Verslag van de 53ste zitting van de Commissie Verdovende Middelen (Commission on Narcotic Drugs, CND) in Wenen van 8 tot 12 maart 2010.
Bekijk het videoverslag van Encod over de CND vergadering
De vergadering startte met een verwarrende inleidingsrede van Antonio Mario Costa, nu in zijn 8ste en laatste jaar als Bestuursdirecteur van UNODC (VN Bureau voor Drugs en Criminaliteit). Enerzijds waarschuwde hij voor de dreigende gezondheidsrampen in arme landen als drugs zouden worden gelegaliseerd in de rijke landen, anderzijds verklaarde hij dat mensen niet hun menselijkheid en mensenrechten verliezen als ze drugs gebruiken, en dus niet moeten worden opgesloten of gedood vanwege hun druggebruik. . Dit waren geen toevallige verklaringen. In de gangen van de vergadering verdeelde UNODC documentatie over de integratie van mensenrechten in het drugbeleid.;
Tijdens de 5-daagse vergaderingen van de eigenlijk Commissie Verdovende Middelen (CND) leggen regeringen uit welke maatregelen zij gebruiken om het globale drugprobleem aan te pakken. Er waren ook randmanifestaties met onderwerpen zoals toegang tot essentiële medicijnen, vooral voor kanker-pijnpatiënten. Cannabis kwam naar voor als een belangrijk element bij de behandeling van kanker.
De Internationale Controleraad voor Verdovende Middelen (International Narcotics Control Board, INCB) kreeg harde kritiek van Argentinië en Mexico omdat de INCB het beleid om persoonlijke gebruikshoeveelheden te decriminaliseren in deze landen veroordeelde ook al had dit de bedoeling de schade voor gebruikers te milderen en hun mensenrechten beter te respecteren. Uiteindelijk konden beide landen duidelijk maken dat het INCB hen veroordeelde voor iets wat UNODC hen gevraagd had te doen.
Hier vind u het INCB rapport en persartikels over hoe de INCB zijn boekje te buiten ging bij verklaringen tegenover de VS, Canada en Latijns-Amerika.
Tot zover het vuurwerk. Voor het overige bleven we bij de bekende standpunten. Nederland vond dat we de waarheid over drugs moesten vertellen, terwijl de Zweeds afgevaardigden vragen om “de universele druggebruikspreventie niet op te geven”.
ENCOD afgevaardigden probeerden een aantal regeringsafgevaardigden te interviewen over hun ervaring in de vergadering. De meesten wilden wel praten en gaven duidelijk te kennen dat volgens hun overtuiging legalisatie de beste oplossing zou zijn. Vooral EU-vertegenwoordigers – en vooral de Oost-Europese – waren nogal open met hun kritiek voor het huidige beleid. De meerderheid wilde wel niet gefilmd worden omdat ze daardoor problemen konden krijgen met mensen hoger in de hiërarchie. Toch slaagden we erin interviews met afgevaardigden uit Bolivië, Italië, Portugal, Soedan en Uruguay op film te vangen.
In de dialoogvergadering die UNODC-directeur Antonio Mario Costa organiseerde bleek al snel dat de aanhoudende opmerkingen vanuit het publiek zijn geduld erg op de proef stelde. Blijkbaar had Costa tijdens zijn 8-jaar durende beleid heel wat frustratie opgekropt, die er onder druk van de dialoog uit moest. Legalisatie-activisten verweet hij openlijk “middenklassers te zijn die zogezegd werken rond schadebeperking maar eigenlijk druggebruik promoten en eigenlijk neo-kolonialisten zijn”.
Vanwege Costa’s agressieve en paranoïde gedrag, weerhield ENCOD’s Fredrick Polak zich van tussen te komen. Op het ogenblik leek het nuttiger om de andere NGO-afgevaardigden te laten ervaren hoe de directeur-generaal hen vernederde en als antwoord op beleefde vragen en opmerkingen hun standpunt opzettelijk verkeerd voorstelde.
Bij de NGO’s was er flink wat opschudding over wat te doen als reactie op deze aanval. ENCOD stelde onder andere voor om een officiële klacht in te dienen. De formele gastheer voor de VN, nl. het Weense NGO-Comité, besloot uiteindelijk de zaak maar te negeren en het voorstel van de Amerikaanse “Drug Free America Coalition” aan te nemen waarin er gestreefd wordt naar een betere relatie met de volgende Bestuursdirecteur. Algemeen gezien was het interessant vast te stellen hoe goed NGO’s zich als regeringen kunnen gedragen bij dit soort gelegenheden.
Bij momenten kreeg je de indruk dat je in een theatervoorstelling zat, alsof we samen gehouden werden door een reusachtige glazen kaasstolp: mensen vliegen elkaar aan, verschillende smaken raken gemengd en op het einde zit iedereen met hetzelfde algemene gevoel, nl. dat dit uitdraait op een grote maar verloren kans om eindelijk het een en ander recht te zetten. En het ziet er naar uit dat het nog een tijdje zo zal blijven, omdat China, Japan en Rusland met enthousiasme de rol van ‘grootste promotor van het verbodsbeleid’ overnemen van Washington.
