‘Straathandel drugs neemt weer toe’
Door Raymond de Frel, BN/DeStem
Zaterdag 16 juni 2007 – TERNEUZEN –
Het aantal drugsrunners in de gemeente Terneuzen neemt sinds de vervroegde sluitingstijd van koffieshop Checkpoint zienderogen toe. Dat stellen een aantal binnenstadbewoners en onafhankelijk gemeenteraadslid W. Broekhuysen.
Als reactie op een inval van justitie sluit Checkpoint sinds maandagavond zijn deuren drie uur eerder dan normaal. De andere Terneuzense koffieshop Miami doet vanaf aanstaande maandag hetzelfde. “Ik krijg signalen dat na de verminderde handel in Checkpoint de drugsrunners een gat in de markt hebben gevonden. Overal duiken ze weer op. Op het Veerplein, in de Zuidlandstraat, het is weer straathandel zoals vroeger. Ik kan niets bewijzen, maar ik vermoed dat er ook harddrugs in het spel zijn”, zegt Broekhuysen.
Raadslid J. Baart van TOP / Gemeentebelangen weet dat er ook in Sas van Gent en Philippine dealers actief zijn. Burgemeester J. Lonink voegt daar nog aan toe dat er ook rond middelbare scholen in Terneuzen wordt gedeald. “De politie heeft mij deze week toegezegd dat er extra capaciteit wordt ingezet om de illegale handel te bestrijden.”
De coalitiepartijen denken dat op langere termijn met een verplaatsing van de twee koffieshops uit de binnenstad naar de polder de overlast van drugstoeristen het best wordt bestreden. Mocht daarna blijken dat de illegale handel in de binnenstad toeneemt, dan sluit Lonink een derde shop (dus één in de binnenstad en twee in het buitengebied) niet op voorhand uit. Alle partijen eisen dat er op korte termijn veel strenger wordt gehandhaafd rond de shops. Christenunie, GroenLinks, SGP en Broekhuijsen voelen ervoor om eerst te bekijken of een combinatie van strengere handhaving en vroegere sluitingstijden voldoende effect heeft. “Ondertussen kunnen we wel al zoeken naar een alternatieve locatie, maar laten we nu nog geen besluit nemen “, zegt Broekhuijsen.
De PvdA, met tien zetels de grootste partij, neemt die optie in beraad. PvdA-raadslid J. Jonkman: “Wij zijn in principe voor verplaatsing. Maar blijkt tussen nu en de ontwikkelfase dat een verplaatsing niet nodig is om overlast terug te dringen, dan moeten we ook niet te kinderachtig zijn om dit besluit terug te draaien.”