Europese Coalitie voor Rechtvaardig en Effectief Drugsbeleid – ENCOD vzw
Verklaring voor het burgerforum over het drugbeleid – 20/21 mei 2008
In de officiële samenvatting van de eerste zitting van het burgerforum over drugs in de EU (13 & 14 december 2007) verklaarde de Europese Commissie dat de agenda voor de tweede zitting zou bestaan uit een bespreking van het huidige Actieplan met de bedoeling dat dit stof zou leveren voor het volgende Actieplan, dat tegen eind 2008 aangenomen zal worden.
Op deze tweede zitting van het burgerforum stellen wij u de bijdrage voor van de Europese Coalitie voor een Rechtvaardig en Effectief Drugsbeleid aan deze discussie. Deze bijdrage is gebaseerd op de commentaren van verschillende ENCOD leden en geïnteresseerde individuen die reageerden op onze vraag naar reacties op het EU Voortgangsrapport van het Actieplan dat gepubliceerd werd in december 2007. Deze oproep werd op onze website gezet in verschillende talen en ook op verschillende internetfora en bereikte zodoende tienduizenden individuele burgers van verschillende EU lidstaten.
De bijdrage bestaat uit 2 delen: een verklaring over het voortgangsrapport van het Actieplan voor Drugs 2005-2008, en een aantal aanbevelingen voor het toekomstige Actieplan 2009-2012 dat later dit jaar wordt gepubliceerd.
1. Een vooruitgangsrapport zonder conclusies
In de conclusie van het voortgangsrapport over het EU Actieplan voor Drugs 2005-2008 wordt gesteld dat “de beschikbare gegevens niet altijd een duidelijk antwoord geven op de vraag of de toepassing van het Actieplan enig effect heeft op het probleem dat het pretendeert aan te pakken”. In de evaluatie van het EU Actieplan 2000-2004 van het EMCDDA[[European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction]] , oktober 2004, werd hetzelfde probleem ook al vastgesteld. Toen werd dit als volgt geformuleerd: “de gebruikte maatstaven worden als te vaag gezien om van enig nut te zijn voor evaluatierapporten die proberen aan te tonen of er een concreet effect is op het gestelde probleem.”
Niets in dit voortgangsrapport laat de lezer toe te besluiten dat de inspanningen om het doel van het Actieplan te bereiken (“een grote vermindering van het druggebruik bij de bevolking en een vermindering van de sociale en gezondheidsschade veroorzaakt door het gebruik en de handel in illegale drugs”) nu gelukt zijn of niet. We lezen over het oprichten van agentschappen, beleidsprogramma’s, de organisatie van vergaderingen, mechanismen om gegevens te verzamelen, etc. Maar er zijn geen gegevens waarmee we kunnen beoordelen wat de uiteindelijke waarde is van al deze inspanningen voor het gevoerde drugbeleid.
Er worden wel enkele (cijfermatige) gegevens vermeld, maar hoe deze gegevens geïnterpreteerd moeten worden, wordt in het midden gelaten. Worden de vraag en het aanbod van drugs verminderd? Waarom vermindert het druggebruik niet of net wel? Welke factoren liggen aan de basis van de verschillende gebruikspatronen in de verschillende EU landen? Waarom wordt druggebruik in sommige gevallen problematisch en in andere gevallen niet? Blijkbaar zijn deze data niet voor handen, of de opstellers van het rapport kunnen of willen deze gegevens niet analyseren en er de nodige besluiten trekken.
Bij de eerste zitting van het Burgerforum in december 2007, vroeg Mr. Carel Edwards de deelnemers zich enkel te baseren op harde bewijzen en ideologische argumenten uit de discussie te bannen. Toch vraagt de commissie ons vandaag een voortgangsrapport te bespreken dat helemaal niet op harde bewijzen is gebaseerd. Wij worden uitgenodigd om aanbevelingen te doen voor het nieuwe Actieplan 2009-2012, terwijl iedereen perfect weet dat elke aanbeveling naar de buitenwereld en voor de HDG[[Horizontal Drug Group: werkgroep van de Raad van de Europese Unie, samengesteld uit vertegenwoordigers van EU lidstaten. De HDG coördineert de gezamenlijke inspanningen van de EU-raad/ de lidstaten en de Europese Commissie.]] vergaderingen, eerst goedgekeurd moet worden door de Europese Commissie.
