deze stoffen te onderzoeken en in een rapport te beschrijven. Hetzelfde gebeurt met urinestalen, die ons door de politie geleverd worden. Ook dan zullen wij onderzoeken of deze urinestalen sporen van cannabis bevatten. Telkens wordt er gekeken of in deze stalen THC, het psychoactieve bestanddeel van cannabis, aanwezig zijn. Indien dit het geval is is er een wetenschappelijke basis voor een gerechtelijke vervolging.
We zien de laatste jaren een enorme stijging van het aantal opgerolde plantages. Mijn diepvriezers steken letterlijk vol met planten die we moeten onderzoeken waarbij de resultaten later moeten dienen voor een gerechtelijk onderzoek.
Interviewer: Wanneer u de cannabisplanten onderzoekt vindt u dan ook cannabisvreemde stoffen. Stoffen die van nature niet in de plant zitten. Insecticide, pesticide, zware metalen,…?
Professor Tytgat: Dat kan, indien er een diepgaand onderzoek gebeurt kan er een breed spectrum van chemicaliën gevonden worden. Maar evenzeer toxines en micro-organismen, zoals schimmels die al even schadelijk kunnen zijn. Wanneer cannabis geoogst wordt en slecht wordt bewaard kunnen er bijvoorbeeld schimmels op de cannabis groeien en deze kunnen even gevaarlijk zijn als zware metalen. Maar zo’n diepgaand onderzoek wordt niet standaard gedaan. Wetenschappelijk gezien is dit natuurlijk zeer waardevol maar forensisch (gerechtelijk) gezien is dit niet nodig dan wordt er uitsluitend gekeken of er THC aanwezig is om dan gerechtelijk te kunnen vervolgen. Anderzijds bestaat er Belspo (Belgium science policy) dat projecten financiert. Momenteel loopt er een project waarbij we de volledige samenstelling van cannabisplanten, aangetroffen in illegale plantages, in kaart brengen. Maar dit project is pas opgestart en ik verwacht hier pas resultaten van volgend jaar.
Interviewer: Wat is voor u de definitie van verslaving?
Professor Tytgat: We moeten verslaving in twee componenten delen. Enerzijds is er een psychische component en anderzijds een fysieke component van verslaving. Sommige stoffen veroorzaken beiden bijvoorbeeld heroïne. Van andere stoffen is het niet bewezen dat ze de twee veroorzaken, bijvoorbeeld cannabis of beter gezegd de psychoactieve stof die er in aanwezig is namelijk THC ofwel het delta 9 tetrahydrocannabinol. Laat mij dit met een voorbeeld illustreren. U en ik roken een joint. Geleidelijk aan gaan onze hersenen zeggen ‘dat was een aangenaam snoepje’ en we hunkeren er opnieuw naar. We begaan er geen moord voor, we zullen geen probleemgedrag veroorzaken maar we hebben wel zin in opnieuw een THC-snoepje. We mogen niet vergeten dat dit voor vele stoffen geldt, bijvoorbeeld cafeïne, nicotine, chocolade enz. Onze hersenen willen deze stof opnieuw gebruiken maar dit is zeer beheersbaar. Dit is de psychische afhankelijkheid. Maar het is niet bewezen dat indien er niet langer THC wordt aangevoerd, men dus stopt met cannabis te gebruiken, er lichamelijke symptomen optreden, bijvoorbeeld hevig zweten, cold turkey (kippenvel), tranende ogen, darmkrampen, echt ziek worden. Dit is wel zo bij heroïne en naargelang van hoe je het gebruikt kan dit ook optreden bij cocaïne en amfetamine. Als men cocaïne gaat roken of spuiten of amfetamine gaat spuiten kan dit ook optreden. Dit is omdat bij orale inname deze drugs eerst in je maag terechtkomen en daar wordt al een groot deel van deze stoffen kapot gemaakt.
Hoewel er collega’s vinden dat we het verschil tussen soft- en harddrugs moeten verlaten vind ik dat dit voor cannabis, een softdrug, zo kan blijven. Het is niet zo dat cannabis voor het individu en de maatschappij nadelige gevolgen moet hebben. Er zijn talloze mensen die in het weekend of af en toe cannabis gebruiken en die gewoon in de maatschappij kunnen functioneren. Dit is voor heroïne helemaal anders. Vroeg of laat komt ook de maatschappij bij deze verslaving in gevaar. Denk aan, diefstal, overval, afpersing, enz. Dit is duidelijk een harddrug.
Interviewer: Hoeveel mensen denkt u dat aan cannabis verslaafd kunnen geraken? Hoeveel percent van de cannabisgebruikers zullen een vorm van problematisch gedrag vertonen?
