Door Bart de Koning
10 september 2015
Politie en justitie besteden zeker de helft van hun capaciteit aan drugscriminaliteit. Aan wietplantages, fietsendiefstallen, autokraken, straathandel en liquidaties wordt zodoende 4,5 miljard euro per jaar besteed. Wat zou er gebeuren als we drugs zouden legaliseren?
Duizend miljard dollar. Zo veel heeft de strijd tegen drugs gekost sinds president Richard Nixon die in 1971 aankondigde. Er zitten miljoenen mensen opgesloten en er zijn honderdduizenden gesneuveld. Alleen al in Mexico zijn er sinds 2006 100.000 mensen omgekomen.
Toch zijn er meer drugs beschikbaar dan ooit.
Het besef dat er een intelligenter en humaner drugsbeleid moet komen, leeft dan ook breed. We zijn de oorlog tegen drugs al veertig jaar aan het verliezen, schreven ondernemer Richard Branson en de liberale Britse vice-premier Nick Clegg in maart in The Guardian.
Branson sloot zich al eerder aan bij de Global Commission on Drug Policy
En de Verenigde Naties beleggen volgend jaar een speciale bijeenkomst
Ondertussen hebben Noord-Amerikaanse staten als Colorado, Washington en Alaska cannabis al gelegaliseerd, evenals het Zuid-Amerikaanse Uruguay. In veel andere Midden-Amerikaanse landen, zoals Mexico, Ecuador en Costa Rica, wordt het gebruik van cannabis niet meer bestraft.
Legaliseren kan gewoon.
Hoe Nederland achterloopt
Nederland loopt achter op dit gebied. De overheid gedoogt dat coffeeshops aan de voorkant cannabis verkopen, maar verbiedt de levering van diezelfde cannabis aan de achterdeur. Producenten en verkopers zitten daardoor in een onmogelijke positie. Niet gek dat 35 gemeenten vorig jaar een manifest tekenden waarin ze pleitten voor regulering van wiet. Dat zou een eind maken aan de overlast van straatdealers en brandgevaar door wietkwekerijen in woningen.
Ook de Nederlands rechter ziet in dat het huidige beleid niet werkbaar is. Vorig jaar verklaarde de rechtbank in Groningen een echtpaar dat gepakt was voor wietteelt wel schuldig, maar legde zij geen straf op: ‘Verdachte en medeverdachte hebben gehandeld binnen de belangrijkste doelstellingen van het […] softdrugsbeleid, te weten het belang van de volksgezondheid en het handhaven van de openbare orde.’ Het Hof in Leeuwarden heeft het echtpaar inmiddels in hoger beroep wel tot een voorwaardelijke straf veroordeeld. Het Hof verwijt het echtpaar dat ze zijn doorgegaan met kweken en niet eerst de uitkomst van een proefproces hebben afgewacht. Het Hof wil bovendien niet op de stoel van de wetgever gaan zitten door geen straf op te leggen.
En Den Haag? D66 blijft hameren op legalisering, onder andere door het organiseren van een serie debatten samen met De Balie. Electoraal behoorlijk slim. Uit een recent onderzoek van Motivaction
blijkt dat 70 procent van de Nederlanders wil dat hennepteelt gereguleerd of vrijgegeven wordt. Ook de achterban van de VVD, CDA en PVV is in grote meerderheid voor legaliseren.
Ook bij regeringspartij VVD lijkt er enige beweging in te komen. In 2010 publiceerden Frits Bolkestein en een aantal andere prominenten een vlammend manifest:
‘Red het land, sta drugs toe.’ Het veegt de vloer aan met ons drugsbeleid: ‘Het verbod op drugs kost miljarden: het leidt tot misdaad en is slecht voor de volksgezondheid. Hef het op.’
Bolkestein hamerde vooral op de misdaad die het verbod veroorzaakt: ‘Iedereen die zich zorgen maakt over veiligheid zou zich moeten afvragen of er geen alternatief is voor het drugsverbod. Het verbazingwekkende is echter dat juist crimefighters verbeten vasthouden aan het verbod. Beseffen zij niet dat ze zich tot steunpilaren van de drugsmaffia maken?’
Een duidelijke sneer naar crimefighters Fred Teeven (voormalig staatssecretaris van Veiligheid en Justitie) en Ivo Opstelten (voormalig minister van Veiligheid en Justitie). Bij hen maakte een liberale visie op drugs geen schijn van kans. Bij de nieuwe minister Ard van der Steur misschien iets meer. Een van Opsteltens plannen schoof hij al op de lange baan. Namelijk het wetsvoorstel Middelengebruik, een wet die de politie de bevoegdheid zou geven om na geweld te testen op drank of drugs. De Raad van State zag het nut er al niet van in, maar Opstelten geloofde in de afschrikwekkende werking. Van der Steur kennelijk niet.
