PADDO´S
een analyse en een plan van aanpak
Mei 2007
Naar aanleiding van een dodelijk ongeval van een Frans meisje dat in
schoolverband Amsterdam bezocht ontstond veel commotie in de media over
de gevaren van paddo’s, terwijl het op dat moment nog volstrekt
onduidelijk was of het meisje paddo’s had gebruikt.
De berichten leidden onder andere tot een discussie in de Tweede Kamer
met als resultaat dat een meerderheid een verbod op de verkoop van
paddo’s wenste. Op voorspraak van de minister van VWS koos de regering
voor een nieuw onderzoek naar de risico’s van paddo’s door het CAM, dat
al een aantal jaren eerder een risicoanalyse had opgesteld.
Het Adviesburo Drugs onderhoudt vanuit haar doelstellingen van
drugsmonitoring en gezondheidspreventie vanaf 1994 contacten met
smartshops in Nederland en heeft regelmatig overleg met de Vereniging
Landelijk Overleg Smartshops (VLOS) in het bijzonder over
gezondheidsgerelateerde onderwerpen.
Een incident met een zwerver op Schiphol, die na het eten van een
paddoreep uit een prullenbak eerste hulp nodig had (augustus 2006) was
voor het Adviesburo aanleiding om in overleg met de VLOS en de
Amsterdamse GGD actie te ondernemen om herhaling te voorkomen (zie
bijlage 1).
Hiervoor werd nagegaan of er ook in Amsterdam incidenten met paddorepen
hadden plaats gevonden. Uit de cijfers van de meldkamer van de
Amsterdamse ambulancediensten kwam echter een ander beeld naar voren:
een toename sinds 2005 van eerste hulp aan toeristen die paddo’s hadden
gebruikt. Nader onderzoek in andere steden wees uit dat dergelijke
problemen zich alleen in de Amsterdamse binnenstad voordoen en dan ook
nog alleen onder toeristen (uit de cijfers blijkt dat slechts
incidenteel een Nederlandse gebruiker een beroep doet op de ambulance).
Dit was voor de GGD en het Adviesburo aanleiding om een overleg te
starten met de eigenaren van smartshops in de Amsterdamse binnenstad om
meer inzicht te krijgen in het probleem en om uit te vinden hoe het
aantal verzoeken om eerste hulp teruggedrongen kan worden. De VLOS werd
verzocht hierbij aanwezig te zijn. Zowel het ministerie van VWS als het
Amsterdamse stadhuis werden over deze pragmatische aanpak ingelicht.
Tot op heden hebben er twee overleggen plaats gevonden, waarvan de
resultaten globaal beschreven staan in een notitie van het Adviesburo
(zie bijlage 2).
Om een zo breed mogelijk draagvlak te verkrijgen voor de voorstellen van
het Amsterdamse overleg organiseerde de VLOS een landelijke bijeenkomst
voor eigenaren van smartshops (leden en niet-leden). Na intensief
overleg op een druk bezochte bijeenkomst werden de voorstellen
goedgekeurd (zie bijlage 3). Ze kunnen dus rekenen op een breed
draagvlak in de branche en zijn met weinig moeite uitvoerbaar zonder
ingrijpende wijziging van het paddobeleid. De voorstellen spelen in op
de specifieke situatie van de Amsterdamse binnenstad en dragen
tegelijkertijd bij aan een verbetering van de voorlichting over paddo’s
en de professionalisering van het personeel van smartshops in heel
Nederland.
De markt van hallucinogenen
Gelet op de wens van een meerderheid in Tweede Kamer is het zinvol om
stil te staan bij de mogelijke gevolgen van een verbod op de verkoop van
paddo’s. Daarvoor is het van belang om eerst de belangrijkste kenmerken
te beschrijven van de markt van hallucinogenen waar paddo’s deel van
uitmaken.
· Gevarieerd aanbod van middelen: LSD, MDA, 2-CB, 2-CT-2, 2-CT-7, DMT,
psilocybine bevattende paddestoelen, mescaline bevattende cacteën en
zaden en bladeren van een heel arsenaal aan hallucinogene planten.
· Meerdere circuits voor de verkoop: smartshops en Internet (legale
plantaardige hallucinogenen) en het circuit van privé-adressen en
gebruikers onderling (LSD, MDA enz.).
