14 juli 2015
Door Derrick Bergman
De zogenaamde growshopwet leidt, zoals door velen voorspeld, tot totale verwarring over wat nu wel en niet verboden is in Nederland. Nieuw dieptepunt is een recente brief van een beleidsadviseur van de gemeente Gorinchem, die klip en klaar stelt dat de verkoop van cannabiszaden volledig verboden is sinds 1 maart.
De brief, ontvangen op 24 juni 2015, is geschreven door de Beleidsadviseur Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Gorinchem aan een zadenbank die al decennia probleemloos en legaal werkt. Kort samengevat staat erin dat het Openbaar Ministerie een landelijke handhavingslijn heeft vastgesteld, die zou luiden: “De verkoop van hennepzaden voor hennepteelt in de zin van de Opiumwet is verboden.”
Wie de brief leest, moet wel concluderen dat het Openbaar Ministerie zo hoog mogelijk inzet: een totaalverbod op de verkoop van zaden, ook als die alleen bedoeld zijn voor kleinschalige thuisteelt voor persoonlijk gebruik. De brief bewijst ook dat er kostbare capaciteit van politie en justitie wordt ingezet om ondernemers die decennia lang legaal hebben gewerkt kalt te stellen. (volledige tekst van de brief onder aan deze post)
Voor de duidelijkheid: cannabiszaden worden NIET genoemd in het nieuwe artikel 11a van de Opiumwet, beter bekend als de Growshopwet.
Dit wordt dan ook genoemd in de serie Kamervragen die Magda Berndsen (D66) op 8 juni heeft gesteld aan de nieuwe minister van justitie Ard van der Steur (VVD) over “de gevolgen van de onlangs ingevoerde aanpassing van de Opiumwet (nieuw art. 11a) voor Nederlandse ondernemers in de hennepzaadindustrie en in de aanverwante industrieën”.
Vraag 2
Is bij u bekend of de verkoop van hennepzaad kan vallen onder de strafbaarstelling van artikel 11a Opiumwet, zoals onlangs ingevoerd via een wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt?
Vraag 3
Weegt u in uw antwoord op vraag 2 mee dat in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel waarin het nieuwe artikel 11a werd toegelicht, wordt gesproken van plantenbakken, potaarde, groeilampen, stekken en apparatuur, maar niet van hennepzaad?
Op 30 juni heeft Van der Steur laten weten dat hij deze vragen niet tijdig kan beantwoorden en uitstel van antwoord aangekondigd.
Om de verwarring nog groter te maken: de Amsterdamse burgemeester Van der Laan schreef al op 30 april jl. aan de gemeenteraad dat kleinschalige verkoop van zaden geen probleem is. Fragmenten uit deze brief:
“In mijn brief van 29 januari jl. deelde ik u mee dat ik de gevolgen van de wijziging van artikel 11a van de Opiumwet per 1 maart 2015 (strafbaarstelling voorbereidingshandelingen voor de illegale hennepteelt) in de driehoek zou bespreken en dat ik u vervolgens zou meedelen op welke wijze het Openbaar Ministerie het artikel zal handhaven. (…)
De gedragingen zijn alleen dan strafbaar bij wetenschap of ernstige redenen om te vermoeden dat het gaat om het faciliteren van beroeps- of bedrijfsmatig hennepteelt. De voormalig minister van Justitie en Veiligheid stelde dat het gaat om situaties waarin “elk weldenkend mens het (verkopen) dan achterwege had gelaten”.
De precieze grens van de strafbaarstelling in artikel 11a Opiumwet moet nog zichtbaar worden in de jurisprudentie de komende tijd.
Uit de kamerstukken blijkt duidelijk dat de wet niet tot gevolg heeft dat kweekattributen die gebruikt kunnen worden voor de hennepteelt door de wetswijziging automatisch een illegaal karakter krijgen.
Het Openbaar Ministerie stelt in samenspraak met de politie een lijst samen van bedrijven, ten aanzien waarvan op basis van waarnemingen van de politie het vermoeden bestaat dat zij zich schuldig maken aan het faciliteren van grootschalige of bedrijfs- en beroepsmatige hennepteelt. Op deze lijst staan geen bedrijven die vanuit een op toeristen gericht assortiment zakjes met kleine hoeveelheden hennepzaadjes verkopen, zonder daarbij ook technisch ondersteunende middelen zoals lampen, filters en dergelijke aan te bieden.”
Vooral de laatste zin maakt duidelijk dat zadenbanken die alleen zaadjes verkopen voor kleinschalige thuisteelt en geen kweekspullen niets te vrezen hebben.