Het lijkt maar een klein stapje, maar na jaren van ononderbroken strengere wetgeving is het wel verfrissend dat Van der Steur eens een nieuwe controlemaatregel niet invoert. Het past in ieder geval in de tijdgeest: terwijl in Nederland het drugsbeleid steeds harder werd, ging de rest van de wereld de andere kant op.
Een intelligenter drugsbeleid zou voor de hele wereld een zegen zijn. Het zou enorme positieve gevolgen hebben voor de gezondheidszorg, de belastingheffing en het gevangeniswezen. Dat is al vaak opgeschreven, maar zelden toegespitst op de Nederlandse politie. Terwijl het ook daarvoor een grote zegen zou zijn.
Het beslag op justitie en politie
Frans Heeres zei in 2009 als korpschef van Midden- en West-Brabant dat 40 procent van de opsporinsgcapaciteit wordt ingezet tegen hennepcriminaliteit. De politie ontmantelt volgens de Drug Monitor ieder jaar zo’n zesduizend hennepkwekerijen – dat zijn ruim twintig ontruimingen per werkdag. Kosten: 30 miljoen euro. En van de grote opsporingsonderzoeken (tussen de 300 en 400 per jaar) was de laatste tien jaar zo’n driekwart gericht op drugs.
De bestrijding van drugs legt kortom een enorm beslag op de politie, het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. Van alle verdachten (21.900 in 2013) wordt 8,3 procent gepakt wegens bezit, productie of smokkel van een illegale drug. De meesten krijgen een taakstraf of een boete, 1.600 moesten de gevangenis in.
Deze getallen vormen een zware onderschatting van de werkelijke last die drugs veroorzaken: het gaat hier alleen om de veroordeling voor het bezit van drugs. Alle andere criminaliteit die ermee samenhangt (fietsendiefstal door junks, stroomdiefstal door wietkwekers, witwassen, liquidaties) staat niet als drugscriminaliteit in de statistieken. Hoe groot dat aandeel is, weet niemand precies. Dat het gigantisch is, staat vast.
Het is overduidelijk dat een zeer groot deel van de zware criminaliteit direct of indirect te maken heeft met drugs
Dat denken ook de rechercheurs die ik de afgelopen maanden sprak. Het is overduidelijk dat een zeer groot deel van de zware criminaliteit direct of indirect te maken heeft met drugs – dus naast het vervaardigen, smokkelen en verhandelen. Denk aan de jacht op de wapenhandelaren die de kalasjnikovs voor de liquidaties leveren, de zogenoemde spyshops die (anti-)afluisterapparatuur leveren aan drugshandelaren, witwasonderzoeken (het geld komt bijna altijd uit drugshandel) of afpersing.
We kunnen dus rustig stellen dat minstens de helft van alles wat we uitgeven aan veiligheid en justitie besteed wordt aan het bestrijden van drugs. En reken even mee. De begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie bedraagt 11,437 miljard euro over 2015. Als je daar de begrotingsposten aftrekt die niet (direct) met drugs te maken hebben – zoals contraterrorisme, vreemdelingenbeleid, civiele rechtspraak en het kerndepartement – dan houd je circa 9,1 miljard euro over. Zelfs als je conservatief rekent en na het halveren naar beneden afrondt, kost de Nederlandse strijd tegen drugs 4,5 miljard euro.
Daar zitten de kosten van de criminaliteit voor de samenleving nog niet in – denk aan diefstal, inbraak en beroving. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het verantwoordelijke ministerie becijferde die in 2006 op 31,5 miljard euro. De helft daarvan, ruim 15 miljard euro, kan toegerekend worden aan drugs.
Waarom de war on drugs zinloos is
Dat geld kan in zaken worden gestoken die nu blijven liggen. Niet gek, als je bedenkt dat de politie in Nederland 22,4 procent van alle misdrijven opheldert. Inbraken, fietsendiefstal of zakkenrollen zijn met een opheldering van respectievelijk 7 procent, 3,9 procent en 2,9 procent in feite straffeloos.
Maar de belangrijkste reden om te stoppen met het bestrijden van drugs is de totale zinloosheid ervan. Als de politie een overvaller of verkrachter opsluit, kan die geen misdrijven meer plegen. Bij drugs werkt dat niet zo. Er zal altijd vraag naar zijn. En daardoor onmiddellijk nieuw aanbod.
