Bron: Villamedia.nl
23 mei 2011
Derrick Bergman*
Als het om cannabis gaat verzaken Nederlandse journalisten structureel hun taak: het controleren en kritisch volgen van de macht en het toepassen van wederhoor. Zou dat komen omdat zoveel journalisten alcoholverslaafd zijn?, vraagt Derrick Bergman zich af.
Vrijwel dagelijks berichten de media over cannabis en coffeeshops. Elke opgerolde wietkwekerij krijgt een een-kolommertje en elke politicus of politieman die iets te melden heeft over cannabis vindt een luisterend oor. Het controleren van beweringen of het toepassen van wederhoor wordt daarbij steeds zeldzamer. Hoe vaak hebben we niet gehoord en gelezen dat ‘tachtig tot negentig procent van de Nederlandse wiet voor de export bestemd is’? Deze volkomen uit de lucht gegrepen schatting is afkomstig van Max Daniel, voormalig hoofd van de Taskforce Opsporing Georganiseerde Hennepteelt. Dezelfde Daniel beweerde jarenlang dat alle Nederlandse wietkwekerijen samen de oppervlakte van de provincie Utrecht overtreffen.
Dit soort bizarre claims wordt klakkeloos overgenomen. Nooit stelt een journalist de voor de hand liggende vraag naar welke landen al die Nederlandse wiet wordt geëxporteerd. Anno 2011 wordt namelijk in heel Europa wiet geteeld; een Engelse politieman verklaarde onlangs op de BBC dat zijn land volledig zelfvoorzienend is geworden en geen gram wiet meer hoeft te importeren. Nog belangrijker is het gegeven dat zolang cannabisteelt verboden is, niemand ook maar bij benadering weet hoeveel wiet er hier wordt gekweekt, laat staan welk deel daarvan bestemd is voor export. Iets soortgelijks geldt voor het THC-percentage in Nederwiet. Al jaren melden de media dat dit percentage blijft stijgen. Wat zijn de feiten? Elk jaar koopt het Trimbos Instituut wiet bij vijftig coffeeshops. Vanaf 2004 daalt het THC-percentage van deze samples gestaag; alleen bij de meest recente meting was -voor het eerst in zes jaar- een lichte stijging waarneembaar.
Elk jaar vijftig coffeeshops testen betekent dat het dertien jaar duurt voordat alle shops aan de beurt zijn geweest. Daar komt bij dat THC slechts één van de ruim zestig cannabinoïden in cannabis is. Recent wetenschappelijk onderzoek laat zien dat de rol van cannabidiol (CBD) bij het effect van cannabis altijd is onderschat. Psychotische en andere problematische reacties bij een klein deel van de overmatige cannabisgebruikers worden niet zozeer veroorzaakt door een hoog THC-gehalte, maar door een laag CBD-gehalte. Daarom adviseert het Trimbos Instituut jongeren sinds een tijdje hasj te roken in plaats van wiet; in hasj zit doorgaans meer CBD. Deze materie is duidelijk te ingewikkeld voor de gemiddelde Nederlandse journalist. Als een politicus voor de zoveelste keer zegt dat er tegenwoordig zoveel THC in wiet zit, ‘dat het een hard drug is geworden’, wordt dat zonder enige kritische noot opgeschreven of uitgezonden.
Dat media regelrechte censuur toepassen als het onderwerp cannabis is, bleek toen ik onlangs werd geïnterviewd voor het weekblad Margriet. Het gesprek ging over de manier waarop ik met cannabis omga, met name in relatie met mijn drie zonen. De fotosessie duurde een halve dag, de journaliste stuurde de tekst keurig voor publicatie toe. Een tijdje later mailde ze: ‘Slecht nieuws: de hoofdredacteur van Margriet heeft besloten mijn interview met jou uit het artikel over blowen te halen. Ze is van mening dat het portret teveel pr is voor cannabisgebruik. Ik heb protest aangetekend uiteraard, maar dit mocht niet baten.’ Zo gaat dat dus. Iemand die volledig functioneert als vader, echtgenoot en werkende burger, maar wel dagelijks blowt: daar mag niet over geschreven worden.
Op 8 mei vond in Amsterdam de derde Cannabis Bevrijdingsdag plaats: ruim 4000 mensen protesteerden in het Westerpark tegen repressie, betutteling en de wietpas en vóór het recht op roes. Er waren optredens van bekende artiesten als Def P en Ziggi Recado (een dag later te zien bij De Wereld Draait Door), nationale en internationale sprekers, een hennepmarkt en een Cannabis Filmfestival. Geen enkele krant heeft er ook maar een regel aan gewijd. Pownews draaide een kenmerkend flauw itempje en AT5 kwam even langs. Eigenlijk maakte alleen Radio Nederland Wereldomroep een fatsoenlijke reportage. En dat was dan nog een flinke publicitaire oogst vergeleken met de aandacht voor het derde Cannabis Tribunaal in Den Haag, acht dagen later. Aantal journalisten in studio Dudok: nul.
