CONCLUSIES VAN DE OPENBARE HOORZITTING OVER HET EU DRUGBELEID
23 februari 2010
Europees Parlement, Brussel
De hoorzitting werd bijgewoond door vertegenwoordigers van 40 burgerorganisaties uit 15 EU landen
Op 23 februari 2010 ging in het Europees Parlement een openbare hoorzitting door over het Drugbeleid in de Europese Unie. Op uitnodiging van Grieks Europarlementslid Michael Tremopoulos en ENCOD (Europese Coalitie voor Rechtvaardig en Effectief Drugsbeleid), kwamen ongeveer 40 vertegenwoordigers van burgerorganisaties uit 15 verschillende landen samen om enkele aanbevelingen te formuleren voor de leden van het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Europese Raad over de toekomstige aanpak van de Europese Unie betreffende gecriminaliseerde drugs. De hoorzitting werd bijgewoond door vertegenwoordigers van de Drug Coördinatie Eenheid van de Europese Commissie en Europarlementsleden Dennis de Jong (Nederland, EUL) en Michail Tremopolous (Griekenland, GREENS).
De hoorzitting vond plaats 2 weken voor de jaarlijkse vergadering van het VN Comité voor Verdovende Middelen in Wenen.
Hoofdzaak op de agenda van de openbare hoorzitting was het ‘Rapport over Wereldwijde Illegale Drugmarkten 1998 – 2007”, gefinancierd door de Europese Commissie in 2008. Dit onderzoek werd uitgevoerd door een team gerespecteerde drugonderzoekers geleid door Prof. Reuter van Rand Corporation (VS) en Mr. Franz Trautmann van het Trimbos Instituut (Nederland). Het kwam tot stand nadat burgerorganisaties al een aantal jaar vroegen naar een onafhankelijke evaluatie van het wereldwijde drugverbod.
Het rapport werd voorgesteld door Drug Coördinatie Eenheid van de Europese Commissie. De conclusies van dit rapport bewijzen dat de theorie achter het drugverbod – als middel om productie, verspreiding en gebruik van “gecontroleerde” drugs te verminderen – niet correct is. Volgens het rapport hebben deze ‘controlepogingen’ nauwelijks invloed op de globale illegale drugmarkt, waarvan de jaarlijkse waarde geschat word op 300 miljard dollar.
Carel Edwards (Europese Commissie), Michail Tremopoulos (MEP), Fredrick Polak (ENCOD) en George Oikonomopoulos ( Elefsyna, Greece)
De inspanningen om de productie te controleren kennen soms plaatselijk wat succes maar hebben geen invloed op de wereldwijde beschikbaarheid van drugs, inspanningen om de smokkel tegen te gaan doen het niet beter.
Behandeling vermindert de schade voor individuele druggebruikers en voor de samenleving zonder het algmenen druggebruik te verminderen.
Preventiecampagnes schieten te kort omdat hun efficiëntie niet bewezen kan worden.
Schadebeperking bewijst zijn nut in een groeiend aantal landen, maar beperkt zich tot een klein segment van het drugprobleem.
De politionele aanpak slaagt er niet in om de beschikbaarheid tegen een lage prijs tegen te houden. Bovendien is het de oorzaak van ernstige schade, ongelijk verdeeld over de verschillende staten. Het drugverbod is een hoofdoorzaak voor geweld, corruptie, en milieu- en gezondheidsschade. Deze problemen liggen aan de basis voor dood, ziekte en een ernstig verlies van levensstandaard voor miljoenen mensen, gebruikers, hun omgeving en de maatschappij in haar geheel.
Dennis de Jong (MEP)
Samengevat concludeert het rapport dat het drugbeleid gebaseerd op het verbod enorme schade aanricht en weinig of zelfs geen positieve resultaten genereert. De Europese Unie verdient een pluim omdat ze het dit onderzoek en de verbonden conclusies mogelijk maakte. De volgende stap is dat ze handelt naar de verworven inzichten. Dit negeren zou neerkomen op misdadige nalatigheid.
Daarom vraagt de vergadering aan de Europese instellingen om de volgende initiatieven te nemen:
1. Zo snel mogelijk een Europese top bijeen te roepen over de toekomst van het drugbeleid, waarvoor nationale en lokale overheden, parlementairen en vertegenwoordigers van burgerorganisaties van de 27 lidstaten worden uitgenodigd. Het doel van deze top zou een verkenning zijn van de ruimte voor een innovatief drugbeleid dat niet gebaseerd is op een verbod, maar op de lessen getrokken uit het Reuter – Trautmann rapport en op de ervaringen van plaatselijke overheden en burgerorganisaties.
2. Een algemene aanbeveling te richten aan de lidstaten om een evaluatie van hun drugbeleid tot een politieke prioriteit te maken. De EU moet elk land toelaten zijn eigen drugbeleid te voeren zoals het hen past, rekening houdend met de Mensenrechten, individuele vrijheden en de sociale samenhang, waarbij zo weinig mogelijk zijdelingse schade wordt aangericht.
Bruno Valkeneers (Liaison Antiprohibitioniste, Bruxelles)
3. Gebruik te maken van de volgende vergadering van de Commissie voor Verdovende Middelen van de VN in Wenen om nogmaals het belang van schadebeperking te benadrukken en een debat te lanceren over een herziening van de VN conventies om een regulering van de drugmarkt mogelijk te maken die niet gebaseerd is op een totaalverbod.
4. Manieren onderzoeken om de marge te vergroten voor initiatieven van Europese burgers om een gesloten circuit voor de productie en verdeling van cannabis voor persoonlijk gebruik op te zetten, in het kader van het verminderen van de gezondheidsschade en de afhankelijkheid van de zwarte markt.