Bron: De Pers
6 september 2010
Door: Camil Driessen
De particuliere Amsterdamse buurtgastheren tegen overlast rond
coffeeshops zijn zo succesvol dat ze in Leeuwarden werden gekopieerd. De
gemeente krijgt er nu zelfs anderhalve ton rijkssubsidie voor.
Met ronkende motor en bonkende hiphopmuziek stopt de paarse VW Golf met
vier Surinamers om de hoek bij de Amsterdamse coffeeshop Boerenjongens.
Een jongen stapt uit om snel een jointje te halen. Maar dat gaat zomaar
niet. ‘Hey kerel, kun je effe de muziek en motor uitzetten alsjeblieft’,
vraagt buurtgastheer Martin Jansen (42). ‘Ja is goed man’, mompelt de
jongen die terugloopt naar zijn auto. ‘Top, gozer. Dank je wel.’
Het is een succesverhaal, al meer dan anderhalf jaar beperken de
buurtgastheren van de BG-Groep de overlast rond de coffeeshops
Boerenjongens en Bij in de wijk De Baarsjes tot het minimum, tot
genoegen van bewoners, gemeente en politie.
BG-Groep heeft dagelijks van 16.00 tot 01.30 uur twee of drie werknemers
in een straal van 250 meter rond de coffeeshops lopen die mensen
aanspreken op hun asociale gedrag; van foutparkeren tot het veroorzaken
van geluidsoverlast of het achterlaten van afval. Ze dweilen elke dag de
portieken van omwonenden en rapen sigaretten en blikjes op.
Het initiatief bleef in de rest van het land niet onopgemerkt. Sinds
april lopen ook bij de Leeuwarder coffeeshops Miami en De Os
buurtgastheren rond. Wederom een hit. Zo groot dat de gemeente
Leeuwarden vorige week 150.000 euro subsidie van het ministerie van
Binnenlandse Zaken kreeg in het kader van een reeks pilotprojecten om
overlast bij coffeeshops terug te dringen. Rondom de dertien Leeuwarder
coffeeshops zullen twee jaar lang vier buurtgastheren worden ingezet.
Mede-eigenaar Gerrit-Jan ten Bloemendal van De Os kreeg het idee van de
buurtgastheren toen hij in januari een reportage van Netwerk zag naar
aanleiding van een artikel in Dagblad De Pers over zijn Amsterdamse
‘collega’s’. ‘Ik vond het prachtig om te zien dat iedereen enthousiast
was over het werk van de buurgastheren. Zelfs de politie.’
Alsjeblieft geen stadswacht
Ten Bloemendal plande een bijeenkomst voor bewoners en ondernemers uit
de buurt en nodigde ook de wijkagent, parkeerbeheer en gemeente uit.
Iedereen was enthousiast. Een ondernemer van The Society Shop stelde
jassen beschikbaar waar Ten Bloemendaal ‘Buurtgastheren’ op liet
borduren. ‘De eerste avond moesten we honderd auto’s wegsturen, maar nu
komen ze aanrijden, zien ons staan en rijden door’, zegt hij. ‘Een
succes’, noemt de politie het.
Het valt te hopen dat het dat ook blijft. Want wat zowel in Amsterdam
als in Leeuwarden begon als een particulier initiatief van de
coffeeshops, wordt nu dus door de gemeente gekaapt.
Ten Bloemendal heeft er gemengde gevoelens over. ‘Beter goed gejat dan
slecht bedacht, dat heb ik zelf ook met het Amsterdamse idee gedaan.
Maar ik maak me zorgen over hoe de gemeente het gaat invullen.’ Mogelijk
gaat Leeuwarden overtollige stadswachten inzetten. ‘Zijn’ gastheren
lopen rond tot de gemeente het in oktober overneemt.
Volgens Ten Bloemendal neemt de overlast af omdat er een directe link
tussen de coffeeshop en de buurtgastheren is. ‘Een coffeeshopbezoeker
kun je redelijk gemakkelijk motiveren door te zeggen ‘onze shop gaat
dicht als jij niet goed parkeert’.’
Ook buurtbewoonster Elly vraagt zich ernstig af of de situatie beter
wordt als de gemeente de taken gaat overnemen. ‘Laat het alsjeblieft
geen stadswachten worden, want daar heeft niemand respect voor. Bij
buurtgastheren is het belangrijk dat ze streetwise zijn en met het
publiek van de coffeeshop kunnen omgaan.’
