Brief van Freek Polak aan de leden van het Europese en Nederlandse parlement
28 Februari 2009
Geachte leden van het Europese en van het Nederlandse parlement, betrokken bij het drugsbeleid,
Voor het eerst zou dit jaar het drugsbeleid van de Verenigde Naties onderworpen worden aan een onafhankelijke evaluatie, in opdracht van de Europese Commissie. Deze evaluatie was al in december klaar, maar is om onduidelijke redenen opgehouden, en kan nu geen invloed meer hebben op de planning van het volgende 10-jarenplan voor het drugsbeleid.
Deze tekst is haastig opgesteld en daardoor nog wat rommelig, vrees ik. Het gaat om het volgende.
Over ruim een week, op 10 maart, begint in Wenen de CND, Commission on Narcotic Drugs aan haar jaarlijkse vergadering. De CND is het besluitvormende orgaan van het UNODC (United Nations Office on Drugs and Crime).
Ik ga daarheen als vertegenwoordiger van de Nederlandse Stichting Drugsbeleid, van ENCOD (European Coalition for Just and Effecgtive Drug Policies) en van het Canadian HIV/AIDS Legal Network. De laatste organisatie heeft mij een van de voor hen beschikbare toegangspassen heeft aangeboden.
Het internationale drugsbeleid ligt vast in een reeks internationale verdragen, waarin het vrijwel onmogelijk is iets te veranderen. Elf jaar geleden is een 10-jarenplan opgesteld onder de leus “A Drugfree World – We Can Do It!”
Evaluatie van drugsbeleid vindt zelden plaats, en bij de VN alleen door het eigen apparaat. Dit zou voor het eerst weer gebeuren op de CND van maart 2008. Omdat vorig jaar onvoldoende gegevens beschikbaar waren, werd besloten tot een jaar uitstel. Het tussenliggende jaar werd uitgeroepen tot “Year of Reflection”. Dit leek een breuk met het verleden, omdat het de gewoonte was zonder evaluatie en met zo min mogelijk discussie en in consensus een 10-jarenplan aan te nemen met een fraaie leus, maar met als inhoud
Meer van Hetzelfde.
Voor het eerst leek er een mogelijkheid te zijn om te doen wat op elk ander beleidsterrein normaal is: goed nadenken over de ervaringen van de afgelopen periode en over de belangrijkste vragen die op grond daarvan gesteld moeten worden.
De treurige waarheid is dat er in het afgelopen jaar vooral geruzied is over de tekst van de Politieke Verklaring die op het zogenaamd High Level Segment van de CND (zo worden de eerste drie dagen van de bijeenkomst aangeduid, die bestemd zijn voor ministers en regeringsleiders, niet slechts voor ambassadeurs en ambtenaren zoals op de gewone CND’s) zal worden aangenomen. Er is in dat jaar enkele malen vergaderd over onderdelen van het beleid, waarbij over een thema als Harm Reduction maandenlange strijd is gevoerd. Deze is overigens nog steeds niet afgerond, omdat de vertegenwoordigers van de VS zolang mogelijk doorgingen het beleid-Bush uit te voeren. Pas enkele dagen geleden heeft de Amerikaanse vertegenwoordiger aldaar voorzichtige steun uitgesproken voor het Harm Reduction concept.
De fundamentele kritiek waaraan het prohibitieve beleid in veel landen blootstaat, komt normaliter binnen de CND in het geheel niet aan de orde, doordat de inbreng bepaald wordt door de lidstaten. NGO-vertegenwoordigers worden tot de vergaderzalen toegelaten als waarnemer, maar zij spelen geen rol bij de besluitvorming en op kritische opmerkingen die zij af en toe mogen maken, komt in de regel geen reactie.
Op het laatste jaarrapport van UNODC van maart 2008 is veel kritiek gekomen, voornamelijk van een groot aantal NGOs (non-governmental organisations). Ongeveer 250 NGOs zijn in juli 2008 in Wenen bij elkaar gekomen om een gezamenlijke verkaring op te stellen. Zoals binnen de bureaucratie van UNODC gebruikelijk moest ook deze verklaring in consensus worden opgesteld. Op deze manier is de zeer gevarieerde en diepgaande kritiek omgevormd tot een grotendeels routineuze tekst die meer principiële vragen omzeilt, maar wel een krachtig pleidooi bevat voor volledige invoering van de principes van Harm Reduction en Human Rights – wat in de andere VN organisaties al heel lang gebruikelijk is. Maar zelfs dit is voor de CND teveel, zo is de laatste maanden gebleken. In Europa en daarbuiten breed geaccepteerde principes van Harm Reduction en Human Rights worden door de VS, Japan, China, Rusland en andere landen krachtig tegengehouden.