Professor Tytgat: Dit zijn twee verschillende dingen. We kunnen er vanuit gaan dat iedereen er aan verslaafd geraakt, in de zin dat we deze ervaring opnieuw willen beleven. Net zoals bij cafeïne, nicotine, suiker enz… Bij zij die problematisch gedrag zullen vertonen is het veel moeilijker te zeggen. Hierbij spelen tal van andere factoren mee. Hoe zit je in je vel, de sociale omstandigheden waarin iemand leeft, het persoonlijk karakter, meer en meer zien we ook dat er genetische eigenschappen meespelen. Bij alcoholisme is aangetoond dat sommige mensen hier genetisch meer vatbaar voor zijn. Ook bij depressie. Dit zou ook bij cannabis het geval kunnen zijn. Dus volgens mij zal iedereen de milde, controleerbare verslaving ervaren maar slechts enkelen zullen probleemgedrag vertonen.
Interviewer: Ieder van ons heeft een endocannabinoïde systeem. Kan u uitleggen wat dit is en hoe dit werkt?
Professor Tytgat: Dit kan u zien als een soort van autosnelweg van eiwitten, de endocannabinoïden, in ons lichaam. Deze eiwitten of receptoren zullen zich met bepaalde stoffen binden. Centraal, het brein en zenuwstelsel, hebben we de CB1 receptor in de periferie bevindt zich de CB2 receptor. Al naargelang van de locatie van deze receptor zal deze na zich gebonden te hebben met een cannabinoïd bijvoorbeeld THC een bepaalde reactie vertonen. Bijvoorbeeld pijnstillend, rustgevend, soms hallucinaties veroorzaken. Over THC zijn er ook zeer vele goede dingen te zeggen. Bijvoorbeeld bij multiple sclerose kan THC een gunstig effect genereren.
Interviewer: Kunnen sommige ziekten veroorzaakt worden door een falend cannabinoïd systeem?
Professor Tytgat: Dit kan.
Interviewer: Zou cannabis dan ook als een medicijn gebruikt kunnen worden? Is dit in België al mogelijk? Wat zegt de wet hierover?
Professor Tytgat: Cannabis kan zeker als medicijn gebruikt worden. Maar welk zijn wettelijk statuut is weet ik niet. Maar zeker is wel dat er mee geëxperimenteerd wordt en dat is een goede zaak. Waarom moet je als wetenschapper tegen het gebruik van cannabis zijn? Omdat het gebruik ervan, namelijk het roken schadelijk is. Het is bewezen dat er bij het roken van een joint schadelijke stoffen vrijkomen, zoals bij tabak, die longkanker kunnen veroorzaken. Maar indien de toediening van THC via een andere weg kan gebeuren, via een pil, verstuiver, zalf, puffertje… dan worden die schadelijke verbrandingsstoffen omzeild en dan krijgen we een heel ander verhaal.
Interviewer: Wat vindt u van een vaporizer? Is dit gezonder dan een joint roken?
Professor Tytgat: Bij een vaporizer wordt de cannabis niet verbrand maar verneveld. De schadelijke stoffen die er bij het roken vrijkomen worden hier vermeden. Op die manier is het gezonder. Ik voorspel dat de markt van de e-sigaret, waar men nu ampulles gevuld met nicotine in plaatst, zullen gebruikt worden met ampulles THC. Want hierbij worden de verbrandingsstoffen van het roken omzeild
Interviewer: Bij welke ziekten kan men cannabis als medicijn gebruiken?
Professor Tytgat: De klassiekers zijn ten eerste multiple sclerose in de beginfase. Waarbij men ziet dat cannabis zowel pijnstillend als versoepelend werkt. De stramheid neemt af. Mensen met migraine kunnen er baat bij hebben. Mensen met pijn die niet reageren op narcotische analgetica (morfine en afgeleide) of niet-narcotische analgetica (paracetamol) kunnen er goed bijvaren.
Interviewer: Weet u of cannabis ook bij epilepsie kan helpen?
Professor Tytgat: Dat weet ik niet echt. Dat zou ik in de literatuur moeten raadplegen.(Cannabis helpt zeer zeker bij epilepsie zie deze link, noot van de interviewer)
Interviewer: Iedere cannabisplant is telkens anders. Ik bedoel hiermee dat de verhoudingen tussen de verschillende componenten THC, de psychoactieve stof, en CBD (cannabidiol), niet psychoactieve stof, en de andere componenten steeds verschillend zijn. En het effect bij inname is dus ook telkens verschillend. Is dat correct?
