Vrijdag wordt bij La Vie in Utrecht het burgemeestersmanifest Joint Regulation, over regulering van cannabis, gepresenteerd door initiatiefnemers Paul Depla (burgemeester Heerlen), Rob van Gijzel (burgemeester Eindhoven) en Victor Everhardt (wethouder Utrecht). Lees de volledige tekst en oordeel zelf…
28 januari 2014
Het water staat ons aan de lippen
Het huidige beleid waarin de verkoop van cannabis vanuit coffeeshops is toegestaan en de teelt van deze drugs illegaal is, mag misschien wel werken in de papieren werkelijkheid van Den Haag, maar is voor ons als bestuurders van de Nederlandse steden steeds meer onacceptabel en heeft diep ingrijpende consequenties voor de volksgezondheid en de leefbaarheid en de veiligheid in onze steden. Het cannabisbeleid is dan ook dringend aan vernieuwing toe. Reeds in 2009 kwam de Adviescommissie Drugsbeleid onder leiding van Wim van de Donk tot deze conclusie. Sindsdien is er weinig veranderd. De minister zet uitsluitend in op aanscherping van het repressieve beleid. Dit beleid biedt géén antwoord op drie problemen waar wij al jarenlang mee worden geconfronteerd:
1. de gezondheid van cannabisgebruikers wordt niet beschermd;
2. de veiligheid in de wijken staat onder druk;
3. de (georganiseerde) criminaliteit gerelateerd aan softdrugs is door het huidige beleid nauwelijks effectief aan te pakken.
De gevolgen hiervan zijn enorm:
de samenstelling en kwaliteit van de cannabis is onbekend door het ontbreken van toezicht op het productieproces. De wijze van telen bepaalt uiteindelijk de schadelijkheid voor de gebruiker, bijvoorbeeld onaanvaardbaar hoge THC-percentages of de aanwezigheid van chemische bestrijdingsmiddelen;
op duizenden zolderkamertjes wordt illegaal hennep geteeld. Dit leidt in heel Nederland tot brandgevaarlijke situaties. Maar ook het bevoorraden van de coffeeshop is voor toevallige passanten en het personeel van de coffeeshops gevaarlijk. Bedreigingen en afpersing komen geregeld voor, ook midden op straat;
er is een omvangrijk crimineel schaduwcircuit ontstaan. Liquidaties, omkopingen en vermenging van de boven- en onderwereld zijn het gevolg. Maar liefst 77 procent van de opsporingscapaciteit is gerelateerd aan hard- en softdrugs, uiteenlopend van veel kleine zaken tot enkele grote zaken. Het is dweilen met de kraan open.
Dit manifest is een oproep aan het kabinet – in het bijzonder aan de staatssecretaris van Volksgezondheid en de minister van Veiligheid en Justitie – en de leden van de Tweede Kamer om te luisteren naar wat in onze steden speelt en een andere koers te volgen. Een koers die het verschil maakt in de aanpak van de problemen. Onze oproep is kort maar krachtig: voer samen met ons een landelijk stelsel in van
gecertificeerde en gereguleerde wietteelt. Alleen op deze wijze is een oplossing mogelijk. De minister stelt dat internationale verdragen dit niet zouden toestaan. Dit is echter een eenzijdige en negatieve uitleg van de verdragen. Deze interpretatie lijkt vooral politiek te zijn ingegeven. Initiatieven in de Verenigde Staten [1] en Uruguay, maar ook in België en Spanje, bewijzen het tegendeel. Hiervan leren wij dat een goed (bestuurlijk) arrangement belangrijk is, met daarin afspraken over preventie en het waarborgen van een gesloten circuit van teelt en gebruik.
De landelijke invoering van gecertificeerde en gereguleerde wietteelt is de oplossing om problemen met betrekking tot de gezondheid van gebruikers, de veiligheid in wijken en de aanpak van georganiseerde drugscriminaliteit effectief aan te pakken.
Wij stellen voor dat bij een landelijke invoering van gereguleerde wietteelt de opsporing en bestraffing van illegale wietteelt aanzienlijk worden geïntensiveerd. Pas dan is het mogelijk om de georganiseerde criminaliteit in de volledige breedte aan te pakken.