· Gebruik: thuis of in de natuur. Lichte doseringen worden ook wel
gebruikt tijdens het uitgaan op privé-feesten of party’s.
Het is duidelijk dat op deze markt een grote verscheidenheid aan
middelen in omloop is met verschillen in wettelijke status, uiterlijk,
wijze van gebruik en verkoopcircuits. Daarnaast valt het volgende op.
· Het aantal gebruikers van hallucinogenen is ten opzichte van die van
bijvoorbeeld cannabis en uitgaansdrugs beperkt.
· De frequentie van het gebruik is laag, wat grotendeels wordt verklaard
door de specifieke werking van hallucinogenen, waardoor de gebruiker
tijd nodig heeft om de opgedane, vaak intense ervaringen en indrukken te
verwerken. Bij velen blijft het gebruik bovendien beperkt tot een paar
keer.
· De gebruikers hebben bijna allemaal ervaring met andere middelen,
zoals cannabis en xtc.
· De markt van hallucinogenen is, met uitzondering van paddo’s die in
smartshops worden verkocht, een maatschappelijk onzichtbaar fenomeen.
· Van alle hallucinogenen worden paddo’s het meest gebruikt, vaak in
hoeveelheden die nauwelijks een echt hallucinogeen effect geven. Van de
ooit paddogebruikers stapt maar een klein deel over op andere,
krachtigere hallucinogenen.
· Gelet op de potentiële risico’s van hallucinogenen is het opvallend
hoe weinig problemen zich voordoen. Blijkbaar zijn gebruikers in staat
om op een verantwoorde manier met deze middelen om te gaan met een hoge
graad aan onderlinge zelfredzaamheid als zich toch problemen voordoen.
Een verbod op de verkoop van paddo’s.
Net zoals de andere drugsmarkten is ook die van hallucinogenen aan
veranderingen onderhevig. Allerlei maatschappelijke invloeden spelen een
rol waardoor plotselinge of geleidelijke veranderingen plaats vinden in
zowel het aanbod als de vraag naar middelen. Maar ook maatregelen van de
overheid hebben daar invloed op.
Het is daarom van belang om na te gaan wat de gevolgen van een verbod op
de verkoop van paddo’s zouden kunnen zijn.
Een dergelijk verbod zal in eerste instantie tot ongeloof en kwaadheid
leiden in de smartshopbranche omdat weer een product uit de schappen van
de smartshops verdwijnt. (De laatste jaren heeft de branche op
voorspraak van de Inspectie voor de Volksgezondheid van het ministerie
van VWS al veel zogenaamde smartproducten uit het assortiment moeten
halen). Ten aanzien van paddo’s zal de kwaadheid extra gevoed worden
omdat het verbod gebaseerd is op een enkel incident, terwijl de
Nationale Drugs Monitor al jaren niet of nauwelijks problemen signaleert
met het gebruik van paddo’s.
Een verbod op de verkoop van paddo’s zal niet leiden tot een afname van
de behoefte onder (potentiële) consumenten aan hallucinogene middelen.
Het verbod zal hoogstens tot gevolg hebben dat het gebruik van paddo’s
onder toeristen die Amsterdam aandoen grotendeels zal
verdwijnen. Dat geldt vooral voor diegenen die slechts een paar dagen
Amsterdam bezoeken en zich geen tijd en moeite getroosten om op een
andere manier dan via smartshops paddo’s
te kopen (het is onwaarschijnlijk dat een verbod op de verkoop van
paddo’s zal leiden tot straathandel in de Amsterdamse binnenstad).
Onder Nederlandse gebruikers zal een verbod leiden tot een geforceerde
keuze voor alternatieven die, zoals hiervoor is beschreven, ruimschoots
voor handen zijn: LSD papertrips of microdots en andere synthetische
hallucinogenen in tabletvorm, zoals MDA, 2-CB, 2-CT-2, 2-CT-7 en
mogelijk synthetische psilocybine.
Aan deze geforceerde overstap kleven een aantal nadelen:
· Er is geen of nauwelijks ervaring met het gebruik van deze
alternatieve hallucinogenen.
· Omdat de gebruiker het als een geforceerde keuze ervaart zal de
bereidheid om de noodzakelijke informatie over de risico’s van deze
middelen in te winnen gering zijn.