Kort samengevat lijkt het alsof men ons de volgende boodschap wil overbrengen: “Drugs moeten illegaal blijven, zonder rekening te houden met de wetenschappelijk bewijzen, de aanbevelingen van het Europese Parlement of de inbreng van NGO’s.”
Wij stellen voor om deze tweede sessie van het Burgerforum te gebruiken om te zoeken naar gemeenschappelijke standpunten waar we ons als burgerorganisaties achter kunnen scharen, waarbij we ook de minderheidsstandpunten niet uit het oog verliezen.
Daarom stellen we voor dat de werkgroepen de volgende stellingen bespreken:
De huidige stand van zaken in de oorlog tegen drugs in Europa als de onnodige, discriminerende en dikwijls gewelddadige criminalisering van mensen die drugs gebruiken of produceren (voor eigen gebuik).
De alternatieven voor het drugverbod: We zijn in de doorslaggevende eerste maanden van het zogenaamde “jaar voor reflectie” dat de VN invoerde tussen de CND[[Commission on Narcotic Drugs]] -vergaderingen van 2008 en 2009. In deze omstandigheden zou het negeren van de alternatieven voor het drugverbod neerkomen op plichtsverzuim of zelfs misdadige nalatigheid gezien de voortdurende menselijke ellende die het drugverbod veroorzaakt.
2. Aanbevelingen zonder effect?
Het is nog steeds onduidelijk wat de precieze waarde van de aanbevelingen zal zijn die deze tweede vergadering van het Burgerforum naar voor zal brengen. De vraag welke rol het Burgerforum zal spelen in het beslissingsproces, blijft onbeantwoord. Bovendien kan de samenstelling van het Burgerforum niet beschouwd worden als een werkelijke afspiegeling van de burgerorganisaties die werken in het drugveld. Minstens 2 van de 26 uitgenodigde organisaties vertegenwoordigen geen burgers maar lokale overheden (ECAD en EFUS). Van de 24 overblijvende organisaties is een groot deel eerder te beschouwen als netwerk van beroepsmensen die diensten verlenen aan druggebruikers of die actief zijn in onderzoek, maar dat maakt hen niet onmiddellijk tot de vertegenwoordigers van burgers die geraakt worden door het drugbeleid. Daarbij komt nog dat verschillende organisaties aanwezig op het forum slechts heel weinig informatie vrijgeven over hun de transparantie en de toegankelijkheid van hun organisatie voor gewone burgers. Men zou makkelijk kunnen beweren dat de huidige samenstelling van het Burgerforum hoofdzakelijk bestaat uit een groep organisaties die gekozen werden door de Europese Commissie omdat ze wellicht precies de bijdragen zullen leveren die de Europese Commissie graag zou horen.
De Europese burgermaatschappij heeft eigenlijk al een legitieme vertegenwoordiging: het Europese Parlement. In december 2004 gaf het Europese Parlement een rapport uit over de toekomstige drugstrategie van de EU. ENCOD stelt voor dit rapport te gebruiken als basis bij het opmaken van het komende Actieplan 2009-2012. In een moderne en open democratie zijn de ideeën van de rechtstreeks verkozenen de basis voor de toepassing van het beleid.
De belangrijkste aanbevelingen (goedgekeurd door de meerderheid van het Europese Parlement op 15 december 2004) voor het volgende Actieplan (2009-2012) in de Europese Unie zijn:
klare, precieze en kwantificeerbare doelstellingen en prioriteiten te bepalen, die vertaald kunnen worden in operationele indicatoren en acties in de toekomstige actieplannen, waarbij verantwoordelijkheden en deadlines voor hun implementatie heel duidelijk dienen gedefinieerd te worden, rekening houdend met het subsidiariteitsbeginsel.
er rekening mee te houden dat de evaluaties van de verwezenlijking van de zes hoofddoelstellingen van de EU-strategie inzake drugsbestrijding (2000-2004) die tot nu toe zijn verricht, voor geen enkele van deze doelstellingen positieve resultaten te zien geven, en daaruit dus voor het beleid en de wetgeving de consequenties trekken bij het opstellen van de Europese strategie voor de drugsbestrijding (2005-2012) en de daarmee verbonden actieplannen;
de nieuwe strategie meer te baseren op wetenschappelijk onderzoek en een diepgaand en structureel overleg met de actoren op het terrein in de lidstaten;
het sociaal en wetenschappelijk onderzoek naar illegale stoffen voor relevante medische en sociale doeleinden te intensiveren;
een specifieke begrotingslijn te creëren voor een continu raadplegingsproces met betrokken maatschappelijke organisaties en onafhankelijke professionele deskundigen over het effect van drugsbeleid op het niveau van de burgers;
een gedetailleerde evaluatie te verrichten naar de doelmatigheid van de tenuitvoerlegging van de eerdere strategie, met bijzondere aandacht voor:
– preventie van gebruik en verslaving,
– vermindering in het aanbod van en de vraag naar verboden drugs,
– beperking van de sociale schade (marginalisering),
– beperking van de schade aan de gezondheid,
– terugdringing van drugsgerelateerde kleine criminaliteit en georganiseerde misdaad
conform de beginselen van democratische legitimiteit, doorzichtigheid en loyale samenwerking tussen de instellingen, het Europees Parlement regelmatig te informeren over de stand van de onderhandelingen in de Raad over de Europese strategie inzake drugsbestrijding (2005-2012),
totaal andere maatregelen voorstellen dan de inadequate middelen die zijn uitgekozen voor de verwezenlijking van de algemene doelstelling van het voorstel voor een EU-strategie inzake drugsbestrijding, waarbij prioriteit moet toekomen aan de bescherming van leven en gezondheid van gebruikers van illegale middelen, en aan verbetering van hun welzijn en bescherming uitgaande van een evenwichtige en geïntegreerde probleemstelling;
na de toetreding van de tien nieuwe lidstaten, de coördinatie en informatie-uitwisseling binnen de Unie op het gebied van het drugsbeleid verbeteren met het oog op een geïntegreerde, multidisciplinaire en evenwichtige aanpak van het drugsprobleem, waarin ook rekening wordt gehouden met de bemoedigende, uitvoerig gedocumenteerde resultaten die zijn verkregen in verschillende lidstaten en andere Europese landen waar een alternatief drugsbeleid wordt gevoerd,
minimumnormen vast te stellen om de beschikbaarheid en de doelmatigheid van de interventies te verbeteren, alsmede minimumnormen voor maatregelen inzake reïntegratie op basis van de beste praktijken in de lidstaten, teneinde de sociale gevolgen van drugsgebruik te beperken;
te zorgen voor een grotere beschikbaarheid van schadebeperkende programma’s (vooral tegen de verspreiding van HIV en andere via bloed overdraagbare ziekten) voor druggebruikers;
minimumnormen vast te stellen voor reïntegratiemaatregelen op basis van de beste praktijken in de lidstaten, in plaats van een te sterke focus op nabehandeling met drugsvervangende middelen; te dien einde dienen bijzondere inspanningen tot resocialisatie te worden genomen;
zich veel meer te concentreren op schadebeperking, informatie, preventie, zorg en aandacht voor de bescherming van het leven en de gezondheid van personen met problemen als gevolg van het gebruik van verboden middelen, en maatregelen te bedenken waardoor marginalisering kan worden vermeden, eerder dan repressieve strategieën te volgen die nagenoeg neerkomen op schending van grondrechten en ook regelmatig geleid hebben tot schendingen van de mensenrechten;