Dat het Openbaar Ministerie zelf weinig snapt van de Growshopwet blijkt uit een persbericht van begin juni, met als kop ‘Veel zaden in beslag genomen bij actie tegen growshops‘. Het bericht begint als volgt:
‘Medewerkers van de politie Eenheid Rotterdam hebben tijdens de landelijke actiedag tegen growshops honderden pakketten met zaden voor de hennepteelt in beslag genomen. Omdat het voorhanden hebben van deze zaden pas onomstotelijk onder de zogenoemde voorbereidingshandelingen voor de hennepteelt valt als het THC-gehalte bekend is, zullen uit de verschillende pakketten zaden tot plantjes worden opgekweekt. Waar dat gaat gebeuren is nog onderwerp van overleg tussen Openbaar Ministerie, NFI en politie.’
Deze kromme redenering bewijst dat het OM echt niet snapt waarom het gaat; grootschalige, professionele teelt. En dus niet of een zaadje al dan niet uit kan groeien tot een plant, laat staan wat het THC gehalte is van die plant.
Je kunt het de dappere schrijver van het persbericht eigenlijk niet eens kwalijk nemen: de politiek heeft zo’n bizar systeem verzonnen rond cannabis, dat er werkelijk geen touw meer aan vast te knopen is.
Ondertussen verhuist het ene na het andere legale Nederlandse bedrijf naar Spanje, met medeneming van honderden banen en miljoenen belastinggeld. Tegen de tijd dat de rechter enige orde heeft kunnen scheppen in de chaos die de growshopwet aanricht, zal de legale, belasting betalende cannabis/growshop branche grotendeels uit ons land verdwenen zijn.
Er zal geen plant minder gekweekt worden en geen gram minder gerookt. Wel zullen de prijzen blijven stijgen en daarmee de aantrekkingskracht op al dan niet georganiseerde criminelen. En het kost een berg belastinggeld, zowel aan gederfde inkomsten als aan de torenhoge kosten van de Hollandse Hennepoorlog. Met dank aan de beide kabinetspartijen, VVD en PvdA.
Volledige tekst van de brief van de Gorinchemse beleidsadviseur Broers aan een zadenbank, ontvangen 25 juni 2015:
Op 8 april 2015 heb ik u per brief laten weten dat wij uw bedrijfsactiviteiten, namelijk de handel in hennepzaden voor de kweek van THC-houdende hennepplanten, zouden gedogen totdat het Openbaar Ministerie hierover beleid heeft vastgesteld.
Kortgeleden is door het Openbaar Ministerie een landelijke handhavingslijn vastgesteld voor de verkoop van hennepzaden, bedoeld voor de teelt van hennepplanten.
De verkoop van hennepzaden voor hennepteelt in de zin van de Opiumwet is verboden.
Het verkopen van hennepzaad is niet strafbaar als het zaad bedoeld is voor de voedselindustrie en vezelteelt. Het betreft hier hennepzaad dat geen THC bevat. Hennepzaad mag ook worden verkocht als visvoer en vogelvoer, als dit zaad dusdanig is behandeld dat het niet meer in staat is om uit te groeien tot een hennepplantje. Voor vezelzaad moet een goedkeuring zijn van een Europees keuringstation. In Nederland is dat het NAK (Nederlands Agrarisch Keuringstation). Indien die goedkeuring er niet is, kan worden vervolgd op grond van de Wet Economische Delicten.
Hennepzaden die worden aangeboden als hennepzaad voor het kweken van hennep in hennepkwekerijen of voor verkoop aan het buitenland, met het doel of de mogelijkheid om hier hennep cq. wiet van te produceren die THC bevat, is wel strafbaar. Deze hennep is speciaal ontwikkeld en bevat in veel gevallen een hoog THC gehalte. Het verkopen van dit zaad valt daardoor onder de strekking van artikel 11a van de Opiumwet.
Op grond van deze beleidslijn worden uw bedrijfsactiviteiten aangemerkt als illegaal. U dient alle handelingen die volgens artikel 11a van de Opiumwet strafbaar zijn geworden onmiddellijk te staken.
De gemeente zal, in samenwerking met de politie, actief controleren op het naleven van de wet- en regelgeving. Indien bij een controle blijkt dat u strafbare handeling verricht, zullen wij overgaan tot handhaving. Dit kan beteken dat wij u een last onder dwangsom opleggen of zelfs overgaan tot sluiting van het pand. Uiteraard kan het Openbaar Ministerie ook tot strafrechtelijke vervolging besluiten.
Deze brief is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Het indienen van bezwaar of beroep is dan ook niet mogelijk.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben ingelicht.
Met vriendelijke groet,
H.H.J.M. Broers
Beleidsadviseur Openbare Orde en Veiligheid
Gemeente Gorinchem.