· De gebruiker is voor deze middelen aangewezen op het illegale
verkoopcircuit met alle nadelen van dien, zoals het ontbreken van
deugdelijke voorlichting en onzekerheid over wat er gekocht wordt en in
welke dosering (vooral als het om tabletten gaat).
· Door het verbod op paddo’s zal de productie van bovengenoemde middelen
toenemen met als risico dat die in tabletvorm onderdeel kunnen worden
van het vervuilde aanbod van xtc-tabletten.
Een deel van de gebruikers heeft een uitgesproken voorkeur voor
“natuurlijke” hallucinogene middelen. Het is onwaarschijnlijk dat zij
door het verbod over zullen stappen op de hierboven genoemde
synthetische middelen. Deze categorie gebruikers zal op zoek gaan naar
“natuurlijke” alternatieven, waarbij zich de volgende ontwikkelingen
kunnen voordoen:
· Gebruikers gaan de bossen in op zoek naar paddo’s met het risico van
het plukken van verkeerde, giftige paddestoelen (er zouden hierdoor in
Frankrijk doden zijn gevallen).
· Gebruikers gaan thuis paddo’s kweken met kweeksetjes.
· Uitwijken naar andere plantaardige hallucinogenen zoals peyote, san
pedro of diverse plantendelen of zaden met hallucinogene werking.
· Uitwijken naar extracten van hallucinogene plantendelen of zaden.
· Het is onwaarschijnlijk dat door het verbod de productie van paddo’s
helemaal stopt. De kweek van paddo’s zal ondergronds gaan met het risico
dat het eindproduct in gedroogde vorm “verstopt” op de markt komt in
chocoladerepen, honing of theezakjes met het risico dat het in verkeerde
handen terecht komt, bijvoorbeeld van kinderen.
· Net zoals bij de synthetische ontbreekt het bij de “natuurlijke”
hallucinogenen aan voorlichting over de werking, de risico’s en wat te
doen als iemand hulp nodige heeft. Het ontbreken van deze informatie zal
ten koste gaan van de redzaamheid onder gebruikers waardoor de kans op
een stijging van het aantal incidenten met het gebruik van
hallucinogenen eerder toe als af zal nemen.
Bijlage 1
Paddorepen
Signalering en aanpak
Een aantal weken geleden verschenen er berichten in de media over een
zwerver op Schiphol die in de problemen was gekomen na het eten van een
chocoladereep die hij uit een vuilnisbak
had opgevist. Uit onderzoek door het NFI bleek dat de reep paddo’s bevatte.
Aangezien dit niet op de verpakking wordt aangeduid kunnen deze repen
problemen veroorzaken. Een hallucinogeen effect bij iemand die daar niet
op rekent kan tot grote paniek leiden om over de risico’s voor kinderen
nog maar te zwijgen.
Het was voor het Adviesburo aanleiding om te proberen deze paddorepen
uit de roulatie te krijgen. In de tweede helft van de jaren negentig
heeft het Adviesburo hier ook al aandacht aan besteed.
Bij de opkomst van de smartshops kwamen in het kielzog van de verkoop
van paddo’s allerlei producten op de markt waar paddo’s in verwerkt
waren zoals paddo-honing, paddo-repen, paddo-lollies en paddo-ijsjes.
Het Adviesburo wees de smartshopbranche en de VLOS
(Vereniging Landelijk Overleg Smartshops) op de ongewenstheid van dit
soort producten.
De branche nam haar verantwoordelijkheid en haalde deze producten uit
het assortiment.
Na jarenlange procedures deed de Hoge Raad in 2002 een uitspraak over de
juridische status van paddo’s. Deze kwam er op neer dat bewerkte paddo’s
(waaronder ook gedroogde) onder de Opiumwet vallen . Daarmee werd de
productie en verkoop van bovengenoemde producten strafbaar.
In juni 2003 werd een reep aangeboden op het drugstestspreekuur van het
Adviesburo die paddo’s bevatte. Hoewel de aanleveraar vertelde dat de
reep niet in een smartshop was gekocht, wees het bureau de VLOS erop dat
er weer paddorepen in omloop waren.
