Boeren in de Libanese Bekaa vallei kweken meer marihuana nu regeringstroepen te druk bezig zijn met gewelddadige conflicten om hen tegen te houden.
Door: Nicholas Blanford, Correspondent van The Christian Science Monitor
Bron: Christian Science Monitor (US)
Bekaa vallei, Libanon – Ali plukt een twijgje van de cannabis sativa plant en ruikt goedkeurend aan de bladeren. Dit Libanees boerenveld met marihuana, een spat helder groen op de zonverbrande vlakten van de oost Libanese Bekaa vallei, zal ongeveer 15 kilogram cannabishars of hashish opleveren, die voor ongeveer $10.000 verkocht zal worden. Dat is veel meer dan dat hij ooit kan verdienen met een legaal gewas en dat met zeer weinig werk.
“Alles wat ik moet doen is: de zaden op de grond gooien, een beetje water geven, en dat is het zo wat”, zegt Ali, die voor de rest anoniem wil blijven. “Ik zou wel gek zijn om het [marihuana] niet te kweken.”
Het was een groei jaar voor de marihuanakweek in de Bekaa vallei. Volgens kwekers, het beste jaar sinds de “gouden jaren” van de Libanese burgeroorlog, toen marihuana en heroïne die hier gekweekt en verwerkt werd, de Europese en Amerikaanse markten overspoelde.
Hashish maken is illegaal in Libanon en sinds de jaren 90 vernietigde de politie gesteund door militairen met bulldozers de gewassen voor er geoogst kon worden. De boeren bleven berooid achter. Maar het mislukken van Verenigde Naties en regeringsprogramma’s om de overschakeling naar legale gewassen aan te moedigen, en daaraan gekoppeld de maandenlange politieke crisis, aftakelende economische perspectieven en een teer veiligheidsklimaat zet boeren er toe aan terug over te schakelen naar grootschalige marihuanakweek.
“Hoe slechter de veiligheidssituatie in Libanon, hoe meer we kunnen kweken”, zegt Ali.
Het risico waard, volgens de boeren.
Ondanks de dreiging van politieacties voor de vernietiging van de gewassen, beweren boeren dat de financiële opbrengsten het risico rechtvaardigen. Dit jaar hadden ze wel geluk. Het leger kon geen troepen missen om de politie invallen te ondersteunen, want tijdens het zomer kweekseizoen waren zij leverden zij slag met Islamistische militanten in een Palestijns vluchtelingenkamp in noord Libanon. Bovendien maakten de zwaarbewapende plaatselijke boeren de politie duidelijk dat zij weerstand zouden bieden als iemand hun gewassen probeerde te vernielen.
“We vertelden de politie dat voor elke [marihuana] plant die zij neerhalen, wij een politieman zouden doden,” verklaart Ibtissam, de vrouw van een marihuanaboer in het dorp Taraya.
De cannabiskweek heeft een lange geschiedenis in Libanon. Eeuwen verbouwen boeren al cannabis in de vruchtbare Bekaa vallei. Maar pas bij de Libanese burgeroorlog kwam de marihuana en papaverkweek pas echt van de grond. Op het eind van de jaren 80, stond de noordelijke Bekaa vallei vol met deze gewassen, die de lokale economie zo’n $500 miljoen opbracht. Dit was een hele hoop geld voor één van de armste districten van het land. Plaatselijke boeren groeiden uit tot multimiljonairs en drugbaronnen.
De grootste van hen allemaal was Jamil Hamieh, een eenvoudige boer uit Taraya die een fortuin vergaarde met de productie van cannabis en heroïne. Hij sloot deals met Columbiaanse drugbazen en de dons van de maffia. Hij kreeg hierdoor de twijfelachtige eer om de enige Libanees te worden op de VS lijst van belangrijke internationale drugkoningen.
Nu hij zich teruggetroken heeft uit de actieve drugproductie, leeft Hamieh in een tent met airconditioning en ontvangt zijn bezoekers met kleine kopjes bittere koffie.
“Niet de regering heeft mij uiteindelijk doen stoppen, maar ik was het gewoon beu altijd maar bedrogen te worden door al die buitenlandse zakenpartners waarmee ik te maken kreeg”, grinnikt hij.
Bij het einde van de burgeroorlog in 1990, lanceerde de Libanese regering een drugvernietigingsactie in samenwerking met het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP: United Nations Development Programme).
Aangemoedigd door de beloften van staatshulp en internationale fondsen, stopten de boeren met cannabis kweken en tegen 1994 verklaarde deze VN organisatie de Bekaa vallei drugvrij.
Maar de ontwikkelingsfondsen kwamen er nooit helemaal door. Van de $300 miljoen die de UNDP als noodzakelijk beschouwde voor de ontwikkeling van de Bekaa vallei zonder drugkweek, werd er maar $17 miljoen ontvangen tegen 2001.
Het programma verwaterde een jaar later helemaal. De UNDP zoekt nog altijd nieuwe manieren om boeren te overtuigen om alternatieve legale gewassen te kweken, zoals planten met medicinale kwaliteiten die verkocht kunnen worden aan farmaceutische bedrijven. De UNDP gaat ook een éénjarig pilootproject opstarten voor industriële hennepkweek. Industriële hennep is eigenlijk ook cannabis maar heeft geen verdovende eigenschappen.
“De boeren kunnen de vezels verkopen om geld te verdienen. Verschillende overzeese bedrijven zijn al geïnteresseerd”, volgens Edgar Chehab, het hoofd van de UNDP energie- en milieuafdeling in Libanon.
Het noorden van de Bekaa vallei – waar het merendeel van de marihuana wordt gekweekt – wordt gedomineerd door de militante Shiïtische Libanese Hezbollah partij. Hezbollah is officieel tegen de drugproductie, maar ze houden liever een oogje dicht voor de praktijken, dan de confrontatie met hun originele basis aan te gaan.
Inderdaad, Hezbollah heeft in het verleden al grensoverschrijdende drugsmokkelnetwerken tussen Libanon en Israël gesteund, waarbij ze verdovende middelen naar het zuiden lieten vloeien in ruil voor inlichtingen verzameld door Israëlische drugdealers.
Zal het plaatselijke druggebruik toenemen?
De belofte van makkelijk verdiend geld vertroebelt elke morele bezwaren die boeren zouden kunnen hebben tegen de productie van cannabis en hard drugs. Sommigen voelden zich wel ongemakkelijk bij het idee dat de huidige moeilijkheden om de drugs uit het land te smokkelen wel eens kunnen leiden tot een massale lokale verkoop en dat daardoor de drugverslaving in eigen land wel eens zou kunnen toenemen.
“Al de grenzen zijn potdicht, dus moeten we wel op de Libanese markt verkopen, want cannabis is maar 2 jaar houdbaar,” zegt Ahmad, een ex-marihuana boer en heroïne bereider.
Brigitte Khoury, een klinisch psycholoog en professor aan de Amerikaanse Univeriteit van Beiroet, zegt dat binnenlands druggebruik gelijk stijgt met de toenemende productie in Libanon. “Ik ben zeker dat er een evenredige stijging van het binnenlands druggebruik zal optreden, als het verbouwen van marihuana nog toeneemt,” volgens Ms. Khoury.