20 oktober 2015
Het Nederlandse softdrugsbeleid is failliet en in politiek Den Haag ontbreekt het aan lef om dat onder ogen te zien. Dat zei de nieuwe burgemeester van Maastricht Annemarie Penn-te Strake gisteravond in Nieuwsuur.
“Veertig jaar geleden hadden we het beeld dat de markten gescheiden zouden zijn, dat hard- en softdrugs niet door elkaar zouden lopen, zonder winstoogmerk. De realiteit is totaal anders. Ik kan niet anders dan constateren dat het huidige gedoogbeleid failliet is.”
Er zal volgens Penn niets veranderen zolang het telen van wietplanten verboden is. “Als wij niet aan de teelt mogen komen, en dat kan op dit moment niet, blijft de situatie zoals het nu is. Den Haag moet in de benen komen.”
Cannabis Social Clubs
Annemarie Penn-te Strake volgde per 1 juli Onno Hoes op als burgemeester van Maastricht. De afgelopen maanden heeft ze zich verdiept in het wietdossier van de stad en nu presenteert ze haar visie op het drugsbeleid. Zo vindt ze dat Nederland afscheid moet nemen van de coffeeshops “oude stijl”.
“We moeten nieuwe vormen vinden. Ik denk bijvoorbeeld aan ‘cannabis social clubs’. Dat zijn clubjes volwassen mensen die goede cannabis telen, in kleine hoeveelheden voor recreatief gebruik.” Ze ziet de clubs als kleine “eenheidjes” die gebruikers van wiet voorzien en veilig en stil opereren. “Daar omheen moet alles heel hard worden aangepakt.”
EU-voorzitterschap
Het idee van Penn is door de huidige regelgeving onuitvoerbaar. “Een ‘cannabis social club’ is volgens zowel het internationale als het nationale recht niet toegestaan”, zei minister Ard van der Steur van Justitie eerder dit jaar nog in de Tweede Kamer. Daarom wil Penn dat de minister het Nederlandse voorzitterschap van de EU volgend jaar aangrijpt om tot een gezamenlijke Europese aanpak van het probleem te komen.
In veel landen wordt gepraat over een nieuwe aanpak van softdrugs. Penn wil dat internationale verdragen over drugsbestrijding ter discussie worden gesteld. “Wat is de kracht van het verdrag als meer en meer landen zich er aan onttrekken? Ik zou heel graag willen dat onze regering en onze minister van Veiligheid en Justitie dat durven te zeggen.”
Annemarie Penn-te Strake was van 1987 tot 2012 verbonden aan de rechtbank van Maastricht. Daarna trad zij toe tot het College van procureurs-generaal in Amsterdam. In april dit jaar werd zij door de gemeenteraad in Maastricht voorgedragen om per 1 juli benoemd te worden tot de eerste vrouwelijke burgemeester van de stad en de eerste partijloze.
Buitenlanders weren
Sinds 1 mei 2012 is in Maastricht het ingezetenencriterium van kracht, dat voorschrijft dat alleen Nederlanders softdrugs mogen kopen in coffeeshops. Penn wil het criterium blijven handhaven. “Maar alleen zolang we niks anders hebben. Het is voor een burgemeester niet fijn om te zeggen dat buitenlanders niet op bepaalde plekken in de stad mogen komen.”
Volgens de burgemeester past zo’n houding niet bij Maastricht. “We willen de deuren naar Europa juist openzetten. Maar voor nu moeten we het zo houden. We hebben gezien hoe het was toen we het niet handhaafden. We zien wel echt verbetering.”
Nog steeds problemen
Penn woont al 24 jaar in Maastricht. Ze heeft de drugsproblematiek in de stad van dichtbij zien ontstaan. “Ik ben mijn opleiding begonnen in 1980 en toen was die problematiek er al. Ik herinner me de zaken met drugsrunners uit Rotterdam. Die lopen hier nog steeds rond.”
Ook toen al was er sprake van overlast in de stad en problemen met hennepteelt. “Er is weinig ontwikkeling en dat is heel zorgelijk”, zegt Penn.
Niet vrijgeven
De burgemeester pleit er niet voor om het drugsgebruik helemaal vrij te geven. “Het gebruik van cannabis is niet gewoon een grappig dingetje, maar een serieus probleem. Dat moet je niet zomaar vrijgeven. Er zitten risico’s aan. Reguleren draagt het meest bij aan de volksgezondheid.”
Ook denkt ze dat het vrijgeven ervoor kan zorgen dat de onderwereld opnieuw met de wiethandel aan de haal gaat. “In die zin heeft het gedoogbeleid in het begin gewerkt. Nu kan een jongere relatief veilig naar een coffeeshop om een jointje te roken. En dat is een groot goed.”