Als er in Nederland wordt gedebatteerd over het drugsbeleid, bijvoorbeeld over de vraag of regulering van de achterdeur van de coffeeshops wenselijk is, dan wordt steevast verwezen naar bezwaren uit “het buitenland”. Het beslissende argument is meestal dat dit niet zou kunnen in verband met de internationale drugsverdragen die Nederland heeft ondertekend. (Of deze interpretatie juist is, is volgens deskundigen overigens onzeker, zo bleek tijdens de hoorzitting over dit onderwerp vorig jaar in de 2e Kamer.) De CND die als afsluiting van een periode van 10 jaar geldt, zal het beleid voor de volgende periode vastleggen. Waarom men hier vasthoudt aan deze archaische 10-jarenplannen laat zich raden.
Vanwege het ontbreken van externe, onafhankelijke evaluatie heeft de Europese Commissie besloten een eigen evaluatie te laten uitvoeren, door een commissie van onafhankelijke deskundigen onder voorzitterschap van prof. Peter Reuter, (mede)auteur van o.a. “Drug War Heresies” en van diverse studies van het Nederlandse drugsbeleid. Dit initiatief was een novum. Het was de bedoeling dat deze “blue ribbon”-commissie ruim voor de CND van maart 2009 zijn rapport zou uitbrengen.
Naar nu blijkt, zal het rapport dat in december 08 in concept klaar was, pas openbaar gemaakt worden op de eerste dag van de CND, misschien hoogstens een paar dagen eerder. Dit betekent dat er in feite van “reflection” geen sprake meer kan zijn, en van invloed op de uitkomst van de CND al helemaal niet.
Er schijnt enige frictie te zijn over de vraag of voorzitter Peter Reuter van de commissie dit zelf zal doen, of dat de Europese commissaris die over het drugsbeleid gaat, de Fransman Barrot, dit voor zich zal opeisen. Dat heeft natuurlijk invloed op het beeld dat van het rapport in de media zal ontstaan.
Het ziet er dus naar uit dat er alweer een periode van 10 jaar zal ingaan zonder dat de kernvaag van het drugsvraagstuk zelfs maar in overweging is genomen: is het verstandig om door te gaan met het verbieden van deze stoffen?
Er is nu hoe dan ook te weinig tijd meer voor een behoorlijke discussie en reflectie. Wanneer de evaluatie van de commissie Reuter door de leden van de CND alleen beleefd zal worden aangehoord, en de in consensus opgestelde Politieke Verklaring vervolgens ongewijzigd wordt aangenomen, dan kunnen de drug warriors ongestraft blijven beweren dat de wereldgemeenschap na een jaar van reflectie en in grote saamhorigheid heeft besloten het succesvolle beleid van de afgelopen tien jaar voort te zetten – terwijl dit ver van de waarheid is.
In deze situatie moet worden vastgesteld dat er onvoldoende reflectie heeft kunnen plaatsvinden. Het verstandige besluit van de vorige CND een jaar van reflectie in te stellen heeft niet tot serieuze analyse en discussie geleid. De evaluatie van de onafhankelijke commissie Reuter is om onduidelijke redenen twee maanden opgehouden. Voor reflectie – waartoe dit rapport ongetwijfeld aanleiding zal geven – is geen gelegenheid geweest. Feitelijk betekent dit dat nu pas een begin kan worden gemaakt met analyse, reflectie en publieke discussie.
Er is nog een reden om een moratorium in te stellen in het internationale drugsbeleid. Dit is in het belang van de VS en daardoor voor de hele wereld. Ook in het krachtenveld van het internationale drugsbeleid is de VS nog steeds de meest bepalende speler.
De regering Obama heeft nog te weinig tijd gehad om zich te beraden over hun opstelling op de CND. Tijdens het voorspel van de CND is er veel frictie geweest door het starre verzet van de “Bush-leftovers` die misbruik maakten van het uitblijven van nieuwe instructies uit Washington. Dit moet lopen via Buitenlandse Zaken en de benoeming van Hillary Clinton heeft lang geduurd. De naam van de beoofde nieuwe Amerikaanse “drug czar” is inmiddels bekend: politiechef Kerlikowske van de voor Amerikaanse begrippen uiterst liberale stad Seattle. Maar hij is nog niet benoemd.
Of we een principiële wijziging in het Amerikaanse beleid mogen verwachten is niet zeker, maar wel waarschijnlijk, gezien enkele acties die de nieuwe VS-regering inmiddels heeft ondernomen: spuitenruil wordt geaccepteerd beleid, en de DEA-overvallen op centra voor verstrekking van medicinale cannabis worden beëindigd.
Nu de regering Obama in eigen land al begonnen is met significante wijzigingen in het drugsbeleid, en in de voorbereidingen op deze CND meer steun voor het Harm Reduction beleid heeft uitgesproken, wordt duidelijk dat de net benoemde bewindslieden meer tijd nodig hebben om hun beleid op te stellen.
Zonder uitstel zou dit betekenen dat de opvattingen van Bush nog 10 jaar langer ook het Nederlandse drugsbeleid zullen blijven bepalen.
Vandaar mijn pleidooi voor een moratorium in het VN-drugsbeleid, en voor een ruime periode van serieuze reflectie.
Met vriendelijke groeten,
Freek Polak
psychiater, Amsterdam
bestuurslid Stichting Drugsbeleid
T: 020 6624 024
mobiel 06 3018 2480
E: fpolak@planet.nl