het accent te leggen op de versterking van de voorlichtingsmaatregelen, die dienen te worden gebaseerd op wetenschappelijke kennis betreffende de gevolgen van de verschillende soorten drugs (vooral synthetische), teneinde iedereen op een duidelijke doch doortastende manier te kunnen waarschuwen;
de deelneming en betrokkenheid van verslaafden en gebruikers van verboden stoffen, van maatschappelijke organisaties, NGO’s en van het vrijwilligerswezen, alsmede de publieke opinie bij de oplossing van drugsgerelateerde problemen te definiëren en exponentieel te versterken, meer in het bijzonder door een sterkere betrokkenheid van de organisaties die actief zijn op dit terrein bij de werkzaamheden van de HDG en door het organiseren van een jaarlijks Europees preventie-initiatief, en door op experimentele basis laagdrempelige plaatsen in te richten voor een schadebeperkende en anti-prohibitionistische aanpak;
de ontwikkelingssteun aan drugsproducerende landen aanzienlijk te verhogen via programma’s ter financiering van alternatieve, duurzame teelten en een drastische beperking van de armoede, waarbij ook de mogelijkheden moeten worden bestudeerd om de productie voor medische en wetenschappelijke doeleinden te stimuleren en te beschermen, zoals van opiaten, alsmede de mogelijkheid van pilot-projecten voor industriële vervaardiging van toegelaten producten van de in het verdrag van 1961 genoemde planten, zoals bijvoorbeeld Indische hennep en cocablad;
de research naar gebruik van planten die thans illegaal zijn of in een schemergebied verkeren, zoals cannabis, opium of cocabladen, voor medische doeleinden, of voor voedselveiligheid, duurzame landbouw, opwekking van alternatieve energie, vervanging voor producten op hout- of oliebasis en andere nuttige doeleinden uit te breiden;
een wetenschappelijke studie verrichten naar de kosten en baten van het huidige drugsbeleid, die met name moet omvatten: een analyse van cannabis en de verschillende daarvan afgeleide legale en illegale stoffen, mede ter inventarisatie van de effecten daarvan, de mogelijke therapeutische werking, en de resultaten van het criminaliserende beleid en de mogelijke alternatieven; een analyse van de doelmatigheid van de programma’s voor heroïneverstrekking onder medisch toezicht voor therapeutische doeleinden, bezien in het licht van de daarmee beoogde vermindering van het aantal drugsdoden, een analyse van de economische, juridische, sociale en ecologische kosten van het prohibitionistische beleid in termen van voor de wetshandhaving ingezette personele en financiële middelen; een analyse van het effect op derde landen van het huidige beleid zoals dat uit de Europese strategie en het wereldwijde systeem van “drugsbeheersing” voortvloeit;
En uit het recente rapport over het ‘Groenboek’ voor het Europees Parlement over de rol van de burgermaatschappij in het drugbeleid in de Europese Unie (12.03.2008) halen we aan:
Het Europees Parlement acht het belangrijk de Europese dialoog met organisaties van drugsgebruikers te versterken als een noodzakelijk aspect om de uitdagingen van de sociale integratie te kunnen aangaan en steun te verlenen aan mensen die hun verslaving te boven proberen te komen;
Het Europees Parlement verzoekt het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten om een studie te verrichten naar de gevolgen van het antidrugsbeleid en na te gaan of het effectief was en of en in welke mate met dit beleid grenzen zijn overschreden en individuele rechten zijn geschonden;
Het Europees Parlement verzoekt de Commissie en de lidstaten onderzoek te doen naar mogelijkheden tot samenwerking met Europese maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de productie van stoffen uit cocabladeren, uitsluitend voor legaal gebruik, als een manier om doelmatig bij te dragen aan de internationale bestrijding van de drugshandel door de grondstoffen voor drugs aan de handel te onttrekken, waarbij wel het veilig gebruik van dergelijke stoffen moet worden gegarandeerd;
Het Europees Parlement meent dat het, tien jaar na de speciale zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (SAVVN) over drugs in 1998 – belangrijkste doelstelling hiervan was ‘een wereld zonder drugs’ binnen tien jaar – nodig is te beoordelen wat de werkelijke resultaten van het huidige drugsbeleid zijn om te bepalen welke strategieën succesvol waren, teneinde hier lessen uit te trekken voor de toekomstige strategie;