Met het Schiphol-incident herhaalt zich de geschiedenis. Daarnaast wees
het DIMS het Adviesburo op een incident met paddorepen in Frankrijk,
waarbij een Amsterdamse coffeeshop als verkooppunt werd genoemd. Hoewel
deze informatie niet “hard” was heeft het Adviesburo naast de VLOS ook
de BCD (Bond van Cannabis Detaillisten) geïnformeerd over de incidenten
met paddorepen. Beide belangenverenigingen hebben via hun website een
dringende oproep gedaan naar hun achterban om zich niet met de verkoop
van paddorepen in te laten. Bovendien heeft de VLOS een open brief over
dit onderwerp geplaatst in het blad Essensie, dat veel gelezen wordt in
de coffee-, grow-, head- en smartshopwereld.
Om ook de niet-leden van de VLOS te bereiken hebben medewerkers van het
Adviesburo
diverse in aanmerking komende shops in de Amsterdamse binnenstad bezocht
om hen op de hoogte te brengen van het verbod op en de onwenselijkheid
van de verkoop van paddorepen.
Bovendien is de GGD geïnformeerd over het rouleren van paddorepen in
Amsterdam. Deze informatie is doorgegeven naar de meldkamer van de
ambulancediensten, zodat alert gereageerd kan worden bij incidenten.
Hopelijk draagt deze aanpak ertoe bij dat incidenten met paddorepen
afnemen en adequate hulp wordt geboden.
Stichting Adviesburo Drugs, september 2006
Bijlage 2
Toeristen en het gebruik van paddo’s
Naar aanleiding van een incident met een zwerver op Schiphol die zonder
het te weten een chocoladereep met paddo’s had opgegeten nam het
Adviesburo Drugs contact op met de GGD om de ambulancediensten te
informeren.
Om na te gaan of er zich ook in Amsterdam incidenten met paddorepen
hadden voorgedaan werden de gegevens van de ambulances over de afgelopen
jaren verzameld. Dat bleek niet het geval. Wel viel op dat vanaf 2004
het aantal incidenten met paddo’s waarvoor een ambulance uitreed,
gestegen was (tabel GGD bijlage 1). Op een enkele Nederlander na bleek
de ambulance vooral uit te rijden voor eerste hulp aan toeristen en
hoofdzakelijk in het weekend.
De GGD en het Adviesburo kozen ervoor om de smartshops uit de
Amsterdamse binnenstad in te schakelen om uit te vinden waarom juist
toeristen in de problemen komen en op welke
manier zij een bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van het
aantal incidenten.
De GGD nam contact op met het stadhuis, dat het betrekken van de
smartshops bij de aanpak van het probleem ondersteunde.
Om te benadrukken dat het hier om een typisch Amsterdams probleem gaat
en om de inbreng van de smartshops zo optimaal mogelijk te benutten werd
besloten geen verdere ruchtbaarheid aan dit probleem te geven. Het
Adviesburo nam contact op met de Vereniging Landelijk Overleg Smartshops
(VLOS) met het verzoek een bijeenkomst te organiseren met de Amsterdamse
smartshops. De voorzitter van de VLOS bood zijn medewerking aan.
Het overleg vond op 22 september plaats tussen de GGD, het bestuur van
de VLOS, enkele kwekers van paddo’s en veel eigenaren van Amsterdamse
smartshops waarbij het Adviesburo als gespreksleider optrad.
Deze notitie is bedoeld voor een tweede overleg tussen de GGD en de
smartshopbranche.
over hoe het aantal incidenten onder toeristen terug gedrongen kan worden.
In eerste instantie is het belangrijk om bij de tabel van de GGD een
aantal kanttekeningen te
plaatsen. Hoewel het aan exacte cijfers ontbreekt, blijft het aantal
incidenten gering ten opzichte van het totale gebruik van paddo’s onder
toeristen.
Daarnaast zijn er voldoende aanwijzingen dat de tabel een overtrokken
beeld geeft van het probleem. Op een enkele uitzondering na vindt de
eerste hulp aan toeristen plaats op straat of in een horecagelegenheid.