Mocht een landelijke invoering van gereguleerde wietteelt op korte termijn niet mogelijk zijn, dan stellen wij voor om – zoals de commissie Van de Donk adviseert – op lokale schaal te starten met gereguleerde wietteelt. Zo kunnen de problemen met de volksgezondheid en de veiligheid in die gebieden beter worden aangepakt. Het probleem met de georganiseerde criminaliteit is dan weliswaar beperkt opgelost, maar een eerste stap is gezet naar een verbeterde aanpak.
Als eerste stap en graag op zo kort mogelijke termijn willen wij samen – steden en het Rijk – de doelstellingen, randvoorwaarden en een passend bestuurlijk-juridisch kader uitwerken die voor het nieuwe beleid nodig zijn. Door samenwerking kunnen we de grote problemen beter het hoofd bieden en de veiligheid voor onze inwoners waarborgen.
Wij vestigen met dit manifest onze hoop op de minister, de staatssecretaris en het parlement om onze uitgestoken hand aan te pakken en samen de vastlopende weg te verlaten en met ons een nieuw pad te kiezen.
De initiatiefnemers,
Paul Depla, burgemeester van de gemeente Heerlen
Victor Everhardt, wethouder van de gemeente Utrecht
Rob van Gijzel, burgemeester van de gemeente Eindhoven
Toelichting
1. De volksgezondheid centraal
In het Nederlandse drugsbeleid speelt de volksgezondheid een belangrijke rol. De pijlers zijn het voorkomen van gezondheidsschade voor de circa 450.000 gebruikers van cannabis in Nederland, waar nodig zorg bieden aan personen die afhankelijk zijn geworden van cannabis en het voorkomen en aanpakken van drugsgerelateerde overlast en criminaliteit. Dat was al zo in 1976. En dat is nog steeds het geval. De minister bevestigde dit onlangs in de Kamerbehandeling van de hoofdlijnenbrief drugs in 2012.
Het huidige gedoogbeleid hinkt echter op twee benen: de minister en staatssecretaris gedogen de verkoop van softdrugs, maar de gezondheid van de cannabisgebruiker wordt niet beschermd. Het ontbreekt aan elke vorm van controle of toezicht op het productieproces. Dit terwijl de kwaliteit van het eindproduct wordt bepaald door de wijze van teelt van dit natuurproduct. De wijze van telen bepaalt de samenstelling, hetgeen van invloed is op het THC-gehalte. De mate van schadelijkheid is ook direct afhankelijk van de gebruikte pesticiden en bestrijdingsmiddelen en de snelheid van het drogingproces. De gevaren die dit oplevert voor de gezondheid van de gebruiker zijn zo groot dat het onverantwoord is om de teelt in criminele handen te laten.
Wij pleiten voor toezicht en controle op de samenstelling en de kwaliteit van cannabis, zodat risico’s voor de volksgezondheid beheersbaar worden. Teelt door bijvoorbeeld gecertificeerde kwekers onder toezicht van de overheid, zoals nu al het geval is bij de productie van cannabis voor medicinale doeleinden, biedt goede garanties hiervoor. Bovendien sluit het aan bij de wens van de minister en de Tweede Kamer om sterke wiet te weren uit coffeeshops. Daarbij gaat het niet alleen om de controle op het zogenaamde THCpercentage, maar ook om de verhouding tussen het percentage THC en andere bestanddelen zoals CBD, die tezamen bepalend zijn voor het effect van cannabis op de gebruiker (de sterkte van het cannabisproduct). Aanvullend wetenschappelijk onderzoek op dit gebied is noodzakelijk, omdat er op dit moment nog te weinig bekend is over de werkzame stoffen en hoe zij zich verhouden tot elkaar. Op basis van de uitkomsten moeten er eisen gesteld worden aan de sterkte van het cannabisproduct. Een beter zicht op de kwaliteit en samenstelling van de cannabis draagt ook bij aan betere mogelijkheden om vanuit preventie en voorlichting de gezondheidsschade van cannabis bij gebruikers te voorkomen. Dit zien wij als een belangrijk bijkomend effect van certificering en regulering van de cannabisteelt.
