Bron: De Standaard,
2007.12.04
Door: Filip Verhoest
Stop de hypocrisie
In Gent is gisteren een ‘tweelandenconferentie’ begonnen over de teelt van cannabis in België en Nederland. Twee dagen wisselen wetenschappers, politiemensen en magistraten van gedachten over het drugsbeleid. Misschien kunnen politici aan beide zijden van de grens inspiratie putten uit dit initiatief en tot een overleg komen, want al enkele jaren zijn de relaties tussen België en Nederland grondig verzuurd. Doorn in het oog zijn de coffeeshops in Nederlandse grensgemeenten zoals Maastricht, die elke dag een stroom drugstoeristen uit ons land in beweging brengen.
Op de conferentie gaan ook de burgemeesters van Maastricht, Terneuzen en Turnhout met elkaar in debat (DS 1 december). Zoals het op een wetenschappelijk congres past, zal de discussie ongetwijfeld beschaafd verlopen. Dat belet niet dat bilaterale besprekingen over het drugsbeleid tot nu vooral een dovemansgesprek waren. Bovendien mist de politiek tegenover cannabis zowel in ons land als in Nederland elke samenhang.
Nederland huldigt al decennialang een gedoogbeleid tegenover het gebruik en de verkoop van cannabis. Softdruggebruikers kunnen hun ‘gerief’ in beperkte hoeveelheden kopen in een coffeeshop. Het fenomeen is tot ver over de grenzen bekend. De coffeeshops staan symbool voor de tolerantie waarop onze noorderburen zich zo graag beroemen.
Terzelfder tijd voeren ‘hennepteams’ van de Nederlandse politie een onverbiddelijke strijd tegen de wiettelers, zowel de grote als de kleine. De productie van cannabis is hierdoor in handen gekomen van zware criminelen, die aan de achterdeur van een coffeeshop tot 3.500 euro incasseren voor een kilogram cannabis. De ‘voordeur’ mag dan in het Nederlandse drugsbeleid goed geregeld zijn, de aanvoer van de coffeeshops is een miljoenenbusiness geworden waarop de georganiseerde misdaad zich dankbaar heeft geënt.
Ook de Belgische aanpak is inconsequent. Hier mogen meerderjarigen tot drie gram cannabis in hun bezit hebben, ‘voor eigen gebruik’. Maar waar ze het spul moeten halen of wie het mag telen, daar zwijgt men in alle talen over. Ons land heeft, net als Nederland, nochtans een grote groep cannabisgebruikers en het is een publiek geheim dat deze zich in de coffeeshops in de grensgemeenten bevoorraden.
De Belgische drugstoeristen veroorzaken heel wat overlast. Als de burgemeester van Maastricht Gerd Leers (CDA) daar iets wil aan doen, door enkele coffeeshops naar de rand van zijn stad te verplaatsen, levert hem dat banbliksems op. Niet alleen van de burgemeesters van de Belgische grensgemeenten, maar ook van politici in de Brusselse Wetstraat en zelfs in Den Haag.
Op het congres in Gent stelt professor Tom Decorte deze ‘kortzichtige’ politiek, ‘van beide landen’, aan de kaak. Hij pleit onomwonden voor een gecontroleerde teelt van cannabis.
‘Nederland pakt de kwekers van cannabis al enkele jaren keihard aan’, stelt hij vast. ‘In 2005 en 2006 zijn telkens 6.000 hennepplantages opgedoekt. En toch valt de illegale aanvoer van de coffeeshops niet stil. Waarom niet? Omdat de cannabiskweek in handen is van goed georganiseerde criminelen. De kleine telers hebben afgehaakt. De risico’s zijn voor deze laatste te groot geworden. Maar de zware jongens doen lustig voort. Ze spreiden hun activiteiten en verplaatsen hun plantages naar de Belgische grensstreek.’
Je kunt spreken van een waterbedeffect, zegt Decorte. Als je aan het hoofdeinde duwt, komt het voeteinde omhoog. ‘Als wij de Belgische telers zo hard zouden aanpakken als in Nederland, zal er hier ook een verplaatsing plaatsvinden: naar Duitsland, de Ardennen. Ondertussen maken de grensburgemeesters elkaar verwijten. Maar ze kijken niet verder dan tien kilometer over hun grens en doen aan symptoombestrijding.’
Decorte is er voorstander van dat de overheid de kweek van cannabis toelaat en terzelfder tijd controleert. Dat betekent ook dat er in België ‘identificeerbare verkooppunten’ komen, zoals de coffeeshops in Nederland. ‘Elke schakel moet gereguleerd worden: van de productie over de distributie tot de detailverkoop’, zegt Decorte. ‘Dat beidt ook garanties voor de zuiverheid en sterkte van de cannabis. De volksgezondheid is bij zo’n regulering gebaat. Nu geldt enkel de wet van het geld. Voor de criminele ondernemers moet hun investering zo goed mogelijk renderen. Ze spuiten bijvoorbeeld massaal pesticiden.’
Door een regulering van de cannabiskweek zou het drugstoerisme grotendeels stilvallen, stelt Decorte. ‘Dat wil niet zeggen dat men de vrije markt moeten laten spelen. Een regulering is geen regularisering. Laten we niet dezelfde fout maken als met alcohol en sigaretten, waarbij multinationals via reclame nieuwe doelgroepen hebben aangeboord en de schadelijke gevolgen van deze legale roesmiddelen hebben verzwegen, om zo veel mogelijk winst te kunnen maken.’
Voorlopig vindt het pleidooi van de Gentse wetenschapper weinig gehoor. Het regeerakkoord dat de oranjeblauwe onderhandelaars hadden afgesloten, zette het halfslachtige drugsbeleid van de voorbije jaren voort. Het was meer van hetzelfde, met dit verschil dat de politie elk vastgesteld bezit van cannabis opnieuw in een proces-verbaal moet vastleggen. Daardoor zal het papierwerk vermeerderen, maar het verandert niets ten gronde.