Uit de gegevens van de GGD valt niet af te leiden wie er voor eerste
hulp heeft gebeld. Het is aannemelijk dat dit in veel gevallen derden en
in de horeca eigenaren of personeel zullen zijn. De aanleiding om te
bellen kan dan eerder liggen op het terrein van overlast of verstoring
van de sfeer in een horecagelegenheid dan in de ernst van de situatie
voor de toerist. Dit wordt bevestigd door de gegevens van de GGD waaruit
blijkt dat in meer dan 50% van de gevallen de toerist op een zeer
eenvoudige manier ter plekke geholpen kan worden, bijvoorbeeld door
hem/haar gerust te stellen of te zorgen dat iemand met vrienden mee kan
naar een rustige plek.
Dit betekent echter niet dat het probleem niet serieus genomen moet worden.
Van belang is de vraag waarom op een enkele uitzondering na alleen
toeristen eerste hulp nodig hebben.
In de gesprekken met het Adviesburo wijzen de eigenaren van smartshops
erop dat bijna alle toeristen in groepsverband paddo’s kopen. De
eigenaren hebben de indruk dat er ook in groepsverband wordt gebruikt.
Het in groepsverband gebruiken komt overeen met hoe Nederlandse
consumenten paddo’s gebruiken. Dit betekent dat de omstandigheden
waaronder toeristen in Amsterdam paddo’s gebruiken slechter moeten zijn
dan die voor Nederlandse consumenten.
Het gebruik van paddo’s verlangt een rustige omgeving met zo weinig
mogelijk onverwachte invloeden van buitenaf. Dit betekent dat paddo’s
meestal met vrienden gebruikt worden en vooraf een geschikte omgeving
afgesproken wordt. Waar Nederlandse gebruikers over meerdere
mogelijkheden beschikken zoals thuis, bij vrienden, park, bos of strand,
zijn toeristen aangewezen op de Amsterdamse binnenstad, onrustige
straten en pleinen, kleine kamertjes in budgethotels of drukke café’s of
coffeeshops. In zo’n ongunstige omgeving neemt de kans toe dat een
toerist in de problemen komt door het gebruik van paddo’s. Het is dan
ook niet toevallig dat de eerste hulp aan toeristen op straat of in een
horecagelegenheid plaats vindt.
De incidenten doen zich vooral voor bij toeristen die maar een paar
dagen in Amsterdam zijn
en zoveel mogelijk gebruik willen maken van de geneugten van Amsterdam
zoals café’s coffeeshops, clubs en party’s ( voor zover de informatie
van de VLOS reikt zijn er geen berichten uit andere steden in Nederland
over toeristen die eerste hulp nodig hebben van de ambulance). Omdat dit
alles in zo’n korte tijd moet gebeuren worden er extra risico’s genomen
waarbij het gebruik van paddo’s net even te veel kan zijn.
Ook kan door de groepsdruk iemand die vermoeid is of niet lekker in z’n
vel zit toch besluiten om paddo’s te nemen met een grotere kans dat het
mis gaat.
Eigenaren van smartshops wijzen ook op het gecombineerde gebruik van
paddo’s met alcohol en/of cannabis dat bij toeristen veel meer voorkomt
dan bij Nederlanders.
De gegevens van de ambulances geven hierover geen uitsluitsel omdat
alleen het gebruik van paddo’s als oorzaak van de noodzaak van eerste
hulp wordt genoemd. Het is echter de vraag of deze gegevens volledig
zijn. Misschien worden paddo’s alleen genoemd omdat deze als laatste
gebruikt zijn of omdat je hiervan het meest in de war kan raken.
Waarom is er sinds 2004 sprake van een stijging van het aantal verzoeken
voor eerste hulp aan toeristen na het gebruik van paddo’s?
Deze stijging moet worden gezocht in een aantal algemene ontwikkelingen
van het toerisme naar Amsterdam. De ontspannen sfeer en het tolerante
klimaat van Amsterdam heeft al decennia lang een aantrekkingskracht op
toeristen. De binnenstad met bruine café’s, terrasjes en de Wallen kan
op een grote populariteit rekenen waarbij het vrijelijk kunnen roken van
cannabis in een coffeeshop voor tienduizenden toeristen van jong tot oud
als een unicum ervaren wordt. De laatste jaren zijn daar blijkbaar de
smartshops bijgekomen, waar paddo’s gekocht kunnen worden.