Dat wordt ook zichtbaar in het gebruik van het woord ‘recordvangst.’ Het is al decennia een onwrikbaar mediacliché dat drugsbestrijders voortdurend met nieuwe recordvangsten komen, die dan als een grote overwinning worden gepresenteerd. In werkelijkheid zijn het nederlagen. Het feit dat de politie iedere keer wéér een grotere lading drugs in beslag neemt, betekent alleen maar dat de drugsmaffia na iedere recordvangst kennelijk nog grootschaliger, efficiënter én brutaler is geworden.
De war on drugs is een oorlog waarin nederlagen al een halve eeuw als overwinningen worden verkocht.
Misschien nog wel belangrijker is het gegeven dat de meeste mensen redelijk verstandig met drugs omgaan. In landen waar het gebruik van bepaalde drugs niet vervolgd wordt, zoals Nederland, Portugal en Uruguay, raakt de bevolking niet massaal verslaafd. Sterker nog: er zijn procentueel minder mensen die drugs gebruiken dan in de Verenigde Staten. Maar ook voor diegenen die er niet verstandig mee omgaan is niet straf het beste antwoord, maar voorlichting en hulp.
Het huidige beleid is in ieder geval volslagen irrationeel. De gevaarlijkste drugs zijn legaal: tabak kost ieder jaar 20.000 mensen het leven, alcohol 1.700. Illegale drugs (zoals heroïne) kosten aan ruim honderd mensen het leven. Er is nog nooit iemand overleden aan cannabisgebruik.
Legalisering betekent zeker niet dat drugs vrijgegeven worden. Zoals Frits Bolkestein, Els Borst en anderen al in 2010 schreven: ‘Onder regulering van drugs verstaan wij het toestaan van productie en verkoop onder voorwaarden, gericht op een zo gering en veilig mogelijk gebruik.’
Dat betekent dat er onder andere een minimumleeftijd voor moet komen, net als bij drank en tabak. Een mogelijkheid is om verkoop alleen via besloten cannabisclubs te laten verlopen. Stevige accijnzen moeten ervoor zorgen dat het niet te goedkoop wordt.
Wat gebeurt er na legalisering?
De voorstanders van legalisering beperken zich meestal tot softdrugs. Omdat Nederland zelf een grote producent is, levert legalisering direct geld op. Een ambtelijke werkgroep, die in 2010 mogelijke nieuwe bezuinigingen en inkomsten op een rijtje moest zetten voor het kabinet, becijferde dat het decriminaliseren van softdrugs 183 miljoen zou besparen bij politie en openbaar bestuur. Mogelijk zou het 260 miljoen euro aan belastingen opleveren.
Econoom Martijn Boermans becijferde in 2010 de voordelen van legalisering op mogelijk 850 miljoen euro, onder andere afhankelijk van de hoogte van de accijns. Tijdens een debatavond in De Balie ontstond er in een interactieve sessie met experts en publiek consensus dat legalisering een voordeel van 1.600 miljoen euro kan opleveren.
De grootste onzekerheid zit hem in de vraag wat de producenten en handelaren in drugs gaan doen. Die zijn nu allemaal per definitie crimineel. Een flink deel van de producenten en handelaren wil dat helemaal niet en streeft actief naar legalisering, bijvoorbeeld binnen de VOC,
Een ander deel van de markt is in handen van beroepscriminelen die ook in harddrugs handelen en routineus geweld toepassen. Hoe groot de verschillende groepen zijn en hoe ze zullen reageren weet niemand, zo vertelde onderzoekster Nicole Maalsté mij. Zij verwacht wel dat grote professionele kwekers de kleine thuiskwekers uit de markt zullen gaan drukken met grootschalige en efficiënte productie van constante kwaliteit.
Het zou naïef zijn om te denken dat de beroepscriminelen keurig een baan gaan zoeken. Na het einde van de drooglegging in de Verenigde Staten daalde de misdaad aanzienlijk, maar werden gokken, afpersing en drugs een stuk populairder.
Toch is het de moeite waard. Kijk maar naar Colorado. De eerste resultaten na het legaliseren van cannabis zijn daar bemoedigend. De staat haalde de eerste acht maanden al 40 miljoen dollar belasting op. Uit een overzicht van de Drugs Policy Alliance blijkt dat sinds het legaliseren op 1 januari 2014 het aantal arrestaties wegens kweken en verkopen van cannabis met 90 procent gedaald is. Geweldsmisdrijven daalden met 2,2 procent, inbraken met 9,5 procent.
Het is dus niet zo dat de politie na legalisering ineens de helft minder te doen heeft. Wel is er meer tijd voor andere misdrijven die nu noodgedwongen deels blijven liggen: inbraken, fietsendiefstal, fraude, oplichting, mensensmokkel, seksueel misbruik en de jacht op de 12.000 veroordeelde criminelen die voortvluchtig zijn.
Minder misdaad, minder overlast, meer belastinginkomsten: wie kan hier tegen zijn?