2. Verbetering van de veiligheid in wijken
Er zijn naar schatting 30.000 illegale hennepkwekerijen in Nederland. Dit aantal blijft onveranderd hoog, ondanks dat er de afgelopen vijf jaar ongeveer 25.000 plantages ontmanteld zijn. In vrijwel alle gevallen is sprake van brandgevaarlijke situaties vanwege illegaal aftappen van energie. Met dit illegaal aftappen wordt jaarlijks één miljard kWU gestolen van energieleveranciers, ofwel € 180 miljoen. Daarnaast is ongeveer één op de vier branden in de binnensteden hennepgerelateerd (aldus de Bond van Verzekeraars). Als daarbij risico’s op wateroverlast, verspreiding van legionella en stank- en geluidsoverlast worden opgeteld, dan is overduidelijk dat bewoners, handhavers en hulpverleners blootstaan aan grote veiligheids- en gezondheidsrisico’s. Door de regulering van cannabisteelt krijgen de gemeenten de mogelijkheden om de veiligheid van de woonwijken aanzienlijk te verbeteren.
3. Een versterkte aanpak van de georganiseerde criminaliteit
Geen illegale kwekerij staat op zichzelf. De binnenlandse cannabismarkt is merendeels in handen van de georganiseerde criminaliteit. Criminele samenwerkingsverbanden bevoorraden de coffeeshops die al dan niet gedwongen hun productie aan de achterdeur afnemen. Kleine criminelen en soms zelfs illegalen worden ingezet voor de bewaking van een kwekerij. Zij lopen de risico’s, niet de grote jongens. De criminele winsten worden geïnvesteerd in vastgoed en andere luxe goederen. De georganiseerde cannabisteelt is ondermijnend voor de Nederlandse samenleving.
De afgelopen jaren vonden er diverse liquidaties plaats die direct zijn te relateren aan de illegale handel in en teelt van cannabis. Wij pleiten voor de regulering van cannabisteelt zodat de binnenlandse markt beheersbaar en transparanter wordt en de invloed van de georganiseerde criminaliteit afneemt. Dit moet hand in hand gaan met strengere strafvervolging van de overgebleven illegale kwekers (buitenlandse markt). Door de scheiding tussen gereguleerde teelt enerzijds en illegale teelt anderzijds verliezen criminele organisaties hun thuismarkt. Met een verscherpte aanpak van de illegale teelt zal deze teelt zich ook naar de afzetmarkt -het buitenland- verplaatsen.
Wij constateren dat het huidige beleid van de minister een onevenredig groot beslag legt op politie en OM. Op dit moment wordt 77 procent van de vervolgingscapaciteit ingezet op drugsgerelateerde zaken. Dat is ongekend veel; andere belangrijke zaken kunnen daardoor slechts beperkt worden opgepakt. Het scheiden van een gereguleerde markt en een criminele markt is nodig. Dit biedt de mogelijkheden om de opsporingscapaciteit te richten op de leden van criminele samenwerkingsverbanden, die nu makkelijk buiten schot blijven. Temeer omdat zij de kleine telers alle risico’s laten lopen. In de Kamerbrief geeft de minister aan dat regulering geen oplossing biedt en dat 80 procent van de cannabisproductie bedoeld is voor de export. Wij zetten hier vraagtekens bij aangezien andere onderzoeken uitwijzen dat dit percentage veel lager ligt. Hoe dan ook erkennen wij dat een deel van de productie gericht is op de export, maar wij zijn tegelijkertijd van mening dat regulering de transparantie en de beheersbaarheid van de binnenlandse cannabismarkt ten goede komt. Dat is in het belang van de gebruikers en de coffeeshophouders en komt ten goede aan de veiligheid in de stad.
Noot:
[1]: Memorandum for all United States Attorneys, August 29, 2013 from James Cole Deputy Attorney General,
‘Guidance Regarding Marijuana Enforcement.’