Verslag van de eerste vergadering van het Burgerforum voor Drugs, georganiseerd door de Europese Commissie
13 & 14 december, Brussel
Door: Virginia Montañes en Joep Oomen
De vergadering ging door in het gebouw van comité van de regio’s in Brussel.
Van de 26 uitgenodigde organisaties, verschenen er 22 op het appel in Brussel. Eén van de organisaties (Eurasian Harm Reduction Network) had ook INPUD (International Network of People Who Use Drugs) aan boord genomen als deel van hun afvaardiging, zodat er uiteindelijk 23 organisaties vertegenwoordigd waren:
INPUD,
EHRN,
UNAD,
ARAS,
PARSEC,
CORRELATION,
ITACA,
A-CLINIC,
DHS,
AFR,
ERIT,
EURO TC,
IREFREA,
KENTHEA,
FOUNDATION FOR DRUG FREE EUROPE,
WOCAD,
EURAD,
ECAD,
EFUS,
SENLIS COUNCIL,
CITYWIDE,
DRUG POLICY ACTION GROUP
en ENCOD.
De Cypriotische overheid, EMCDDA (drugonderzoeksinstelling van de EU) en het Europese Parlement waren aanwezig als waarnemers
Gastheer was de Anti-Drugs Eenheid van de Europese Commissie, geleid door Mr. Carl Edwards.
Inleiding
Carel Edwards opende de vergadering met welgemeende excuses voor de chaotische manier waarop de vergadering was georganiseerd. Hij verwees vooral naar het feit dat de deelnemers de documentatie (meer dan 90 pagina’s) voor de vergadering van 11 december pas ontvingen minder dan 48 uur voor de start van de vergadering. Op de andere problemen, zoals het gebrek aan transparantie bij het selectieproces of het gebrek aan informatie over het doel van de vergadering, had hij geen commentaar. Dit gebrek aan informatie veroorzaakt problemen voor minstens 2 organisaties (DRUGSCOPE en IHRA) ), die niet aanwezig konden zijn, en ook voor al de andere deelnemers die onvoldoende tijd kregen om hun leden te betrekken bij het komende debat. Edwards gaf toe dat dit inderdaad een zwakke start was en beloofde dat “het niet meer zal gebeuren.”
De organisatorische chaos had alleen gevolgen voor de inhoud van de vergadering. De logistiek van de vergadering daarentegen was wel prima georganiseerd: het drukwerk van de documentatie kreeg een luxe uitvoering (alles tesamen 25 stuks) en de deelnemers logeerden in een 5-sterren hotel. Waarschijnlijk hangt er een prijskaartje aan deze vergadering van een 10 à 15.000 euro.
Ons werd verteld dat de Europese Commissie geen bevoegdheid heeft over de uitvoering van drugbeleid: dit blijft de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Daarom vroeg men ons om het ideologische debat uit de vergadering te houden en ons te concentreren op argumenten die aantoonbaar bewezen zijn. Toen verklaarde Carl Edwards dat, in tegenstelling tot in andere continenten, “er geen oorlog tegen drugs gevoerd wordt in Europa”. Bewijzen voor deze stelling liet hij achterwege.
Edwards vertelde dat de Commissie met de vergadering bijdragen hoopt te krijgen van de burgermaatschappij, zijnde informatie, ervaringen en commentaar op hoe de zaken verlopen. Hiermee bedoelde hij de toepassing van het EU Actieplan voor Drugs 2005-2008. Dit plan bestaat uit het geheel van acties die de Europese Commissie en de lidstaten willen uitvoeren om het drugprobleem in Europa terug te dringen.
Werkgroepen
Na deze inleiding kreeg elke burgerorganisatie een 3-tal minuten om zichzelf voor te stellen. Hierna stelde de commissie 3 thema’s voor die besproken zouden worden in werkgroepen die de hele donderdagnamiddag en vrijdagvoormiddag in beslag namen. Na de discussies in de werkgroepen volgde er nog een korte plenaire bijeenkomst om de resultaten van de werkgroepen voor te stellen. De vergadering was afgelopen om 13.00u na een laatste debat van 1 uur over de eindconclusies.
