PERSMEDEDELING OVER DE JAARLIJKSE VERGADERING VAN VN COMMISSIE VOOR VERDOVENDE MIDDELEN, 21 – 25 MAART 2011, WENEN
ENCOD organiseert een persconferentie met een afvaardiging van burgers uit de hele wereld om commentaar te geven bij de resultaten van de vergadering van de VN Commissie voor Verdovende Middelen
Vrijdag 25 maart 2011
Ontvangst: 10u30
Start: 11u00
Plaats: Cafe Landtmann (Löwel Zimmer), Dr. Karl Lueger Ring 4, 1010 Wenen
Na 50 jaar is de wereld klaar om het Enkelvoudig VN-verdrag over Verdovende Middelen te begraven. ENCOD, de Europese Coalitie voor een Rechtvaardig en Effectief Drugbeleid zal een delegatie naar Wenen sturen om de begrafenis voor te bereiden.
Van 21 tot 25 maart 2011 zal de VN Commissie voor Verdovende Middelen haar jaarlijkse vergadering houden in Wenen om de wereldwijde strategie tegen illegale drugs te evalueren.
Het Enkelvoudig Verdrag inzake Verdovende Middelen werd getekend in maart 1961. In de afgelopen 50 jaar gaf het wereldwijde drugverbod criminele groeperingen een monopolie voor illegale stoffen in handen. Deze groepen zijn van nature hebzuchtig en ontduiken elke vorm van aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid. Vandaag zijn drugs makkelijk bereikbaar voor iedereen, kinderen incluis. Zelfs in Europese en Amerikaanse gevangenissen duiken ze op, terwijl de controle systemen daar toch waterdicht horen te zijn.
UNODC schat de globale winsten van de illegale drugindustrie rond 400 miljard euro per jaar, uitgerekend 12500 euro per seconde. Een deel van dit geld wordt gebruikt om andere criminele activiteiten te financieren. Maar een groot deel komt terecht in de gewone financiële en zakelijke stromen en zelfs bij uitvoerende organen van overheidsinstellingen in veel landen over de hele wereld waar het economische schade veroorzaakt en de verspreiding van corruptie in de hand werkt.
Na 50 jaar is het tijd om te erkennen dat het verbodsbeleid waardeloos is gebleken en niet langer kan dienen als basis voor wat misleidend het “wereldwijde drugcontrole systeem” wordt genoemd.
Er zijn minstens drie goede redenen om onze bewering dat het Enkelvoudig Verdrag niet meer relevant is, bij te treden.
1. In 1961 was er weinig of geen wetenschappelijk bewijs waaruit men zou kunnen afleiden dat het drugverbod zou uitdraaien op een succes of een mislukking. Hoewel toen al verschillende experts en historici de huidig zichtbare mislukking voorspelden, kon men toen nog redelijkerwijze aannemen dat het verbod zou werken zoals gepland.
Vandaag beschikken we over overvloedige bewijzen dat gebruik en misbruik van illegale drugs enorm zijn toegenomen sinds 1961 en dat dit gepaard gaat met een lange lijst van ernstig schadelijke ‘onbedoelde gevolgen’ die ontstaan door het verbod. Bovendien is er een bijna volledige wetenschappelijke consensus over de conclusie dat er geen verband is tussen de intensiteit van de repressie en het niveau van het druggebruik.
2. Tijdens de eerste jaren na 1961 was er een grote internationale consensus binnen de VN en de CND (de Commissie Verdovende Middelen). Deze consensus bestaat vandaag niet meer. Sinds de UNGASS-vergadering van 1998 werden de meningen binnen de CND meer en meer verdeeld. Sinds de CND vergadering van 2008 kan je zelfs met zekerheid stellen dat de standpunten van verschillende fracties van VN lidstaten over drugbeleid onoverbrugbaar ver uit elkaar liggen. Meerdere landen zijn begonnen met een beleid dat gericht is op het verminderen van druggerelateerde schade en het verzekeren van mensenrechten voor mensen die gecriminaliseerd worden door het drugverbod. Dit beleid kan niet ten volle worden uitgewerkt door de beperkingen opgelegd door het Enkelvoudig Verdrag.
3. In 2009 vroeg de Boliviaanse regering om twee artikels van het Enkelvoudig VN-verdrag te wijzigen om de verplichting om het traditionele gebruik van het cocablad te verbieden, te schrappen. In Andes – landen is het gebruik van het cocablad een geïntegreerd deel van een oeroude cultuur. Als 5000 jaar wordt het blad gebruikt als voedingssupplement, medicijn en onderdeel van vergaderingen en vieringen in het dagelijkse leven van miljoenen mensen. Men kan zelf coca-thee gebruiken in de westerse ambassades in deze landen.
In januari 2011 bleek dat 17, voornamelijk westerse, landen bezwaar hadden ingediend tegen het amenderingsvoorstel. Hun motivatie had niks te maken met de aard van het coca-blad en de effecten op de menselijke gezondheid, maar was enkel gebaseerd op het vermeende belang om de “integriteit” van het Verdrag uit 1961 te bewaren. Hiermee geven de 17 landen impliciet toe dat het wijzigen van de tekst van de Conventie onvermijdelijk zal leiden tot de volledige ontmanteling ervan. Hun boodschap voor de wereld is dat zij liever een voortdurend geschonden Verdrag in stand houden dan ze aan te passen of zelfs ter discussie te stellen.
De Verenigde Naties moet beginnen met het ontwerp van een alternatieve strategie om het drugfenomeen onder controle te krijgen. Een strategie die gebouwd wordt op lokale ervaringen en wetenschappelijk bewijs en niet op morele principes die geen uitstaans hebben met de realiteit. Als burgers van de wereld die op verschillende manieren betrokken zijn bij en bezorgd zijn over het drugfenomeen, sporen we de Verenigde Naties aan om het Enkelvoudig VN-verdrag te vervangen door een wereldwijd akkoord dat individuele regeringen toelaat hun eigen drugbeleid te bedenken en toe te passen.
Sprekers
Kurt Blaas (Oostenrijk): doctor, voorzitter van de vereniging ”Cannabis as a medicine”
Fredrick Polak (Nederland): psychiater, voorzitter van Encod
Beatriz Negrety (Bolivië): vertegenwoordiger van de coca kwekers
Michael Krawitz (USA): afgevaardigde van Veterans For Medical Cannabis Access
en meer …