Bron: De Standaard
9 december 2010
Door Yves Delepeleire
We dachten dat het debat was beslecht, maar daar was het gisteren terug. In het Europees Parlement. Althans, voor even. De discussie over het legaliseren van de cannabismarkt ligt nog altijd moeilijk. Voorstanders tasten ondertussen de grenzen van het mogelijke af, in België bijvoorbeeld.
De naam Meddy Willemsen zegt u waarschijnlijk niets, maar de man was jarenlang de bekendste coffeeshophouder in Nederland. Vandaag is hij de grootste drugscrimineel. Miljoenen euro’s verdiende hij met zijn coffeeshop Checkpoint in Terneuzen. Twee jaar geleden wilde hij stoppen en in Zwitserland gaan rentenieren. Maar toen hij in mei 2008 in zijn kantoor samen met zijn belastingadviseur de verkoop regelde, viel de politie binnen en sloeg ze hem in de boeien.
De reden? Omdat Willemsen te veel wiet zou hebben ingekocht, zou hij de vraag in stand hebben gehouden. Daarom wordt hij als leider van een criminele organisatie beschouwd.
Tegelijk heeft het gerecht een financieel onderzoek geopend tegen de man. De Nederlandse overheid wil dat Willemsen een deel van zijn ‘wederrechtelijk verkregen vermogen’ terugbetaalt. Het gaat om 30 miljoen euro.
De aanhouding van Meddy Willemsen staat in Nederland geboekstaafd als het einde van het gedoogbeleid. Dat is altijd dubbelzinnig geweest. Cannabis is illegaal. Maar terwijl de verkoop (de ‘voordeur’) wordt toegestaan, is de teelt (de ‘achterdeur’) niet geregeld. Daardoor is de bevoorrading van de coffeeshops in handen van criminelen gevallen.
Door voortaan alleen nog kleinschaligere coffeeshops toe te laten en de wietpas in te voeren, hoopt de Nederlandse regering de criminele bendes droog te leggen. ‘Maar dat is een verkeerde interpretatie van een slagvaardig beleid’, zegt Joep Oomen van Encod, een pan-Europees platform dat pleit voor een efficiënt drugsbeleid. In de feiten wil het vooral een legalisering van de hele cannabismarkt, van teelt tot verkoop.
‘De illegale teelt van cannabis is big business. Die achterdeur pak je niet aan door de toegang tot de voordeur moeilijker te maken. Wat we nu in Nederland zien gebeuren, is vooral ingegeven door populisme, aangewakkerd door de PVV (de partij van Geert Wilders, red.). En door een moralistisch standpunt’, zegt Oomen. ‘Als de beleidsmakers zouden nadenken over wat hun aanpak oplevert, dan zouden ze beter moeten weten. Wie eenmaal de verkoop van drugs accepteert, moet ook de tweede stap durven te zetten en de teelt legaliseren.’
Besparingen
Dat Nederland net de omgekeerde beweging maakt en opnieuw voor een meer repressief beleid kiest, mag inderdaad opmerkelijk heten. Want net nu wordt in Europa het debat over een regulering van de wietteelt weer gevoerd.
Michail Tremopoulos van de Griekse groenen organiseerde gisteren met enkele collega’s in het Europees Parlement een hoorzitting over het thema, met de steun van Encod. Daarbij was ook een vertegenwoordiger van de Europese Commissie aanwezig die de nieuwe EU-drugsstrategie vanaf 2012 moet uitstippelen.
De parlementsleden willen dat de Commissie de voordelen van een legale cannabismarkt in kaart brengt. Maar die zegt dat de lidstaten dat moeten doen.
‘De Commissie speelt verstoppertje. Ze zegt dat ze een beleid wil voeren op basis van feiten, niet op basis van ideologie. Maar een soft drugsbeleid is nog altijd taboe. Nochtans wordt er achter de schermen meer en meer over gepraat’, aldus Oomen.
Voordelen van een gelegaliseerde markt zijn er volgens voorstanders genoeg. De mosterd halen ze bij een studie die vorig jaar, nota bene, door de Europese Commissie werd gepubliceerd en die brandhout maakt van een jarenlange strijd tegen illegale drugs. Die aanpak zou geen resultaat hebben opgeleverd.
De vraag naar en het aanbod van illegale drugs zijn niet gedaald. De teelt van cannabis komt in handen van steeds grotere criminele bendes, waardoor het geweld stijgt. Bovendien is de kwaliteit van cannabis verslechterd, wat mogelijk tot meer gezondheidsproblemen heeft geleid.
Ook financieel scheuren we vandaag onze broek. Het politie- en justitieapparaat dat de wapens tegen de illegale cannabismarkt opneemt, zou ons meer kosten dan het iets opbrengt.
Onverantwoord, zeggen voorstanders van een regulering, zeker in tijden van economische crisis. Waarom zouden we besparen op onderwijs of op cultuur als het ook anders kan? Volgens officiële berekeningen spenderen de Europese lidstaten vandaag tussen de 25 en 35 miljard euro aan hun drughandhavingsbeleid. Dat geld gaat vooral naar politie en justitie die de illegale productie opsporen en vervolgen. Een regulering van de markt zou een groot deel van die kosten overbodig maken.
