Bron: Stichting Adviesburo Drugs
17 september 2009
Door August de Loor
In het kader van de Wallenaanpak en de upgrading van de rest van de binnenstad, waarbij het stadhuis de helft aan coffeeshops wil sluiten, doe ik een onderzoek naar het nut en de noodzaak van coffeeshops om aan te tonen dat zij een hoogwaardige (horeca)funktie vervullen en dat coffeeshops bezoekers uit alle lagen van de bevolking uit binnen- en buitenland ontvangen; een diversiteit aan bezoekers als afspiegeling van onze multi-culturele samenleving.
In het kader van dit onderzoek wordt er ook gekeken naar de gevolgen van de Tabakswet voor coffeeshops. Er wordt door de onderzoekers de nodige tijd genomen te bekijken hoe het een en ander toegaat in coffeeshops met rookruimtes, of een dergelijke voorziening bevordelijk is voor de algemene sfeer in de shop en/of het invloed heeft op het rookgedrag van de bezoekers.
De eerste resultaten van de waarnemingen zijn somber te noemen. (Er worden ook coffeeshops in andere steden bezocht)
1.) Zo pleegt een aparte rookruimte een grote aanslag op de indeling, waarbij in veel shops het niet-rookgedeelte als ‘afgeschreven’ beschouwd kan worden; leeg en ongezellig.
2.) En omdat in dit gedeelte het personeel werkzaam is gaat dit ten koste van hun werkplezier en betrokkenheid met de dagelijkse gang van zaken i.c. de klantvriendelijkheid.
3.) Door de lege niet-rook-ruimte neemt het ‘evenwicht’ tussen de horeca- en loketfunctie (kopen van cannabis) van een shop nog verder af, waarbij de vraag gerechtvaardigd is of coffeeshops met een rookruimte niet langzamerhand afgegleden zijn naar een soort ‘cannabis afhaalchinees’, met alle nadelen vandien.
4.) In coffeeshops met een rookruimte wordt de relatie tussen het personeel en de bezoeker teruggebracht tot louter het bestellen van een consumptie waarbij de bezoeker zich meteen weer terugtrekt in de rookruimte
Hierdoor verschraalt de relatie tussen het personeel en de klant terwijl de praktijk leert dat een goede relatie tussen hen juist van groot belang is voor het in stand houden van de ‘sfeer in huis’. Het is vergelijkbaar met cafés waar de bartender een belangrijke rol speelt in het gezellig houden van de zaak met de garantie dat hij op de steun van de bezoekers kan rekenen als iemand te diep in het glaasje heeft gekeken en ingrijpen, in welke vorm dan ook gewenst is.
In coffeeshops met een aparte rookruimte is de glaswand een hinderlijke sta in de weg in de cohesie tussen personeel en bezoekers.
5.) Tenslotte verstoort een aparte rookruimte ook de sociale cohesie tussen de bezoekers onderling omdat, zoals de omschrijving al suggereert, in de rookruimte het roken van cannabis de boventoon voert ten koste van waar het in de horeca om gaat van het na gedane arbeid of anderszins aan verplichtingen aangenaam verpozen van het leggen van kontakten, het uitwisselen van informatie tot discussies over de klimaatverandering, de politiek of de hondenpoep op straat. Alleen al de rook in de rookruimte staat deze zingeving van uitgaan in de weg waarbij het personeel het aan directe invloed ontbreekt om dit in goede banen te leiden.
Dit alles in ogenschouw genomen rechtvaardigt de vraag of het beschermen van het personeel tegen de rook van tabak niet een te hoge prijs is voor waar coffeeshops voor bedoeld zijn. Deze vraag is extra gerechtvaardigd omdat uit het onderzoek blijkt dat het roken van sigaretten volledig verdwenen is uit coffeeshops. Dit betekent dat de rook van tabak in coffeeshops teruggebracht is tot dat wat er aan tabaksrook uit een joint opstijgt. Ter vergelijking betekent dit dat ten opzichte van cafés waar een bezoeker gemiddeld 15 sigaretten rookt dit in coffeeshops beperkt blijft tot 2 sigaretten, die 2 die een bezoeker tijdens zijn verblijf in een coffeeshop in zijn jointjes verwerkt.