Bron: De Pers, Nederland
22 januari 2008
Door: Ana Karadarevic
Coffeeshops moeten worden onderscheiden voor het sociaal innovatieve werk dat ze doen. Ze leiden het drugsgebruik in goede banen, zegt Egbert Tellegen.
Schrijver Egbert Tellegen presenteert zijn boek “Het utopisme van de drugsbestrijding” vandaag in Den Haag, waar de Kamer volgende week zal debatteren over het Nederlandse drugsbeleid.
De schrijver roemt de Nederlandse coffeeshop. Omdat cannabis er legaal wordt verkocht, zijn er weinig verslaafden en vallen er minder dodelijke slachtoffers. Bovendien worden jongeren onder de achttien jaar buiten de deur gehouden. Om maar enkele voorbeelden te noemen.
Maar, zegt Tellegen, in plaats van die positieve gevolgen te erkennen, breekt de Nederlandse overheid het drugsbeleid af. Smartshops moeten sluiten, paddo’s worden verboden. Tellegen: ‘Overheidsnota’s over het Nederlandse drugsbeleid beginnen positief. Zo zijn er vergeleken met andere landen weinig drugsgebruikers en verslaafden. Maar dan komen de moraalridders om de hoek die zeggen: ‘Drugs gebruiken deugt niet!’.’
‘Drugsbeleid moet niet in het teken staan van normen en waarden, maar van risicobeperking. Hoe voorkom je dat mensen te veel gebruiken en zichzelf te gronde richten?’
Tellegen is tegen drugsbestrijding omdat het doel, drugs uitbannen, niet haalbaar is. ‘Zelfs onze voorouders, de jagers en verzamelaars, namen geestverruimende middelen in.’ Bovendien vindt hij drugsgebruik niet moreel verwerpelijk. En het is niet zo slecht als drankmisbruik. ‘Een drankverslaving heeft ernstiger gevolgen voor je lichaam dan een heroïneverslaving, volgens deskundigen.’
Waarom overheden dan toch drugs bestrijden? ‘Zij hebben er alle belang bij om mensen rustig en tevreden te houden. Als mensen drugs gebruiken, stellen ze zich open voor andere ervaringen en verandert zelfs hun manier van denken. Daardoor zouden ze wel eens kritisch kunnen gaan kijken naar de overheid.’
Tellegen is van oorsprong socioloog en milieukundige, zijn belangstelling voor het drugsbeleid is persoonlijker van aard. In de jaren zeventig was hij actief voor onder meer Release, een organisatie die zich bijvoorbeeld inzette voor abortus. ‘Ik ben heel gevoelig voor repressie van persoonlijke ervaringen door machthebbers. De beslissing om in een bepaalde gemoedstoestand te komen is een beslissing van het individu.’
Lees ook: