Bron: De Pers
Maandag 25 oktober 2010
Door: Edward Deiters & Camil Driessen
‘Een drugsverbod is staatssteun voor een crimineel kartel.’
Economen zijn unaniem: softdrugs moeten worden gelegaliseerd. Dan verdwijnt de criminaliteit en kan de staat miljoenen binnenharken. Dat laatste argument mag dankzij de crisis opeens worden gehoord.
Marihuana is – met een jaaromzet van bijna 36 miljard dollar per jaar – het lucratiefste landbouwgewas in Amerika. Groter dan maïs (23,3 miljard dollar), het brengt meer op dan druiven uit Californië, meer dan katoen uit Alabama en meer dan tabak uit Noord- en Zuid-Carolina. Dat stelde in ieder geval de pro-marihuana-legalisatie-organisatie NORML in 2006 in een lijvig rapport – gebaseerd op cijfers van hun grote vijand: de Drug Enforcement Administration (DEA). Met deze – en meer – cijfers achter de hand, diende de Californische Democraat Tom Ammiano begin vorig jaar het wetsvoorstel Proposition 19 in, dat marihuanaproductie, -gebruik en -verkoop in Californië moet legaliseren. Op 2 november wordt er per referendum over gestemd.
Voortaan zou er belasting over wiet betaald moeten worden en daar is het de voorstanders van legalisering in grote mate om te doen. Californië (de achtste economie ter wereld) is blutter dan blut. Platzak met een gat in de begroting van 20 miljard dollar. Voorstanders verwachten dat door legalisering in Californië een miljardenindustrie opbloeit. De staat profiteert daarvan via een nieuwe cannabisbelasting, die jaarlijks 1,4 miljard dollar kan opbrengen. Daarnaast is er een besparing van zeker 200 miljoen dollar omdat blowers niet meer vervolgd en opgesloten hoeven te worden.
‘Door de crisis is dit in Amerika ineens bespreekbaar geworden’, zegt econoom Martijn Boermans van de Hogeschool van Utrecht. ‘Er moet nu zoveel bezuinigd worden dat de hele morele discussie ondergeschikt raakt aan rationele economische motieven’.
Boermans publiceerde afgelopen vrijdag in Amsterdam Law Review een onderzoek naar wat legalisering in Nederland zou kunnen opleveren en kwam tot een opzienbarende conclusie. ‘Conservatief berekend kom ik uit op een netto-opbrengst van maximaal 850 miljoen euro per jaar.’ Dat is aanzienlijk meer dan de 443 miljoen euro die de ambtelijke bezuinigingswerkgroep van het ministerie van Financiën dit voorjaar berekende. ‘Ze hebben nogal zuinigjes gerekend’, constateert Boermans.
Overigens stopte het kabinet-Rutte zelfs die conservatieve berekening achter het behang. Het verhevigt de aanpak van softdrugs juist. Al smeken burgemeesters (Gerd Leers – nu minister van Immigratie – liep als burgervader van Maastricht voorop) al jaren in Den Haag om te mogen experimenteren met legale teelt. De Tweede Kamer nam zelfs al twee keer een motie van die strekking aan.
Ze willen af van de schizofrene gedoogsituatie waarbij een coffeeshop wel wiet mag verkopen, maar niet mag inkopen. Dat voedt de cannabiscriminaliteit en de bestrijding daarvan kost jaarlijks zeker 183 miljoen euro. Ook kost het tijd: zo besteedt het korps Midden-West Brabant er 40 procent van zijn opsporingscapaciteit aan.
Staatssteun criminelen
Onder economen is het overigens al heel lang bon ton om cannabis – of drugs in zijn algemeenheid – te willen legaliseren. Zo sprak topeconoom en Nobelprijswinnaar Milton Friedman zich midden jaren negentig al eens voor legalisatie uit. ‘Een drugsverbod is niets anders dan staatssteun voor een crimineel kartel.’ Criminelen profiteren van de illegaliteit, die de prijzen enorm opdrijft. Dat krijg je als er geen vrije markt is.
Harvard-econoom Jeffrey Miron roept ook al jaren dat de Amerikaanse staat alle drugs, van marihuana tot crack en heroïne, moet legaliseren. Hij stelt dat daarmee jaarlijks 40 miljard dollar bespaard wordt op politie en justitie en daarnaast bijna 50 miljard aan nieuwe belastingen zou kunnen worden geïnd. Begrijpelijk dus dat bij een enquête onder een groot deel van de Amerikaanse Associatie van Economen een paar jaar geleden 73 procent aangaf voor ‘legalisering of decriminalisering’ te zijn.