Daarnaast heeft het groepsreizen een grote vlucht genomen. Vanwege het
aanbod van goedkope all-in reizen houden groepen Engelsen, Italianen en
Spanjaarden uit alle lagen van de bevolking zich op in de binnenstad van
Amsterdam. Een groot deel van deze “nieuwe” categorie toeristen bevolken
nu ook de terrasjes, bezoeken de Wallen, roken een joint in de
coffeeshops en hebben de smartshops ontdekt.
De recente stijging van het aantal verzoeken voor eerste hulp kan
daarbij niet los gezien worden van de forse groei van het aantal
toeristen naar Nederland (bijlage 2), waarvan het overgrote deel een
aantal dagen Amsterdam aandoet.
In de gegevens van de GGD valt het hoge percentage Engelsen op (29%)
waar de ambulance voor uit moet rijden. Ook het relatief hoge percentage
Ieren (7%) is opmerkelijk. Dit hoge percentage kan het gevolg zijn van
dat veel van deze toeristen een aantal dagen naar Amsterdam komen,
waarvan een deel blijkbaar paddo’s gebruikt. Dit valt op te maken uit de
gesprekken met eigenaren van smartshops die erop wijzen dat relatief
veel Engelse toeristen paddo’s kopen. Zij wijzen er ook op dat veel
Italianen smartshops bezoeken die vooral interesse hebben in paddo’s met
een sterke werking. Dit is misschien de reden van het na Engelsen hoge
percentage Italiaanse toeristen waar een ambulance voor uit moet rijden.
Aanbevelingen.
Hoewel de stijging van het aantal verzoeken voor eerste hulp aan
toeristen in het juiste perspectief gezien moet worden en relatief laag
blijft is er voldoende aanleiding om een aantal preventieve maatregelen
te nemen.
Dit is niet alleen van belang om het aantal ritten te verlagen maar ook
om het imago in het buitenland van Amsterdam als “drugsstad” tegen te
gaan. Om af te kunnen wegen welke maatregelen effectief zijn is het van
belang meer gegevens te verzamelen over de aard van de problematiek. Het
verzamelen van informatie door het personeel van de ambulances over
welke middelen naast paddo’s een rol spelen waarom eerste hulp geboden
moet worden is hierbij een eerste stap.
Een gerichte aanpak is gebaat bij een actief betrekken van de
Amsterdamse smartshops. De smartshops spelen namelijk een sleutelrol in
de contacten met de toeristen die paddo’s willen gebruiken.
In het overleg van 22 september zijn een aantal suggesties geopperd over
de rol die smartshops kunnen spelen om het aantal incidenten terug te
dringen.
Één van de voorstellen is om naast de reguliere paddobakjes kleinere
porties op de markt te brengen speciaal voor toeristen. Deze suggestie
is gebaseerd op het gegeven dat toeristen de neiging hebben om de inhoud
van een bakje in één keer te gebruiken ( een deel van de inhoud voor
thuis bewaren wordt, gelet op de illegale status van paddo’s in het
eigen land, als te riskant beschouwd).
De gedachte achter dit voorstel is dat kleinere bakjes tot minder
problemen leiden. Bij nadere beschouwing kleeft aan dit voorstel het
nadeel dat dit drempelverlagend kan werken, terwijl een groot deel van
de toeristen toch de voorkeur blijft houden voor de reguliere paddobakjes.
Het is beter dat de smartshopbranche overeenstemming bereikt over de
aanbevolen dosering op de bakjes en over de rest aan productinformatie
en voorlichting over paddo’s, met name adviezen over de omstandigheden
waaronder paddo’s gebruikt kunnen worden.
Een andere suggestie die in het overleg naar voren kwam is het trainen
van het personeel van smartshops. Een aantal jaren geleden heeft de VLOS
een dergelijke cursus verzorgd waar veel belangstelling voor bestond.
Het strekt tot aanbeveling deze cursus opnieuw op te starten, waarbij er
apart aandacht besteed moet worden aan voorlichting aan toeristen die
paddo’s kopen.