Professor Tytgat: Dit klopt, we noemen dit de chemo-variëteit van de plant. Het gehalte van en de verhouding tussen THC, CBD, andere componenten en zuren is telkens verschillend. Bij medische cannabis, dat speciaal voor zijn medicinale werking gekweekt wordt, weet men precies hoeveel het gehalte en de verhouding tussen de verschillende componenten is. (Vandaar dat een patiënt met bijvoorbeeld migraine telkens weer dezelfde soort cannabis kan voorgeschreven worden en kan gaan kopen. Een andere soort zou een heel ander effect kunnen hebben; noot van de interviewer).
Interviewer: Wat vindt u van het feit dat cannabis in de Verenigde Staten als een Schedule I drug wordt behandeld? Men gaat ervan uit dat de drugs die hier toebehoren geen aangetoonde medische waarde hebben en dat ze een zeer grote kans op verslaving, zowel psychisch als fysisch, hebben.
Professor Tytgat: Ik vind dit onjuist. Men moet cannabis zeker minder streng beoordelen en in het schema op een lager plaats brengen.
Interviewer: Verleden jaar hebt u samen met professor De Grauwe (econoom) en professor Decorte (criminoloog) een visietekst geschreven om cannabis te reguleren. Wat was uw persoonlijke motivatie om dit te doen?
Professor Tytgat: Mijn motivatie is in de eerste plaats uit het werkveld en de praktijk gekomen. Als ik zie hoeveel cannabisplanten hier wekelijks door de politie binnen gebracht worden voor analyse, ja dat is het dweilen met de kraan open. De laatste tien, vijftien jaar is er een duidelijke stijging van illegale plantages en je moet echt al een struisvogel zijn om te zeggen ‘nee, nee alles is peis en vree’. Dit raakt mij, als academicus ben ik tevens bezorgd voor de maatschappij en de jongeren. We kunnen toch niet anders dan vaststellen dat er een zeer grote vraag bestaat naar cannabis. Met het huidige beleid kopen jongeren op straat illegale cannabis zonder te weten wat voor cannabis ze kopen. Ze weten niet hoe hoog het THC gehalte is, er kunnen van alle ongewenste stoffen inzitten zoals pesticiden, zware metalen, schimmels enz. Dit kan natuurlijk zware gevolgen hebben. Je zou als vijftienjarige bij je eerste aankoop cannabis kunnen kopen met een hoog THC gehalte van zeg maar 15%. Dit zou natuurlijk ongewenste effecten kunnen hebben. Zoveel mag duidelijk zijn.
Hierbij komt nog dat ik al jaren lang opmerk dat onze overheid in mijn ogen inconsequent is wanneer men alcohol vergelijkt met cannabis en dan spreek ik nog niet over nicotine. Alcohol daar kunnen we wetenschappelijk van zeggen dat de acute intoxicatie dronkenschap is, zeer bekend hier in Leuven als studentenstad. Maar bij alcohol hebben we tevens de chronische variant van intoxicatie namelijk alcoholisme. Alcoholiekers hebben een psychische en fysieke afhankelijkheid, het is dus een hard drug. Maar onze maatschappij is zeer tolerant ten aanzien van alcohol. Gelukkig zijn er zeer veel mensen die rationeel met alcohol kunnen omgaan. Dit is een reden om alcohol toe te laten mits regulering. Voor alcohol heeft de overheid pragmatische en concreet werkbare voorstellen uitgewerkt. Zo mag men alcohol niet aan minderjarigen verkopen, men mag het niet consumeren en aan het verkeer deelnemen enz.
Wat de mensen na al die jaren vergeten zijn is dat wanneer een persoon straks een blikje bier gaat kopen deze een blind vertrouwen heeft in ‘het zich aanschaffen van een gereglementeerde drug’. En dat blind vertrouwen is terecht. Ze kopen bijvoorbeeld alcohol op basis van ethyl, waar ze niet blind van zullen worden. Op het blikje staat dat er 5,2 volumepercent alcohol in zit en dat men weet dan dat men na één consumptie nog mag rijden. Degene die het produceert en levert betaalt er accijnzen op. Dus het zit helemaal binnen een wettelijk kader dat door de maatschappij geaccepteerd wordt.
Maar dan stel ik me de vraag natuurlijk, waarom doen we dit niet voor cannabis? Want naar analogie met alcohol kan de overheid cannabis als een gereguleerde vorm van drug, aanbieden. Als controle kan de overheid licenties uitdelen aan gelijk wie die bepaalde regels respecteert, bijvoorbeeld cannabis social clubs maar ook aan landbouwers die cannabis willen telen. Verkooppunten kunnen krantenwinkels, apothekers, cannabis social clubs of coffeeshops zijn dat maakt me niet uit. Van het moment dat die mensen een accreditatie hebben en ze de regels volgen is er verder geen probleem.