Daar is buurtgastheer Bonnie (die vijftien jaar als portier werkte) het
mee eens. Hij is buurtbewoner en fungeert vrijwillig als gastheer. ‘Je
komt echt van alles tegen op straat en moet wel je mannetje kunnen
staan, bijvoorbeeld tegenover Antillianen met een enorme attitude. Daar
moet je toch ballen voor hebben.’
De politie Friesland wil zich niet met het gemeentelijk personeelsbeleid
bemoeien, maar zegt wel dat het belangrijk is dat de nieuwe gastheren
‘de wetten van de straat kennen’.
Uitgehold
Dat het Rijk nu subsidie aan Leeuwarden geeft, ziet Jansen als een
compliment. ‘Erkenning en bevestiging dat het werkt.’ Maar hij vreest
ook dat het concept wordt uitgehold. De buurtgastheren in Amsterdam doen
namelijk meer dan die in het hoge noorden die vooral op verkeersoverlast
en verkoop aan minderjarigen letten.
Een paar voorbeelden: ‘Toen de gemeentereiniging het door staking enkele
keren liet afweten, hebben wij al het vuilnis in de buurt opgehaald’,
vertelt Jansen. Ook maakte de BG-Groep de buurt groener door
plantenbakken op straat te zetten en werd een klachtennummer in het
leven geroepen, zodat een buurtgastheer meteen in actie kan komen als
een bewoner iets signaleert.
‘En onlangs heb ik zo’n Marokkaans gastje eens kennis laten maken met
mevrouw De Vries van 83 in een portiek verderop, die hier al haar hele
leven woont. Zo raakt de buurt weer met elkaar in gesprek’, meent Jansen.
De volledige naam van zijn bedrijf is niet voor niets ‘BG Service
kwaliteit voor het uitvoeren van facilitair ondersteunende diensten met
betrekking tot het handhaven van normen en waarden.’
Voor de BG-Groep werken inclusief Jansen drie Hollanders, twee
Marokkanen, een Surinamer en een Surinaamse Chinees. ‘We zijn echt een
onderdeel van de buurt en praten met jeugdzorg, de politie en
straatcoaches. Laatst hebben we zelfs een paar jongens aan een baan
geholpen.’
Overbodige subsidie
Jansen zou graag zien dat zijn hoge eisen de landelijke maatstaf worden
bij het aanpakken van overlast rondom coffeeshops en dat niet iedereen
het wiel opnieuw gaat uitvinden. ‘Als iedereen in elke plaats z’n eigen
invulling geeft aan het concept, dan loop ik het risico dat het begrip
buurtgastheer devalueert. Om dat te voorkomen zijn we aan het kijken om
een opleidings- en coachingstrajecten voor buurtgastheren op de zetten.
Laat het ministerie daar maar subsidie voor verstrekken.’
In zijn opmerking klinkt onbegrip door voor het feit dat de gemeente
Leeuwarden geld van het Rijk krijgt, terwijl hij gewoon door de
coffeeshops wordt ingehuurd. Coffeeshops moeten namelijk voldoen aan de
AHOJ-G criteria: geen Affichering (reclame), geen Harddrugs, geen
Overlast, geen verkoop aan Jongeren onder de achttien jaar, geen verkoop
van Grote hoeveelheden (meer dan 5 gram).
Buurtgastheren zijn een typisch gevalletje ‘O’ van overlast.
‘Coffeeshops worden gedwongen om overlast tegen te gaan net zoals
bedrijven aan milieueisen moeten voldoen’, zegt Ten Bloemendal. Ook hij
vindt het opmerkelijk dat de gemeente die taak nu deels overneemt.
‘Anders had ik een of twee mensen in dienst genomen.’
Subsidieverstrekker Binnenlandse Zaken laat via een woordvoerder weten
dat Jansen en Ten Bloemendal ‘helemaal gelijk hebben’ dat coffeeshops en
gemeenten zelf voor de ‘O’ moeten zorgen. ‘Maar dit is een van de
tijdelijke projecten om te kijken welke maatregelen werken, zodat die
straks ook elders ingezet kunnen worden.’
Volgens Jansen had het ministerie zich die moeite kunnen besparen. ‘Ik
snap het eigenlijk niet zo goed. Al die ambtelijke overleggen, studies
en tonnen subsidie. Ik zou zeggen, kom kijken. Hier werkt het al jaren.’