Bovendien zou een legale cannabismarkt ook heel wat belastingen genereren. De Nederlandse econoom Martijn Boermans berekende de belastingopbrengsten voor Nederland onlangs op 850 miljoen euro per jaar. In Duitsland wordt de winst op 2,8miljard euro per jaar geraamd. Een studie van tien jaar geleden aan de Vrije Universiteit Brussel spiegelde de Belgische staatskas elk jaar 360 miljoen euro voor.
Financieel lijken we er dus alleen beter van te worden. Maar geldt dat ook voor onze gezondheid? Ja, zegt Joep Oomen van Encod overtuigd. ‘Een door de overheid gecontroleerde wietteelt leidt tot schonere cannabis.’
Glas en lood
‘De wiet is zuiverder, minder versneden en niet verzwaard met andere vuile producten, zoals glas, lood, verf of olie. Criminele netwerken voegen dat nu vaak bij de wiet om het product zwaarder te maken. Zo vangen ze meer geld voor minder wiet.’
‘Er is ook geen indicatie dat een legale markt tot meer gebruik zou leiden. Dat merken we bij landen die nu al een soepeler beleid voeren, door het bezit van bepaalde hoeveelheden cannabis uit het strafrecht te halen. Dat wil zeggen dat de drugs illegaal blijven, maar dat je voor het bezit niet wordt vervolgd.’
De aanpak van Portugal, bijvoorbeeld, krijgt tegenwoordig steeds meer weerklank in het buitenland. Wie er wordt betrapt met 25gram wiet, 5 gram hasj, 2 gram heroïne of 1 gram cocaïne, moet die drugs wel afstaan, maar wordt niet gestraft. Gebruikers moeten zich wel bij een ‘Commissie voor Ontmoediging van Drugsverslaving’ aanmelden. Ook in België geldt een soepelere drugswet. Wie 3 gram cannabis (of één plant) in zijn bezit heeft, krijgt niet langer een pv.
Of die soepele aanpak werkt, is moeilijk te bepalen. In de jongste tien jaar nam het cannabisgebruik licht toe, vooral onder jongeren. Maar dat deed het in andere Europese landen, die een veel strikter beleid voeren, ook.
‘Italië, bijvoorbeeld, pakt (kleine) druggebruikers heel hard aan. In de gevangenissen zijn ze niet zelden het slachtoffer van een pak slaag. Toch ligt het cannabisgebruik in Italië bij een van de hoogste in de Europese Unie.’
Niet onschuldig
Voor hulpverleners kan dat geen argument zijn om cannabis te legaliseren. ‘Ik ben absoluut geen voorstander’, zegt Dirk Vandevelde, directeur van het drugsbehandelingscentrum De Kiem en voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Behandelingscentra Verslaafdenzorg (VVBV).
‘Je kunt de vergelijking met alcohol maken. Dat is een legale drug. Het problematische gebruik ervan ligt tien keer hoger dan bij cannabis. Van zodra je ook die drug legaal maakt, en dus beter bereikbaar, zal ook cannabis vaker worden misbruikt.’
‘Nu al zien we in de hulpverlening steeds meer cannabisverslaafden’, aldus Vandevelde. Van alle drugsgebruikers die zich in professionele centra laten behandelen, geeft een op de vier cannabis aan als voornaamste probleem. Tien jaar geleden was dat nog maar een op de tien.
‘Er zijn nu toch al genoeg studies die hebben aangetoond dat cannabis echt niet zo onschuldig is. Wie veel joints rookt, maakt van zijn leven een puinhoop. Het is ook schadelijk voor de hersenen, zeker bij jongeren. Neen, ik zou cannabis echt niet graag in de supermarkt zien liggen.’
‘Het klopt dat Europa dringend een eenduidig drugsbeleid moet voeren, want dat is er vandaag niet. Het ene land is veel soepeler dan het andere. Dat verschuift de problemen alleen maar. Maar ik denk dat Europa verstandig genoeg is om zich niet alleen door de voorstanders van een legale cannabismarkt te laten leiden.’
Cannabis social club
Toch is Joep Oomen van Encod optimistisch. Hij ziet zelfs een voortrekkersrol voor ons land. ‘België staat in de praktijk het dichtst bij een regulering. Door de soepelere drugswet die het bezit van één cannabisplant niet meer bestraft, is het voor gebruikers mogelijk geworden hun eigen plant te telen. Dat heeft ook het idee van een “cannabis social club” mogelijk gemaakt.’
‘Het principe is eenvoudig’, zegt Oomen. ‘Elk lid van de club betaalt zijn eigen plant, maar die telen we in één ruimte, ergens in het Antwerpse. De locatie wil ik niet zeggen om ons te beschermen tegen diefstal. Belangrijk is dat we op een schone manier telen, zonder vuile producten. Leden krijgen de wiet ook voor de eerlijke prijs van 4 euro per gram, wat de helft is van het bedrag op de zwarte markt.’
‘Het telen van cannabis blijft illegaal. Maar we hebben al twee rechtszaken tegen onze plantage gewonnen. We hebben nu vijftig leden. Hun aantal blijft groeien. Dat sterkt ons in het idee dat we het concept hier kunnen uitbouwen. Dat zou een scoop zijn, want zou niet minder dan een regulering van de markt betekenen.’