Indien dit zo verloopt dan heb je tenminste een betere ‘kwaliteitsvolle’ cannabis zonder schimmels, pesticiden zware metalen en dergelijke. Men kan verschillende soorten cannabis aanbieden. Een mildere soort voor mensen die dit eens wensen te gebruiken en halfzware en zwaardere soorten. Een beetje naar analogie van bier, wijn, likeur enz.
De onmiddellijke voordelen die ik bij dit systeem zie is dat we heel die illegale economie op deze manier kunnen witwassen met de daarbij komende voordelen van werkgelegenheid, inkomsten via accijnzen. Het geld dat hierbij gewonnen wordt moet anders dan vandaag geïnvesteerd worden in controle-inspecteurs en preventie in plaats van in politie en justitie. Dus meer in preventie dan in straffen en stigmatiseren. Mensen die in een erkend verkooppunt hun cannabis kopen zullen hier niet het voorstel krijgen om eens een andere drug te proberen. Dit gebeurt nu in het illegale circuit wel.
Net als bij een pakje sigaretten waar er staat ‘roken schaadt de gezondheid’ zou ik dit ook doen bij een pakje cannabis. De overheid geeft het signaal tegen het gebruik van cannabis te zijn maar tegelijkertijd laat ze plaats voor individuele vrijheid.
Interviewer: Onder welke voorwaarden zou cannabisgebruik volgens u niet kunnen?
Professor Tytgat: Bij minderjarigen, niet in het verkeer en er moet ook een zekere maximumgrens zijn van de hoeveelheid die per keer aangekocht kan worden. Geen kilos! Maar dit is allemaal voer voor een gefundeerd debat. Dat hebben we ook in onze visietekst aangegeven. Wij willen niet de wijsneuzen zijn die gaan zeggen hoe het moet. Wij hopen dat er in het parlement een debat komt waarbij alle betrokken actoren worden uitgenodigd; de gebruikers, de telers, de verkopers, beleidsmensen, wetenschappers, cannabis social clubs… Zodoende kan iedereen zijn visie geven en moeten we tot een werkbaar compromis komen.
Interviewer: Het gereguleerd cannabisbeleid dat jullie voorstellen zal meer beschermend zijn dan het huidige ongereguleerde systeem?
Professor Tytgat: Klopt. Maar wat ik niet weet is of er door cannabis te legaliseren er een grotere aantrekkingskracht zal zijn om cannabis te gaan consumeren. En dus het aantal cannabisgebruikers zal toenemen.(Dit is niet het geval. Nederland heeft niet meer cannabisgebruikers dan België hoewel ze coffeeshops hebben. Lees hetzelf in dit rapport van professor Decorte op pagina 43. Noot van de interviewer) Maar ik vind dat als we op een wetenschappelijke manier kunnen aantonen dat de federale beleidsnota die nu al meer dan tien jaar in voege is gefaald heeft, en dat kunnen we, we een alternatief beleid mogen voorstellen. Zelfs indien dit een bepaald risico inhoudt. Laten we een nieuw beleid proberen en dit jaarlijks evalueren.
Interviewer: Vindt u dat een meerderjarig persoon het recht heeft om zijn cannabisgebruik op te eisen?
Professor Tytgat: Ja zolang die persoon kan aantonen dat hij/zij de maatschappij met zijn/haar gebruik geen nadeel berokkend. Vandaar dat ik bijvoorbeeld achter de regel sta die het roken in de horeca verbiedt. Dit is schadelijk voor anderen. Maar als u thuis of ergens in openlucht cannabis gebruikt is er geen probleem.
Interviewer: Welke reacties heeft u vanwege beleidsvoerders en media op uw visietekst gekregen?
Professor Tytgat: Wel dit hing in grote mate af van de leeftijd van de mensen. De jongeren, tussen 15 en 35 jaar,waren heel open, zeer positief en apprecieerden ook dat ik dit had gedaan. Ze vonden dat het gedurfd was en tegelijkertijd vonden ze het zeer consequent en eerlijk. Bij ouderen was het veel moeilijker. Ze hebben geen ervaring met cannabis, ze kennen het dikwijls niet en zijn eerder conservatief ingesteld.
