De oorlog tegen papaver lukt, maar cannabis gedijt goed in een Afghaanse provincie
Bron:
[New York Times
>http://www.nytimes.com/2007/11/04/world/asia/04cannabis.html], 4 november 2007
Date: November 4 2007
KHWAJA GHOLAK, Afghanistan – In de toenemende frustratie over de strijd tegen verdovende middelen in Aghanistan, wordt de provincie Balkh ingehaald als het zeldzame succesvolle lichtpunt.
Twee jaar geleden was heel de provincie die grenst aan Oezbekistan en Tadjikistan bedekt met papavers – ongeveer 27.000 are, bijna genoeg om de oppervlakte van Manhattan 2 keer te beplanten. Na een intense anti-papavercampagne van de gouverneur, hebben de boeren van Balkh het gewas opgegeven. De provincie werd met 12 andere provincies papavervrij verklaard. De provinciale overheid werd een beloning van miljoenen dollars ontwikkelingshulp beloofd.
Maar tijdens de vieringen ging men voorbij aan het feit dat veel boeren in Balkh gewoon overschakelden van papaver naar een ander illegaal gewas: cannabis, het kruid waaruit marihuana en hash worden gewonnen.
Terwijl de Afghaanse en westerse regeringen zich concentreerden op het probleem van de explosieve opiumproductie, die nog steeds recordoogsten oplevert en een groeiende industrie blijft, verhoogde de cannabiskweek met 40% in het hele land tot ongeveer 173.000 are (vorig jaar nog 123.500 are) volgens een VN-rapport van augustus. Ondanks het feit dat cannabis per gewicht minder kost dan opium of heroïne, kunnen boeren er volgens het rapport mogelijk meer aan verdienen omdat het een dubbele hoeveelheid drugs per are oplevert en goedkoper en minder arbeidsintensief te kweken is.
“Bijgevolg,” waarschuwt het VN-rapport, “zouden boeren die geen papaver kweken wel eens kunnen overschakelen op cannabis.”
Veel boeren in Balkh hebben precies dat gedaan, bevestigen beleidsvoerders en de plaatselijke bevolking. De provincie heeft nu één van de meest overvloedige cannabisoogsten in het land.
De plant is zeker niet moeilijk te vinden. Ze staat naast de belangrijkste hoofdwegen die leiden naar Mazar-i-Sharif, de provinciehoofdstad, en zijn zichtbaar voor passerende chauffeurs. Het belangrijkste bijproduct, hash, wordt openlijk verkocht in verschillende fruit- en groentekraampjes naast de wegen, vooral rond de oude citadelstad Balkh, 25 kilometer ten westen van Mazar-i-Sharif.
Muhammad Ayud (30), een vriendelijke wissellandbouwer, maakt een einde aan de werkdag op een oktober namiddag. Hij werkt op een perceel van 3 are in zijn arm dorpje niet ver van de stad Balkh. Zijn veld staat vol met een cannabiswoud, met planten tot 3 meter hoog.
“Dat is nog niets,” zegt hij terwijl hij naar de hoge planten wijst. “Als je echte meststoffen zou gebruiken, zou je ze pas echt hoog zien worden.”
Vorig jaar was mr. Ayud’s veld vooral begroeid met papaver. Maar zijn planten werden vernietigd door overheidsambtenaren bij een campagne geleid door de provinciegouverneur, Atta Mohammad Noor, die dozijnen kwekers liet opsluiten omdat ze hem niet gehoorzaamden en hij waadde al meermaals persoonlijk door een papaverveld met een stok om de stengels van de bloemen te breken.
Meneer Ayud, één van de twee broodverdieners van een 16 koppige familie, verloor het grootste deel van zijn inkomen dat jaar. Volgens Ayud ongeveer $1.000,-.
Dit jaar kweekte hij cannabis in de plaats van papaver, met daarbij een beetje katoen als reddingsboei voor het geval de regering haar belofte om het illegale gewas uit te roeien, zou nakomen. Ayud zei dat dit een terugkeer was naar een oude familietraditie. Zijn vader en grootvader kweekten hier ook al cannabis.
Meneer Ayud zei dat hij wist dat cannabis kweken illegaal was, maar cannabis was het enige gewas dat genoeg winst zou opleveren om de familie van eten te voorzien. “Ik heb niets anders om te kweken,” voegde hij daaraan toe. Het verschil in mogelijke opbrengsten is groot: cannabis kan 2 keer zoveel opleveren als een legaal gewas zoals katoen, volgens lokale vertegenwoordigers.
In deze streek kweken boeren al meer dan 70 jaar cannabis. Volgens sommige inwoners van Balkh rookt minstens de helft van de mannelijke bevolking hash. De harsachtige, prikkelende en zwarte hash wordt verkocht in handgrote plakjes die wat lijken op grote rubberbandstickers en ze kosten ongeveer 1 dollar. Hash van dit gebied – bekend als Shirak-i-Mazar of Melk van Mazar – werd geloofd door rokers van over de hele wereld, hoewel zijn koppositie ondertussen is ingenomen door soorten van andere landen.
Veel boeren van de streek, en elders in Afghanistan, verwerken de cannabis zelf tot hash. De hash wordt dan verkocht aan smokkelaars die de hash aan de deur ophalen. De beste hash wordt geëxporteerd, volgens de plaatselijke bewoners. De minder kwalitatieve hash wordt nationaal verbruikt.
Meneer Atta beweert dat hij een plan heeft om volgend kweekseizoen de cannabis uit te roeien. Boeren zijn nu begonnen met de oogst van dit jaar, en ambtenaren willen de boeren hun inkomensbron niet afnemen, zonder hen de tijd te geven een alternatief te verbouwen.
“Marihuana is niet moeilijk onder controle te krijgen, zeker niet in vergelijking met papaver,” verklaarde de gouverneur tijdens een interview in zijn uitgestrekt en weelderig bureau in Mazar-i- Sharif. “Het is makkelijk uit te roeien. Het is een simpele zaak.”
Maar meneer Atta wacht nog steeds op het ontwikkelingsgeld dat de centrale regering en de internationale gemeenschap beloofden aan Balkh in ruil voor het verwijderen van de papaverkweek. Het geld – volgens hem 5 miljoen dollar, volgens regeringsfunctionarissen dichter bij 3 miljoen dollar – is voorbehouden voor verschillende projecten waaronder landelijke ontwikkelingsprogramma’s om alternatieven voor papaver en cannabis te promoten.
Meneer Atta waarschuwde dat hij niet kon garanderen dat boeren papaverkweek zouden blijven vermijden, als het geld niet onmiddellijk werd vrijgegeven,
“Het is de verantwoordelijkheid van de centrale regering en de internationale gemeenschap om het leven van de boeren te verbeteren, en dat doen ze niet,” aldus Atta. “Wel, wij zullen ons best blijven doen om hen af te houden van de papaverkweek, maar dat gaat zo wel problemen veroorzaken.”
Veel boeren rond de stad Balkh denken dat cannabis afzweren veel moeilijker kan zijn dan papaver afzweren. Volgens hen zijn cannabis en hash niet alleen een integraal deel van hun gewoonten, maar zijn er ook geen echt renderende alternatieven.
De boeren zouden enkel stoppen met cannabiskweek als de overheid een andere inkomstenbron kan organiseren, of de markt voor legale gewassen drastisch verbetert.
“Als de overheid de boeren in de toekomst echt helpt, zullen wij al de papaver en cannabis vernietigen,” zegt Hoshdel (40) een doorwinterde boer in Khwaja Gholak met 9 kinderen. “Als ze ons niet helpen, zweer ik dat ik de planten zal blijven kweken.”