Daarnaast is er een suggestie geopperd voor het verspreiden van
foldertjes over het gebruik en de risico’s van paddo’s via lowbudget
hotels en andere plekken waar toeristen komen. Het nadeel daarvan is dat
het nieuwsgierigheid kan opwekken bij toeristen die anders niet op de
gedachte zouden komen om in Amsterdam paddo’s te gebruiken. In plaats
daarvan is het het overwegen waard het (kader)personeel van lowbudget
hotels, café’s, coffeeshops en andere zogenaamde vindplaatsen voor
toeristen eerste hulp tips aan te reiken als zich in hun etablissement
incidenten voordoen rond het gebruik van paddo’s (deze tips kunnen
aangevuld worden hoe te reageren als een persoon teveel hasj of wiet
heeft gerookt).
Een ander idee is om via websites informatie te verspreiden over de
specifieke risico’s van het gebruiken van paddo’s in een vreemde stad,
in de publieke ruimte van drukke straten en of volle horecagelegenheden.
Via dergelijke informatie is het mogelijk om toeristen te informeren
voordat zij de reis naar Amsterdam aanvangen. De vraag is welke websites
daarvoor geschikt zijn.
Deze en eventuele andere suggesties vormen de basis voor een tweede
overleg tussen de VLOS, de Amsterdamse smartshops, het Adviesburo en de GGD.
Amsterdam, 7 november 2006 Stichting Adviesburo Drugs
Bijlage 3
Toeristen en eerste hulp bij problemen na gebruik van paddo’s
Een overzicht van de belangrijkste oorzaken waarom toeristen eerste hulp
nodig hebben na gebruik van paddo’s (bron: notitie GGD, notitie
Adviesburo Drugs, twee overleggen tussen beide organisaties, de VLOS en
eigenaren van smartshops in de Amsterdamse binnenstad en een speciaal
landelijk overleg van leden en niet-leden van de VLOS).
· Na onderzoek van de GGD blijkt dat het probleem zich alleen in
Amsterdam voordoet.
· De belangrijkste risicogroep vormen toeristen die slechts een paar
dagen Amsterdam bezoeken. De piek voor eerste hulp ligt op zaterdag- en
zondagavond in de directe omgeving van de belangrijkste
uitgaanskwartieren van Amsterdam.
· Het betreft vooral jong volwassen toeristen die in groepsverband een
paar dagen Amsterdam bezoeken, waarbij in het bijzonder Engelsen en
Italianen hulp nodig hebben.
· Blijkbaar is de binnenstad en dat Amsterdam slechts een paar dagen
bezocht wordt aanleiding dat een aantal toeristen eerste hulp nodig hebben.
· Er zijn sterke aanwijzingen dat degene waarvoor de ambulance nodig is,
naast paddo’s ook alcohol en/of cannabis gebruikt heeft (de
ambulancebroeders hebben gelet op de urgentie bij het verlenen van
eerste hulp geen tijd om hierover meer gegevens te verzamelen).
· De eerste hulp blijkt voor het overgrote deel te bestaan uit het
geruststellen van de betroffene en/of het instrueren van de
vriendenkring. De hulp in het ziekenhuis beperkt zich hoofdzakelijk tot
de eerste hulppost.
De stijging van het aantal incidenten in Amsterdam onder toeristen na
gebruik van paddo’s moet serieus genomen worden maar moet wel gezien
worden in relatie tot de toename van het aantal toeristen naar
Amsterdam, vooral jong volwassenen in groepsverband (in 2006 trok
Amsterdam 1,5 miljoen extra toeristen).
Aanbevelingen:
· Er is geen aanleiding voor een herijking van de gezondheidsrisico’s
van paddo’s (als paddo’s gevaarlijk zouden zijn dan zouden relatief meer
Nederlanders dan toeristen eerste hulp nodig hebben).
· Het Amsterdamse probleem van incidenten onder toeristen na gebruik van
paddo’s verlangt een Amsterdams antwoord ingebed binnen een landelijk
beleid.
· In navolging van de hasj/wietflyer voor coffeeshops strekt het tot
aanbeveling om een landelijke flyer op te stellen met tips voor
verantwoord gebruik van paddo’s.
· Een landelijke cursus: verantwoorde verkoop paddo’s en andere
psychoactieve stoffen voor het personeel van smartshops is aan te bevelen.
· Ten aanzien van Amsterdam is het te overwegen een beleid te
ontwikkelen van het beperken van het aantal verkooppunten van paddo’s.
april/mei 2007 Adviesburo Drugs
—