Ook bij de politiek is het een soortgelijk verhaal. De jongerenbewegingen van sp.a en Open Vld waren zeer positief. De jong socialisten wilden het legaliseren van cannabis bij de verkiezingen op de agenda plaatsen. De jongeren beweging van de Open Vld heeft twee congressen gehouden waar we dan als spreker op uitgenodigd waren. Ik heb dit bijvoorbeeld in Leuven gedaan en de aanwezigen waren zeer geboeid en positief. Maar op dit ogenblik is het zeer moeilijk voor de jongeren bewegingen om het legaliseren van cannabis aan de gehele partij, opnieuw de ouderen, verkocht te krijgen. Het is nog teveel glad ijs. Men weet niet hoe het electoraat hier op zal reageren. Gaan we stemmen verliezen? Sommige partijen zijn hier zeer duidelijk in. De N-VA bijvoorbeeld is absoluut tegen. Kijk ook naar het beleid van de burgemeester in Antwerpen. Ook de CD&V is tegen.
Interviewer: Is dit volgens u een consequent beleid? Naar analogie met alcohol, een hard drug, bijvoorbeeld? Meneer Dehaene (CD&V) zat bijvoorbeeld als bestuurder bij AB Inbev wat een zeer grote, weliswaar legale, drugdealer is. Daarnaast mogen we niet vergeten dat alcohol een zeer grote tol eist. Een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie stelt dat alcohol in 2012 meer dan 3.300.000 dodelijke slachtoffers wereldwijd heeft geëist. Met het WK voetbal werd menig driekleur gesierd met de naam van een brouwer. Wat vindt u hiervan?
Professor Tytgat: Ja dit is hypocriet. Laat mij u een ander voorbeeld geven. De hepatologen, leverspecialisten, hier in gasthuisberg hebben ervoor geijverd dat wanneer er een receptie in het ziekenhuis was er geen alcohol wordt geserveerd… Onmogelijk om dit te realiseren! Dit is toch een bizarre vaststelling. Zelfs in een ziekenhuis zijn mensen er aan verknocht om op een receptie alcohol te kunnen drinken.
Mijn boodschap naar de politiek is ‘probeer consequent te zijn’. En het huidige cannabisbeleid is dit absoluut niet. Men moet zoveel mogelijk de nadelige effecten van het roken van cannabis wegnemen. En hopelijk kunnen we zo tot een werkbaar compromis komen voor iedereen.
Interviewer: Is cannabisgebruik nog taboe?
Professor Tytgat: Ja, maar ik denk dat we nu in een transitieperiode zitten. Zie de veranderingen in Uruguay. President Obama heeft onlangs gezegd dat alcohol misschien een groter probleem was dan cannabis. Tegelijkertijd moet men begrijpen dat zulke fundamentele percepties die gepaard gaan met een psychotrope stof als cannabis niet in één week zullen veranderen. Als we praten over betere reguleringen van cannabis, een betere toegankelijkheid tot cannabis, betere afspraken rond die drug ben ik positief. Die trein is vertrokken die haal je nooit meer terug. Hoe snel de samenleving hiervoor komt open te staan is voor iedere land een beetje anders. België is hier misschien een beetje conservatiever dan andere landen. Ik hoop dat we snel tot een parlementair debat komen waar ik, als ze me uitnodigen, graag wil aan deelnemen. Wereldwijd is er een tendens gaande die men niet meer kan keren.
Interviewer: Wat vindt u ervan dat er momenteel in Europa een burgerinitiatief loopt dat cannabis wil legaliseren.
Professor Tytgat: U moet me verontschuldigen maar dat wist ik niet. Los daarvan had ik gisteren nog contact met professor De Grauwe en professor Decorte en we stelden vast dat idealiter onze visietekst niet in het Belgisch parlement zou moeten besproken worden maar in het Europese parlement. Ik ben een vurige pleitbezorger dat als men aan regelgeving werkt men dit niet voor iedere lidstaat apart doet maar aan een uniform cannabisbeleid voor Europa werkt. Want al de illegale cannabisplantages waar we de laatste jaren mee geconfronteerd worden in Vlaanderen zijn gewoon het gevolg van het Nederlandse beleid dat veel repressiever is gaan optreden waardoor deze geografische verschuivingen plaats vonden. Wat enorm dom is natuurlijk.
Interviewer: Het Nederlandse beleid wordt de laatste jaren repressiever. Dit is onder andere het gevolg dat ze de ‘achterdeur’ nooit hebben geregeld. Wat vindt u hiervan?
Professor Tytgat: De Nederlandse situatie is schizofreen. Men mag wel cannabis verkopen maar een coffeeshop kan zich niet op een legale manier laten bevoorraden.
Interviewer: Bedankt professor