Een interessant punt op de CND-agenda was de resolutie voor een standpunt over cannabiszaad
naar voor gebracht door Japan en Azerbeidjan. Op het CND-blog van het International Drug Policy Consortium lezen we in het verslag van de besprekingen over deze zaak:
“”Toen deze resolutie in eerste instantie door Japan op de agenda werd geplaatst, droeg ze als titel ‘Cannabiszaad als een wereldwijde dreiging’. Er was niet veel eensgezindheid over het feit of deze vlag de lading wel echt dekte totdat de voorzitter snel voorstelde om een nieuwe titel te bedenken in de COW (Commission of the Whole, de mysterieuze naam voor een tweede grote vergadering die tijdens de CND-vergadering doorgaat naast de plenaire vergadering.In de COW-vergadering bespreekt men de resoluties die werden voorgesteld door de lidstaten) bij het debat over de inhoud van de tekst.Duitsland antwoordde alvast op het voorstel door te wijzen op het feit dat cannabiszaden niet vallen onder de drugconventies en dat ze zelfs specifiek werden uitgesloten omdat ze nog een belangrijke rol spelen in de extensieve legale handel. Volgens de Duitse afgevaardigde trad de CND met deze resolutie buiten haar bevoegdheid.
Het INCB antwoordde dat het wel klopte dat cannabiszaden niet begrepen zijn onder de VN-conventies, maar dat dit het CND niet hoeft te weerhouden om op te treden in de kwestie .Bij papaverzaad heeft het CND ook een standpunt ingenomen. De Russische afgevaardigde steunde het standpunt van het INCB en drong aan dat het CND wel degelijk kan optreden bij kwesties die niet gedekt zijn door de conventies en dat er eigenlijk geen excuus was om niet op te treden. De Duitse afgevaardigde dacht dat dan de conventies gewijzigd moeten worden; Frankrijk betuigde zijn steun voor het Russische standpunt.
Het eigenlijke debat toonde aan dat er een algemene kloof bestaat tussen ‘hard-line’ landen aan de ene kant en de pragmatische landen aan de andere kant. Ook de breuklijnen in de VN-organisatie werd duidelijk toen de vertegenwoordiger van de WGO (Wereldgezondheidsorganisatie ) tussenkwam om een tweetal opmerkingen mee te geven. Ten eerste, zei hij, werden cannabiszaden en papaverzaden bekeken als compleet verschillende gevallen doordat cannabiszaad ook expliciet uit de verdragen is geweerd. Ten tweede is er geen bewijs dat het zaad van soorten met een hoger THC-gehalte leidt tot meer schade.
Het INCB antwoordde dat papaverzaad ook expliciet uit de Enkelvoudige Conventie gehouden werd en toch heeft het CND er al resoluties over aangenomen. Ook de voorzitter begon zich toen tegen de WGO afgevaardigde te keren. In de tekst van de resolutie staat ook een oproep tot nieuw onderzoek over de ‘schadelijke effecten van cannabis’ door de WGO expertencommissie. De voorzitter vroeg dat de WGO op de CND-vergadering van volgend jaar verslag uit zou brengen over dat onderzoek. Toen de afgevaardigde antwoordde dat dat onderzoek waarschijnlijk langer zou duren dan één jaar, kreeg hij te horen dat hij dan maar wat moest rusten in Genève en het secretariaat iets in elkaar laten steken. Eén jaar was lang genoeg voor hen.
Oppervlakkig gezien leken deze commentaren misschien grappig, maar de tegenstellingen waren voelbaar in de lucht. Misschien was het een persoonlijke zaak, maar in de context van dit debat leek het of instellingen zich wilden profileren tegenover elkaar zoals landen met een hard cannabisbeleid tegenover landen met een ‘zacht’ cannabisbeleid. De WGO met haar cultureel genuanceerde analyse van drugkwesties, haar gezondheidsmandaat en haar volledige aanvaarding van schadebeperking marcheert geregeld niet mee met UNODC en het zwaar gepolitiseerde CND-forum. Deze spanningen lagen waarschijnlijk aan de basis van het formele geschipper van de verschillende afgevaardigden.“”
Samengevat kunnen we stellen dat deze vergadering doorging in een overgangsjaar. UNODC en meer bepaald Costa zelf, weten dat hun systeem zijn geloofwaardigheid verliest. ‘Schadebeperking’ en ‘mensenrechten’ zijn de sloganwoorden van de dag die de verdedigers van het verbod vandaag gebruiken om wat tijd en ruimte te krijgen om zichzelf te verjongen. Binnen afzienbare tijd zal de VN zelf beseffen dat je zelf vooraan moet lopen als je echt wil verjongen. Er zijn al enkele landen die openlijk praten over successen met innovatieve beleidsopties die meer kiezen voor openbare gezondheid en individuele vrijheid. Als de VN in de toekomst nog en rol wil spelen in het drugbeleid, moet ze zich neerleggen bij die realiteit en er het beste van maken.
Vrijdag 12 maart gaf de ENCOD delegatie een persconferentie over onze ervaringen bij de CND-vergadering in café Landtmann in Wenen, waarbij er een aantal journalisten opdaagden. De Weense krant ‘Die Wiener Zeitung’ had een dag eerder een interview met Fredrick Polak gepubliceerd.