Advocaat G. Reinartz denkt dat legale hennepteelt ‘niet de oplossing is’ (Eindhovens Dagblad, 20 november). In zijn opinieartikel staat een aantal opvallende fouten.
Door Derrick Bergman.
Van een advocaat mag verwacht worden dat hij zijn feiten op een rijtje heeft. Helaas is dat bij Reinartz niet het geval. Hij schrijft dat ‘een 23-tal burgemeesters’ pleit voor ‘het door de overheid telen van hennep’. Ten eerste is het aantal burgemeesters inmiddels aangegroeid tot 54; ruim twee keer zoveel. Daarnaast pleiten zij niet voor het door de overheid telen van hennep, maar voor regulering en controle door de overheid. Zoals bij alcohol en sigaretten: twee genotmiddelen die vele malen schadelijker voor de gezondheid zijn dan cannabis.
Reinartz legt kort de onhoudbare tegenstrijdigheid in het coffeeshopbeleid uit: coffeeshops mogen cannabis verkopen, maar niet inkopen of zelf kweken. Zelfs een kind begrijpt dat dit onmogelijk is. Maar volgens Reinartz is deze discrepantie niet de reden dat de burgemeesters zich roeren. Met die uitspraak beticht hij 54 burgemeesters impliciet van liegen. Vervolgens komt hij met de mythe dat de Nederlandse kwekers vooral voor export kweken. Die claim is zelfs door de KLPD (Korps Landelijke Politiediensten) weerlegd. KRO Reporter onthulde in 2012 een KLPD rapport waarin onder meer staat: ‘het grootste deel van de productie is bedoeld voor de binnenlandse markt’ en: ‘In hoeverre de hier geproduceerde cannabis wordt verkocht in coffeeshops en andere verkooppunten dan wel wordt geëxporteerd, is niet duidelijk.’
Feit is dat in heel Europa cannabis wordt geteeld en dat kwekers in het buitenland veel minder risico lopen. Reinartz noemt een getal van een half miljoen kilo cannabis; zoveel zou er volgens de Taskforce Aanpak Georganiseerde Hennepteelt worden geëxporteerd. Als het echt om zo’n enorme hoeveelheid gaat, waarom wordt er dan nooit een transport naar het buitenland onderschept? De Engelse politie claimt al jaren dat het Verenigd Koninkrijk geheel zelfvoorzienend is geworden qua cannabis. De Duitse politie publiceerde recent een kaart met alle opgerolde kwekerijen. In één oogopslag wordt duidelijk dat in het hele land wordt gekweekt.
Een andere reden die Reinartz noemt voor zijn stelling dat legalisering geen oplossing is: door de ‘onbedwingbare neiging’ van de overheid om het thc-gehalte te maximeren, zal de consument elders zijn heil zoeken. Een wel heel kromme redenering en vooral een reden waarom de overheid dit gehalte niet moet maximeren. Dat doet zij immers ook niet met drank; wie Stroh rum wil kopen met 80% alcohol, mag dat gewoon doen. Reinartz’ derde argument is de grijs gedraaide plaat van de Internationale Verdragen die regulering in de weg zouden staan. Dit argument is niet meer valide sinds Uruguay cannabis legaliseerde. En ook in de Amerikaanse staten Colorado, Washington, Oregon en Alaska, die cannabis hebben gelegaliseerd, zijn geen VN blauwhelmen binnen gevallen.
Het vierde argument, ‘geen enkele zichzelf respecterende overheid wil geassocieerd worden met drugsteelt of drugshandel’, is nogal lachwekkend. Weet Reinartz niet dat onze overheid elk jaar 400 miljoen euro belasting incasseert bij de coffeeshops? En weet hij niet dat de Amerikaanse overheid heeft verklaard niet in te grijpen in staten die cannabis legaliseren? Het vijfde argument van Reinartz luidt: ‘Als hennep zo slecht is voor de volksgezondheid dat de overheid het verbiedt, kan die overheid het dan zelf gaan verstrekken?’ Ten eerste: gebruik van cannabis is niet verboden in Nederland. En nogmaals: geen enkele burgemeester wil dat de overheid zélf gaat kweken. Zij willen transparantie, controle en veilige woonwijken. Meneer Reinartz wil dat niet. Hij laat de teelt liever over aan criminelen. Dat meneer Reinartz een goede boterham verdient met het verdedigen van (hennep)criminelen is hem van harte gegund. Misschien is legalisering voor hem persoonlijk geen goede oplossing. Maar voor de rest van Nederland zou het een zegen zijn.
De auteur is secretaris en woordvoerder van de stichting Verbond voor Opheffing van het Cannabisverbod (VOC).