Niet alleen economen zijn voor legalisering. In mei riep een trits oude wijzen onder leiding van Frits Bolkestein via een opiniestuk in NRC Handelsblad op tot regulering van alle drugs. Hoogleraar Henk Rigter van de Erasmus Universiteit berekende dat de Nederlandse rechtshandhaving van het verbod op alle drugs in 2003 1,6 miljard euro koste.
De moeder aller drugsverdragen (de Single Convention on Narcotic Drugs van de VN uit 1961) stelt zelfs dat het mag. Voorwaarde is alleen dat een overheidsinstantie toezicht houdt op de teelt van cannabis en cocaïne.
Overigens is er op het gebied van legalisering een groot verschil tussen marihuana en harddrugs zoals cocaïne en crack, zegt hoogleraar Jonathan Caulkins van de Amerikaanse Carnegie Mellon University en verbonden aan het RAND Drug Policy Research Center. ‘Bij legalisering van harddrugs is de prijsafname het hoogst. Je lost er misdaad mee op, maar krijgt er door de lage prijs mogelijk veel meer gebruikers bij. Die trade off heb je bij marihuana veel minder omdat die prijs al relatief laag is.’ Maar volgens advocaat Raimond Dufour, voorzitter van de Stichting Drugsbeleid, is helemaal niet gezegd dat de prijs van cocaïne bijvoorbeeld van 50 euro naar 10 euro moet dalen. De overheid kan dat ondervangen met accijns. Net zoals bij alcohol zullen mensen dan de legale variant kiezen.
Drooglegging
Het drugsverbod toont parallellen met het verbod van een ander genotsmiddel: alcohol tijdens de drooglegging in de VS (1920-1933). Ook dat verbod kwam tot stand en bleef mede overeind op morele gronden: methodisten vonden zuipen een zonde. De Amerikaanse maffia (met Al Capone als icoon) is groot geworden door de drooglegging, maar valt in het niet bij de criminele netwerken die zijn ontstaan dankzij het drugsverbod: de winst van de wereldwijde drugshandel wordt door het IMF geschat op 600 miljard dollar per jaar. Grootste verschil met de drooglegging is dat men er daar na dertien jaar al achterkwam dat verbieden niet werkt.
Gerd Leers hield dit jaar tijdens het Cannabis Tribunaal in Den Haag nog een vurig pleidooi voor de regulering van cannabisteelt, handel en verkoop. Politici die dat niet erkennen zijn bezig met politiseren, moraliseren en kijken niet naar de feiten, zei hij.
De angst dat bij legalisering iedereen aan de drugs gaat is inmiddels namelijk, zeker op softdrugsgebied, ongegrond. In Nederland loopt al dertig jaar een experiment met coffeeshops dat aantoont dat door ‘legalisering’ het gebruik van softdrugs helemaal niet toeneemt. Het gebruik hier ligt rond het Europese gemiddelde en is stukken lager dan in de VS.
In de Ranking van Drugs (naar schadelijkheid) van het Trimbos Instituut uit 2009 staat cannabis op de elfde plaats. Alcohol en tabak staan op de derde en vierde plaats.
VS de voorloper
Boermans, type nette academicus, stelt dat zijn pleidooi voor legalisatie gebouwd is op economische cijfers. ‘De morele kant laat ik buiten beschouwing, maar in Nederland zijn we al zo lang voorloper op dit gebied. Het gebruik van softdrugs is zo ingeburgerd en het verbieden van softdrugs is in Nederland volledig mislukt’, zegt hij. ‘Over twintig jaar zijn ze hier gewoon legaal. Daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken. Het is jammer dat dit mogelijk in de VS eerder gaat gebeuren dan bij ons.’
Over een week weten we of Amerika ons voorbijholt. Peilingen in Californië zijn tegenstrijdig. Voorstander zeggen dat 47 procent van de bevolking voor is en 42 procent tegen en volgens tegenstanders is 53 procent weer tegen. En dan is er ook nog de federale (nationale) overheid die niets wil weten van legalisering en belooft hard op te treden. Mogelijk ontstaat dus de situatie dat de lokale politie niets doet maar de landelijke DEA mensen wel kan arresteren. Dan is gedogen nog heerlijk helder.