Bron: De Pers (NL)
12 december 2007
Door: Marten Blankesteijn
De Verenigde Naties manipuleren cijfers om aan te tonen dat het liberale
Nederlandse drugsbeleid niet werkt. Dat zegt Tim Boekhout van Solinge,
criminoloog aan de Universiteit Utrecht.
‘Het is geen toeval. De VN willen de indruk wekken dat het hier uit de
hand loopt. Ten onrechte: Nederland doet het juist goed.’
Als voorbeeld noemt Boekhout van Solinge het World Drug Report van 2000,
waarin te lezen was dat Nederland het hoogste aantal drugsverslaafden
van de toenmalige EU had. ‘De VN hadden de lijst van vijftien EU-landen
teruggebracht tot dertien door de Benelux als één land te tellen.
Dat was al dubieus, omdat op die manier het land met het grootste aantal
verslaafden (Luxemburg) werd samengevoegd met het land met het kleinste
aantal verslaafden (Nederland). Vervolgens werden die gegevens niet
gerelateerd naar het aantal inwoners, maar gewoon gemiddeld. Daardoor
stond de Benelux opeens bovenaan de lijst met drugsverslaafde landen. De
boodschap naar de buitenwereld was duidelijk: het Nederlandse
drugsbeleid werkt niet.’
De VN zijn een verklaard voorstander van de war on drugs, een oorlog
tegen kwekers, dealers en gebruikers die moet leiden tot een drugsloze
wereld. ‘Alle experts roepen al jarenlang dat die strijd nooit gewonnen
kan worden’, zegt Boekhout van Solinge. ‘Het wordt alleen maar erger.’
Inmiddels zien de VN Zweden als het grote voorbeeld. Daar wordt sinds
1977 met strenge maatregelen geprobeerd drugs te bestrijden. En dat is
een groot succes – althans, volgens VN-rapporten: zo heeft Zweden het
laagste aantal blowers van Europa. Maar ook in het geval van Zweden
wordt gesjoemeld met cijfers, zegt Boekhout van Solinge. ‘Dat Nederland
minder verslaafden heeft, wordt niet genoemd. Dat 8 procent van de
Zweedse scholieren lijm snuift, daar hebben ze het niet over. En dat
Zweden het grootste aantal drugsdoden van Europa heeft, wordt ook niet
gemeld. Als het om drugs gaat, zijn de VN geen betrouwbare club. Met
wetenschap heeft het niets te maken.’
Ook andere internationale instanties rommelen met opinies en onderzoeken
om de strijd tegen drugs te kunnen rechtvaardigen. De criminoloog: ‘Op
een conferentie van de wereldgezondheidsorganisatie over cocaïne waren
alle deskundigen het eens dat de overgrote meerderheid van de
cocaïnegebruikers hun gebruik prima in de hand kan houden. Het is dus
niet zo’n groot probleem, was de conclusie. Maar dat is nooit in de
openbaarheid verschenen, onder druk van de Amerikaanse regering.’
Nog een voorbeeld? ‘In een WHO-rapport over cannabis werd een dramatisch
beeld van die drug geschetst. Maar als je in de achterliggende
documenten kijkt, zie je dat ook werd onderzocht wat er zou gebeuren als
cannabis net zo veel zou worden gebruikt als alcohol en tabak. De
opmerkelijke conclusie: cannabis is minder schadelijk. Maar dat werd
buiten de samenvatting gehouden.’