Sommige organisaties, waaronder ENCOD, stelden voor om minstens 1 uur uit te trekken om deelnemers toe te laten informele contacten en informatie uit te wisselen, buiten het voorziene programma van de Commissie. Toen Carel Edwards echter vroeg of er iemand tegen dit voorstel gekant was, stak de vertegenwoordiging van the Foundation for a Drug Free Europe een hand in de lucht, waarop Edwards het voorstel snel van tafel veegde en verderging.
De 3 thema’s voorgesteld door de Commissie waren:
1. Programma voor Drugpreventie en Informatie )
De Commissie zal begin 2008 een oproep doen naar alle burgerorganisaties om voorstellen in te dienen. Organisaties kunnen financiële steun vragen voor:
* transnationale acties om:
– netwerken op te zetten
– kennis over het probleem te verzamelen
– bewustmakingsinitiatieven te ontplooien
– preventieve initiatieven tegen druggebruik op te zetten
– EU Actieplannen te observeren, toe te passen en te evalueren
* initiatieven om de burgermaatschappij te betrekken bij de toepassing en de ontwikkeling van de EU drugstrategie en actieplannen.
* het observeren, toepassen en evalueren van specifieke acties van de Drug Actieplannen 2005-2008 en 2009-2012.
Er wordt een budget voorzien van maximum 3 miljoen euro per jaar (behalve dit jaar, omdat de Commissie al 750.000 euro heeft uitgegeven aan studieopdrachten (een vergelijkende analyse van drugonderzoek in de EU en een gedetailleerde analyse van de werking van de wereldwijde illegale drugmarkt en de ontwikkeling ervan in de afgelopen 10 jaar). De resterende 2.250.000 wordt gevoegd bij het budget voor 2008.
Eens de oproep voor aanvragen is geopend (in januari 2008), heeft elke geïnteresseerde organisatie 2 maanden tijd om een aanvraag in te dienen.
Initiatieven die in aanmerking komen voor steun duren maximum 3 jaar, waarbij de EU tot 80% van de in aanmerking komende kosten subsidieert. De minimumsubsidie zou 75.000 euro bedragen.
2. Vooruitgangsrapportage voor het EU Drugactieplan 2005-2008
Hiermee bedoelt men de halfweg evaluatie van het lopende Drug Actieplan dat uitgevoerd wordt door de Commissie en de lidstaten tussen 2005 en 2008.
Deze werkgroep was samengesteld uit ongeveer 20 mensen. Na een korte toelichting over wat er van ons verwacht werd (commentaar geven op een vooruitgangsrapport van 90 bladzijden dat we 2 dagen eerder ontvingen), werd de groep in 2 gedeeld om de discussie werkbaar te houden. Het algemene gevoel bij de deelnemers was dat ze eigenlijk niet erg goed wisten waarom ze hier samen waren en wat het resultaat van de discussie zou moeten zijn.
Niettemin deed iedereen zijn best om bij te dragen met bedenkingen over een document dat ze niet gelezen hadden, om nog te zwijgen over het feit dat ze geen tijd hadden gehad om het te bespreken met hun leden. De deelnemers probeerden commentaar te geven bij elke doelstelling van het rapport, maar dit bleek onmogelijk. Daarom besloot de vergadering om een nieuwe samenkomst voor te stellen waarbij deelnemers wél de tijd krijgen om zich voor te bereiden, zodat ze zelf voorstellen kunnen formuleren en de communicatiestroom tussen de vergaderingen verbetert.
De volgende aanbevelingen werden voorgesteld aan de Commissie:
* Het is noodzakelijk om ook de deelname van de gebruikers en de gemeenschappen bij de toepassing van het Actieplan te garanderen, op alle niveaus en ook in het forum.
* Termen en uitdrukkingen gebruikt in de Actieplannen en het vooruitgangsrapport moeten duidelijk gedefinieerd worden.
* De evaluatie moet gebaseerd worden op kwalitatieve data en niet alleen op kwantitatieve indicatoren, zoals nu het geval is.
* Vernieuwing moet verwerkt worden in de plannen, vernieuwend beleid en innovatieve strategieën moeten geëvalueerd worden op alle niveaus.
* De verborgen populaties worden niet vermeld in het rapport. Ook zij moeten toegang krijgen tot de aangeboden diensten.