Dat kwam niet omdat ze niet uitgenodigd waren: ruim tevoren zijn tientallen dozen verstuurd naar de belangrijkste media, met uitputtende informatie over Cannabis Bevrijdingsdag en het Cannabis Tribunaal. Bij de eerste edities van het Tribunaal, in 2008 en 2010, schitterde het journaille ook door afwezigheid. Zo misten de media de historische laatste speech van professor Louk Hulsman (1923-2009), dé grondlegger van ons wereldberoemde gedoogbeleid. Twee maanden later overleed Hulsman, een internationale autoriteit op het gebied van strafrecht. Nog nieuwswaardiger was het Cannabis Tribunaal van 2010, waar voormalig minister president Dries van Agt en huidig minister Leers erudiete pleidooien hielden voor regulering van cannabis en tegen de waanzin van war on weed. Alleen De Pers publiceerde een kort verslag van deze editie, waaraan ook huidig staatssecretaris Fred Teeven deelnam.
Het derde Cannabis Tribunaal, op 16 mei j.l., bracht opnieuw sleutelfiguren uit de cannabiswereld, topdeskundigen en politici bijeen. Bijvoorbeeld de Maastrichtse coffeeshophouder Marc Josemans, wiens proces over de wietpas bepalend zal zijn voor de toekomst van onze coffeeshops. Begin dit jaar ontstond een mediahype over de zogenaamde ‘Brabantse wiet-oorlog’, waarbij de media traditiegetrouw vooral opgewonden politici en politiemensen voor het voetlicht brachten. Bij het derde Cannabis Tribunaal sprak de eigenaresse van de Eindhovens oudste en grootste coffeeshop Pink, die landelijk bekend werd nadat de politie er naar eigen zeggen 164 kilo cannabis aantrof. Dat bericht haalde alle media; voor het verhaal van de betrokkene zelf kwam geen journalist opdagen.
Tijdens het slotdebat verklaarde Lea Bouwmeester, PvdA-woordvoerder drugsbeleid in de Tweede Kamer: ‘Feiten spelen geen enkele rol in de discussie, het gaat alleen maar over emotie.’
Bouwmeester doelde op politici, maar voor journalisten geldt helaas hetzelfde. Vooroordelen, clichés en keiharde onwaarheden domineren de berichtgeving over cannabis. Dat geldt niet alleen voor de Telegraaf, maar evenzeer voor de Volkskrant, die niet zo lang geleden meldde dat bij de wietteelt massaal ‘Vietnamese kindslaven’ worden ingezet. Een redacteur van Nieuwsuur liet eens weten dat hij alleen aandacht aan het Cannabis Tribunaal wilde besteden, als de organiserende Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod zou regelen dat hij bij ‘een grote criminele kweker’ kon filmen. Dat elke kweker – of hij nu 3 of 3000 planten teelt – ‘crimineel’ is zolang cannabisteelt wettelijk verboden is, dat ging hem boven de pet.
Na het jarenlang roeptoeteren van his masters voice zou het de Nederlandse journalistiek sieren hun taak eens serieus te nemen en de macht te controleren in plaats van te faciliteren. Zelf schrijf ik als journalist sinds 1994 over cannabis. Sinds 2009 ben ik daarnaast woordvoerder en webmaster van de Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod. De schaamte over het falen van mijn beroepsgroep is sindsdien alleen maar toegenomen. Waar zijn de verhalen over het onderzoek naar cannabis als geneesmiddel tegen kanker of over de antipsychotische eigenschappen van cannabidiol? Waar zijn de reportages over de honderden Cannabis Social Clubs in Spanje, over decriminalisering in Tsjechië, Portugal, Zuid-Amerika en België? Hoeveel journalisten weten überhaupt dat Belgen sinds 2005 het wettelijke recht hebben één cannabisplant te bezitten, die dus niet zoals in Nederland op elk moment in beslag genomen mag worden?
Die verhalen zijn er wel, maar alleen in buitenlandse media. In Nederland lezen en zien we slechts dat minister Opstelten weer iets keihard aan gaat pakken en dat de zoveelste kwekerij is opgerold. Elke talkshow heeft Yoram Stein te gast gehad, auteur van een boekje over zijn ‘cannabisverslaving’. En ook Bram Bakker, zelfverklaard verslavingsdeskundige, mag overal vertellen dat cannabis de ‘gevaarlijkste drug is die er bestaat’. Dat de man zijn brood verdient met de peperdure behandeling van ‘cannabisverslaafden’ mag de pret niet drukken. Wie nagaat hoeveel mensen daadwerkelijk in de problemen komen door cannabis komt uit op een aantal van zo’n 3000. Tragisch, maar toch staat dit cijfer in schril contrast met het aantal probleemgebruikers van alcohol: 800.000, volgens een advertentie van de firma Heineken.
Maar ja, drinken is normaal. Stoer zelfs. Het portret van Parool-hoofdredactrice Barbara van Beukering in Villamedia 10 was in dat opzicht even onthullend als ontluisterend. Fragment: ‘Nog een veelgehoorde opmerking: “Ze kan drinken als een kerel!” Er klinkt steevast bewondering in door. ‘Ze drinkt ons onder tafel’, zeggen doorgewinterde “gebruikers”.’ Hoe zou het toch komen dat het woord ‘gebruikers’ nooit tussen aanhalingstekens staat als het over cannabis gaat?
*De auteur is journalist, fotograaf en woordvoerder van de Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod