23 november 2007
Door Dorian L Jones
Volgens het VN bureau voor Drugs en Misdaad heeft de opiumproductie in Afghanistan dit jaar een recordhoogte bereikt. Ondanks intensieve inspanningen van de Afghaanse regering gesteund door NATO troepen om de opiumproductie terug te dringen, blijft het land wereldwijd de grootste producent van illegale opium, die dikwijls als heroïne terechtkomt op de Europese straten.
Dertig jaar geleden werd Turkije ook verweten het centrum te zijn van de illegale wereld opiumproductie. Vandaag kweekt het land onder strikte overheidscontrole de helft van ‘s werelds legaal gekweekte opium.
De provincie Afyon (een naam afgeleid van het Turks voor “opium”) in West-Turkije is al 3.000 jaar het centrum van Turkije’s opiumkweek. Er zijn zelfs oude Hittittische munten gevonden met de afbeelding van een papaver.
Als je in de oogsttijd door de streek reist, zie je overal de opvallende witte en rose papavers. Opium wordt twee keer per jaar geoogst in juli en november.
Op velden buiten het stadje Bolvadin kweekt de nu tachtigjarige, witharige, diepbruin gebrande Mohammed Dogan al vanaf zijn 10de verjaardag papavers.
“We kunnen dit product niet opgeven; het is een deel van ons leven. Mijn vader, mijn grootvader en zijn grootvader kweekten allemaal papaver. Ikzelf begon al als kind. Ik groeide op in de opiumvelden; het zit in mijn bloed. We gebruiken de papaver in ons voedsel, we gebruiken de olie om eten te bereiden, de stengels zijn voeder voor ons vee – daarom smaakt onze melk zo lekker. Opium is een deel van wie wij zijn,” vertelde Dogan aan ISN Security Watch.
Dogan krijgt het gezelschap van overheidsinspecteur Ilyas Mert, één van de ambtenaren verantwoordelijk voor de administratie, de controle, het kopen en verwerken van de Turkse opiumkweek. Elk jaar verdeeld de Toprak Mahsuller Ofis (De Turkse Graanraad) 70.000 hectaren voor papaverkweek onder de boeren.
Met zijn 30 jaar ervaring in de controle op de opiumproductie is ook Mert al een veteraan. Zorgvuldig controleert hij met zijn assistent of Dogan enkel opium kweekt op akkers die de overheid heeft toegewezen voor de productie. Mert kijkt ook of geen van de opiumbollen snijsporen vertoont waaruit de opiumpasta gewonnen wordt – een duidelijk aanwijzing voor illegale productie.
Nauwkeurig berekenen ze hoeveel opium het veld van Dogan zal opleveren. Als er verschillen worden vastgesteld met de uiteindelijk afgeleverde hoeveelheden, volgt er een onderzoek. Deze inspectie is één van de regelmatige inspecties van overheidsambtenaren en agenten.
“Als iemand de regels aan zijn laars lapt, wordt de hele familie uitgesloten (van de opiumkweek) voor de rest van hun leven. Iedereen die betrapt wordt in betrokkenheid bij heroïnehandel kijkt aan tegen een minimum gevangenisstraf van 20 jaar.”
“Maar de sleutel voor dit succes is de samenwerking met de lokale bevolking; al onze inspecties gebeuren samen met Muhtars (gerespecteerde ouderlingen uit de gemeenschap) die het gebied kennen. Dat is essentieel. Iedereen beseft dat de opiumproductie alleen kan slagen als er geen lekken zijn. Vertrouwen is onontbeerlijk,” vertelde Mert aan ISN Security Watch.
Het winnen van dat vertrouwen in binnen- en buitenland was een lange moeizame strijd voor Turkije. In 1971 beschuldigde Washington Ankara van laksheid bij de drugcontrole en beweerde dat 80% van de Amerikaanse straatheroïne afkomstig was van Turkije. Onder enorme druk nam de toenmalige Turkse regering de draconische stap naar een verbod op de gehele opiumproductie – een beslissing die bijna een miljoen mensen trof.
“Het was erg moeilijk voor de mensen hier, het was een verschrikkelijke tijd. We verloren niet alleen ons inkomen, maar ook onze cultuur, onze keuken, onze wereld was gebouwd rond die plant. (…) Naar die tijd willen we absoluut niet terug. Daarom werken we ook allemaal samen om dit te laten lukken. Natuurlijk zouden we, zoals elke boer, graag meer kweken, maar waarom zou ik riskeren dat ik en mijn familie voor de rest van ons leven uitgesloten worden? Iedereen begrijpt dat we samen moeten werken,” verklaart Ali, Dogan’s broer, aan ISN Security Watch.
Na sterke druk van mensen zoals de Dogan broers die uitmondde in wijdverspreide protestacties, werd het verbod terug opgeheven in 1974. Samen met nieuwe strikte controles, begon men ook met een radicale methode voor de verwerking van de papaver.
Op korte rijafstand van het veld van de Dogan broers ligt de grootste opiumfabriek van de wereld. Elk jaar verwerkt ze 22.000 ton papaver tot grondstof voor medische producten zoals morfine en codeïne. Rond het fabrieksterrein geldt een strikt veiligheidsbeleid, inclusief gewapende wachten, prikkeldraadversperringen en de modernste gesloten-circuit camerasystemen.
De fabriek is verdeeld in 3 sectoren waarbij de beveiliging stijgt bij elke sector. Om de zone binnen te mogen waar de opium uit de knoppen wordt gewonnen en opgeslagen, heb je speciale toestemming nodig van Ali Gevenkiris, hoofd over de Turkse opiumproductie. Hij zegt dat beveiliging overal aanwezig is en er wordt strikt gecontroleerd of er geen lekken zijn.
“Turkije is in deze een voorbeeld van het succesvol combineren van strikte controles en zeer strenge straffen met samenwerking met de bevolking. Het werkt,” vertelde Gevenkiris aan ISN Security Watch.
De sleutel van de strikte controle is de speciale methode om de opium uit de bolsters van de toppen te halen. De nieuwe verwerkingsmethode maakt het traditionele opium oogsten door het insnijden van de toppen om de witte pasta op te vangen dat vroeger altijd door de boeren zelf werd gedaan, overbodig. Aangesneden toppen zijn makkelijk te herkennen in de opium velden.
“De zeer strikte controles en dit speciale verwerkingsproces maken het zo goed als onmogelijk om illegaal opium te kweken,” zei Gevenkiris.
Door 24 uur per dag en zeven dagen op zeven te draaien, verwerkt de fabriek ongeveer de helft van de wereldvoorraad legaal geteelde papaver, waaruit zo’n 80 ton opium gewonnen wordt.
Door de Enkelevoudige VN conventie over verdovende middelen van 1961 krijgt Turkije jaarlijks een productiequota toegewezen samen met 6 andere hoofdproducenten (Spanje, Frankrijk, Hongarije, Australië en Indië). Gevenkiris zei dat ze makkelijk meer opium kunnen winnen uit minder toppen, maar de economische efficiëntie is helemaal geen prioriteit bij deze productie.
“In Turkije is het de bedoeling, zoals in India, om zoveel mogelijk boeren opium te laten kweken. In Europa en Australië wordt de opium gekweekt door grote bedrijven die geconcentreerde soorten papaver ontwikkelden waaruit ze veel meer opium kunnen winnen. Als wij dezelfde logica zouden volgen, zouden er minder boeren opium kunnen kweken. Ons doel is niet de winst, maar de boeren.”
Een model voor Afghanistan?
Deze Turkse aanpak wordt gezien als zo een groot succes dat professionelen uit de drugbestrijding in dit voorbeeld een oplossing zien voor de papaverkweek in Afghanistan.
De Senlis Council, een internationale denktank die zich specialiseert in veiligheids- en beleidszaken, schreef in een recent rapport, ook geciteerd door de British Daily Globe and Mail: “Er is nood aan de papaver en als de kweek fatsoenlijk gereguleerd wordt, kan de papaverkweek de verarmde Afghaanse boeren een legale bron van inkomsten verschaffen. Bovendien zullen de drugbaronnen en Taliban geraakt worden in hun voornaamste bron van inkomsten.”
Maar Gevenkiris is niet overtuigd en waarschuwt dat deze stap wel eens kan leiden tot een ineenstorting van de legale opiummarkt.
“De wereld produceert 400 ton legale opium per jaar, 50 ton meer dan de eigenlijke vraag. Dit jaar schat men de illegale productie van Afghanistan alleen op 600 ton. Als de productie in Afghanistan wordt gelegaliseerd dan zal de wereldmarkt overspoeld worden met opium en de prijzen zouden in elkaar zakken,” zei hij.
Gevenkiris zegt wel dat Turkije “de VN pogingen om op een veilige manier medische morfine te verdelen in de ontwikkelingslanden steunt (…), maar om dat probleem op te lossen moet er een wereldwijde strategie komen.”
Gepraat over wereldstrategieën en Afghanistan is niet besteed aan boeren zoals de Dogan broers die al uitkijken naar de oogsttijd. Mohammed Dogan geeft toe dat ze in het verleden meer verdienden omdat er minder controles waren. Hij erkent echter ook dat dat maar een kleine prijs is voor de zekerheid dat hij altijd papaver mag blijven kweken.
“Elke morgen als ik deze prachtige velden met papaverbloemen zie, verdwijnt al mijn stress en voel ik mij zo gelukkig. Het gaat niet alleen om geld, het is emotioneel heel belangrijk; ik kan niet overleven zonder dit te zien.”
Dit beleid brengt ook gevolgen mee voor de Turkse staat. De strikte controles zijn duur en kosten de overheid jaarlijks 4,1 miljoen euro, wat eigenlijk toch wel veel is gezien het land maar 20,5 miljoen euro verdient aan de verkoop op de wereldmarkt.
Eigenlijk maakt de Turkse opiumproductie jaar na jaar geen winst. Maar omdat bijna één miljoen mensen afhankelijk is van de opiumkweek, niet alleen voor het geld maar ook voor hun culturele identiteit, vinden de meeste Turken dat het overheidsgeld goed besteed is.
Dorian L. Jones is correspondent van ISN Security Watch in Istanboel. Hij bracht verslag uit over gebeurtenissen in Noord-Irak, Turkije en Cyprus. Hij is ook radio documentaire producent.