Bron: NRC Handelsblad
18 mei 2010
Het verbod op drugs kost miljarden: het leidt tot misdaad en is slecht voor de volksgezondheid. Hef het op.
Door Frits Bolkestein c.s.
In het kader van de ‘brede heroverwegingen’ hebben ambtelijke werkgroepen onderzocht hoe de rijksoverheid zo’n 30 miljard euro kan bezuinigen. Alle onderzochte opties doen pijn. Maar er is één optie die een weldadige opluchting zou zijn: regulering van drugs. Onder regulering van drugs verstaan wij het toestaan van productie en verkoop onder voorwaarden, gericht op een zo gering en veilig mogelijk gebruik.
Regulering is echter een kolossaal taboe, en hoewel het kabinet had verklaard dat voor de heroverwegingen geen taboes zouden gelden, heeft de desbetreffende werkgroep ‘veiligheid’ zijn vingers er nauwelijks aan durven branden. Hij heeft alleen gekeken naar regulering van softdrugs. Dat zou, met allerlei slagen om de arm, wellicht 183 miljoen euro aan uitgaven voor politie, justitie en bestuur besparen, en 260 miljoen euro aan belasting opleveren. Over de andere drugs zwijgt men.
Al ruim veertig jaar zijn drugs verboden. Maar het gebruik is groter dan ooit en niets wijst er op dat het verbod werkt. Wél staat als een paal boven water dat het verbod schade veroorzaakt. De ongehoorde omvang daarvan dringt echter nauwelijks tot de publieke opinie door. Minstens de helft van alle criminaliteit in ons land is er direct of indirect het gevolg ervan.
De meest recente gegevens van Justitie melden: „Tussen de 27 en 33 procent van de detentiejaren is opgelegd wegens een opiumwetdelict.” En: „In 2006 is driekwart van de ruim 300 onderzoeken naar ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit gericht op de handel in of productie van drugs.” (WODC- Nationale Drugsmonitor, Jaarbericht 2007.) Deze cijfers geven alleen de directe opiumwetdelicten weer. Denk aan dealers en runners, veelplegers, cannabiskweek in woonhuizen en loodsen, bolletjesslikkers, xtc-labs en uit- en doorvoer. Erbovenop komt indirecte criminaliteit: omkoping, bedreiging, corruptie, witwassen, aantasting van sectoren als vastgoed, afrekeningen tussen drugsbenden, gebruik van drugsgeld voor illegale wapenhandel. En dan zwijgen we nog maar over de internationale gevolgen, waaronder de ontwrichting van hele landen.
Deze – ook letterlijk – ongehoorde feiten zijn de grote afwezige in het drugsdebat. En, even verbijsterend, in het debat over veiligheid. Iedereen die zich zorgen maakt over veiligheid zou zich moeten afvragen of er geen alternatief is voor het drugsverbod. Het verbazingwekkende is echter dat juist crimefighters verbeten vasthouden aan het verbod. Beseffen zij niet dat ze zich tot steunpilaren van de drugsmaffia maken?
Kan het beter? Zeker, en dat is bewezen. Het dertigjarige experiment met de verkoop van cannabis via coffeeshops is uniek. Regulering van deze drug heeft niet geleid tot meer gebruik, noch van cannabis noch van andere drugs. Gebruik en verslaving van soft- en harddrugs liggen in Nederland op of onder het Europese gemiddelde. Heel wat lager dan in meer repressieve landen als Frankrijk, Engeland en de VS. Ook hebben de coffeeshops bereikt dat honderdduizenden cannabisconsumenten geen strafblad hebben gekregen, geen intrekking van hun rijbewijs of erger, zoals elders.
Het verbod blijkt dus niet nódig. We kunnen deze uitzonderlijke maatregel om burgers tegen zichzelf te beschermen afschaffen. Regulering wérkt.
Bij deze gigadoorbraak verbleken de problemen rond regulering. Zoals bij coffeeshops: overlast in grensstreken. Die is door Venlo effectief opgelost door verplaatsing van enkele coffeeshops naar buiten de bebouwde kom, vlakbij de grens.
Om de coffeeshops volledig uit de criminaliteit te halen moet de kweek van cannabis gereguleerd worden. Gemeenten staan ervoor in de rij. Al twee keer is een motie van die strekking in de Tweede Kamer aangenomen. Voor de overige drugs dienen, voorzichtig maar vastberaden, proefprojecten te worden opgestart met regulering. Het gaat hierbij met name om cocaïne, xtc, amfetamine en heroïne. Voorstellen daartoe liggen klaar.
Staan de drugsverdragen in de weg? Nee. Juridisch is goed te beargumenteren dat ze regulering toestaan. Maar het eenvoudigste is, regulering net zoals bij de coffeeshops in te voeren via het opportuniteitsprincipe: niet-vervolgen als gestelde voorwaarden in acht zijn genomen. Ons land heeft zich dit recht altijd voorbehouden.
Tegenstand vanuit het buitenland dan? Bij beperking van de proefprojecten tot Nederlandse ingezetenen valt geen onoverkomelijke Europese weerstand te vrezen. Met bekwaam diplomatiek handwerk kan juist interesse worden gewekt. Overal heeft men immers dezelfde problemen. President Obama heeft verklaard dat hij het drugsbeleid zal stoelen op zakelijke, niet op ideologische basis. Het internationale politieke getij oogt zeldzaam gunstig.
Zodra de binnenlandse drugsmarkt is gereguleerd, is er voor drugsbendes geen droog brood meer aan te verdienen. . De samenleving wordt substantieel veiliger. En krijgt substantiële besparingen in de schoot geworpen. Het WODC berekende de totale kosten van de criminaliteit in 2006 op 31,5 miljard euro. De misdaad die het drugsverbod veroorzaakt kost de samenleving minstens de helft, 15,75 miljard euro, dat wil zeggen aan elke Nederlander 924 euro per jaar. De kosten van rechtshandhaving van het drugsverbod bedroegen volgens prof. Rigter (Erasmus Universiteit) over 2003 1,6 miljard euro. Daar bovenop komen dan nog de indirecte handhavingskosten. Bovendien wordt belasting op drugs geheven. Drugsregulering biedt dus een formidabele kans voor lastenverlichting.
Ook is de volksgezondheid ermee gediend. Door het wegvallen van de zwarte markt is met name de jeugd veel beter beschermd. De kwaliteit van de drugs is gewaarborgd, ze zijn voorzien van bijsluiters, en voorlichting wordt geloofwaardig.
Drugs laten zich niet wég-verbieden, ze zullen er altijd zijn. Een minderheid van de gebruikers zal erdoor in de problemen raken. De gevaren van drugs zijn echter véél kleiner dan die van alcohol en tabak: ons land kent dertien keer meer alcoholisten, vijftien keer meer alcoholdoden en 333 keer meer tabaksdoden. Maar juist omdat drugs gezondheidsrisico’s meebrengen, is regulering noodzakelijk. De drugscriminaliteit kunnen we echter missen.
Ondertekenaars van dit stuk zijn o.a. Frits Bolkestein, oud-minister van Defensie, Els Borst-Eilers, oud-minister van Volksgezondheid, en Theo de Roos, hoogleraar strafrecht in Tilburg.