* Het is noodzakelijk de benadering vanuit het volksgezondheidstandpunt te versterken
3. Aanbevelingen voor Drugs en Gevangenissen
Er werd een tekst verdeeld over een ontwerp van een Europese richtlijn voor het drugbeleid in gevangenissen. Deze richtlijn zal niet bindend zijn, zodat de regeringen van de lidstaten niet verplicht zijn om hem toe te passen. Bovendien is bekend dat gevangenissen meestal eilanden zijn geregeerd door de directeuren waarbij het zeer moeilijk is hen nieuwe maatregelen te laten invoeren.
In de gevangeniswerkgroep had men het gevoel vast te zitten in een toneelvoorstelling. Er kon niet in alle vrijheid gediscussieerd worden over de zaak. Zo kon er bijvoorbeeld niet gesproken worden over het verminderen van het aantal druggevangenen door decriminalisatie, omdat dit gezien werd als een ideologische discussie. We bespraken manieren om schadebeperking te verzekeren in drugbehandelingsvoorzieningen, nazorgsystemen voor ex-gevangenen en nog meer technische zaken, goed wetende dat, wat we ook zeiden, dit waarschijnlijk geen impact zou hebben op de uiteindelijke totstandkoming van het beleid.
Pogingen om de belabberde mensenrechtensituatie van druggebruikers in gevangenissen ter sprake te brengen (met extreme uitwassen zoals de recente gevangenisdood in Italië of de Belgische aanpak waarbij druggebruikers opgesloten worden als psychiatrische patiënten na het uitzitten van een gevangenisstraf voor een misdrijf), werden afgewimpeld door de Commissie omdat ze geen “toegevoegde Europese waarde” zouden hebben. Tenslotte werd er toch overeenkomst bereikt over het gebruiken van gemeenschappelijke standaarden voor de behandeling en schadebeperking in alle gevangenissen van de EU.
SAMENVATTENDE OPMERKINGEN
Het laatste uur van de ontmoeting (terug in de plenaire vergadering) werd gebruikt om het forum zelf te bespreken.
Vooral afgevaardigden van INPUD en ENCOD lieten zich kritisch uit over het gebrek aan transparantie en verduidelijking van de structuur en het functioneren van dit forum. De Commissie antwoordde dat dit nu eenmaal de manier was waarop het forum werd georganiseerd en dat daar niets aan te veranderen viel. Carel Edwards zei dat de lidstaten gekant zijn tegen de deelname van de burgermaatschappij bij het tot stand komen van het beleid en dat dit één van de redenen is voor de chaotische manier waarop de ontmoeting was georganiseerd.
Er werd voorgesteld om een nieuwe ontmoeting te organiseren binnen 3 maanden waar het actieplan 2005-2008 en voorstellen voor het actieplan 2009-2012 besproken zullen worden. Carel Edwards beloofde zijn best te doen om deze ontmoeting in betere omstandigheden te laten verlopen en vroeg ons om alvast te beginnen met onszelf voor te bereiden omdat het onderwerp van de vergadering ondertussen wel duidelijk omschreven is: het Actieplan 2005-2008 en het opstellen van een nieuw Actieplan.
We vroegen de Commissie ook naar hun standpunt inzake het Catania rapport en de gevolgen voor het Actieplan. Het antwoord was dat de lidstaten beslisten om de aanbevelingen van dit rapport van het Europese Parlement (dat meer koos voor regulering en schadebeperking) niet op te volgen.
EINDCONCLUSIE
De rol van ENCOD in dit forum kan gezien worden als het geven van een stem aan de burgers die direct geraakt worden door het drugbeleid en die niet of te weinig vertegenwoordigd zijn bij de andere organisaties: gebruikers van cannabis en andere drugs, hun familieleden, gezondheidswerkers, mensen die werken in de legale industrie rond drugs en onafhankelijke experts en activisten.
ENCOD mag in dit forum blijven tot er nieuwe kandidaat organisaties worden gekozen in 2009. Dit kunnen zowel organisaties zijn die er deze keer niet bij waren als organisaties die er deze keer wel bij waren.
Wij, de twee aanwezige ENCOD leden vinden echter dat ENCOD niet meer moet deelnemen aan deze “dialoog” als de volgende vergadering niet beter georganiseerd wordt, waarbij de transparantie bij de keuze van de deelnemers verzekerd wordt en deelnemers voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden en hun leden te raadplegen.
De uiteindelijke beslissing hierover zal natuurlijk genomen worden door de Algemene Vergadering van ENCOD (in maart in Wenen of in juni in Vitoria)
U kunt nu deelnemen aan een stemming over deze vraag: