Bron: DE PERS
Door: Camil Driessen
4 mei 2010
Het Nederlandse softdrugsbeleid gaat eindelijk veranderen. De vraag is alleen hoe snel.
‘Van mij mag wiet morgen bij de Albert Heijn liggen, met een sluitzegel erop. Maar dat is niet haalbaar.’ Oud-burgemeester Gerd Leers van Maastricht, nota bene CDA-prominent, liet maandag duidelijk blijken wat hij vindt van ons softdrugsbeleid.
Hij zei dat tijdens een discussie van de Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod (VOC): het Cannabistribunaal, met onderzoekers, politici en anderen uit het veld.
Onder wie dus Leers, die als Kamerlid vond dat drugs verboden moesten worden, maar als burgemeester ontdekte dat dat niet werkt. ‘Door te verbieden dwing je de consumptie niet terug. In landen om ons heen ligt het gebruik hoger.’
Zware last
Cannabisteelt, handel en verkoop moeten worden gereguleerd, vindt Leers. En politici die dat niet erkennen zijn bezig met politiseren en moraliseren, omdat ze niet naar de feiten kijken. Zo gaat ons politieapparaat zwaar gebukt onder de bestrijding van hennepteelt. Twintig procent van de lastendruk van de politie Zuid-Limburg is toe te schrijven aan de aanpak van cannabiscriminaliteit. In Midden- en West Brabant wordt zelfs veertig procent van het opsporingsapparaat ingezet tegen hennepcriminaliteit.
Maar als de politie inzet op hennep, gaan andere misdadigers vrijuit. ‘Er wordt jaarlijks nutteloos 1,6 miljard door het putje gespoeld’, zegt Hans van Duijn, ex-voorzitter van de Nederlandse Politiebond. ‘Laten we alsjeblieft boeven gaan vangen.’
Ambtenaren die dit jaar voor de heroverwegingen berekenden wat de legalisering van hennepteelt op zou leveren, kwamen uit op ruim 400 miljoen euro.
Overschatting
Max Daniel, voorzitter van de Taskforce Opsporing Georganiseerde Hennepteelt, verweerde zich eerder door te stellen dat de politieaanpak gelegitimeerd is, omdat jaarlijks 2 tot 5 miljard omgaat in de hennepteelt. Van Duijn vindt echter dat de criminaliteit die voortkomt uit hennepteelt, wordt overschat. ‘Daardoor hou je aanspraak op budget.’
Het resultaat is dat ons cannabisbeleid vooralsnog één grote paradox is. Als burger mag je wiet kopen bij een coffeeshop, maar die mag de wiet niet inkopen. Steeds meer politieke partijen (SP, D66, GroenLinks en PvdA) pleiten er nu voor de inkoop voor coffeeshops (de achterdeur) te reguleren door wietkwekers een vergunning te geven.
Of het snel zover komt, is de vraag. CDA en VVD willen er niet aan. Al gelooft oud-premier Dries van Agt (CDA), in 1976 grondlegger van het gedoogbeleid, er wel in. ‘Die wijziging van het systeem is onvermijdelijk. Maar voor mijn dood zal ik mijn gelijk niet krijgen.’