Tijd om te veranderen
De oorlog tegen drugs is een oorlog tegen burgers geworden.
Tijdens de internationale dag tegen drugs (26 juni) verklaarde Antonio Maria Costa, de directeur van het VN bureau voor drugs en misdaad (UNODC) dat “voor bijna alle drugs – cocaïne, heroïne, cannabis en amfetamines – er tekenen zijn van een algemene stabiliteit, of we het nu hebben over de productie, smokkel of gebruik”. Toch wordt de repressie steeds zwaarder.
“Stabiliteit” wil in dit geval zeggen dat het huidige drugbeleid het zwaarst weegt op degenen die nu al op de eerste plaats het meest gemarginaliseerd worden: druggebruikers en kwekers van druggerelateerde planten in het noorden en het zuiden. Zij lijden meer schade van het drugbeleid dan van de drugs zelf.
“Stabiliteit” betekent een immense toename van politieacties en repressie. Miljoenen mensen zitten in de gevangenis of staan terecht omdat zij drugs of druggerelateerde planten kweekten, gebruikten of bezaten. Agressieve uitroeiingscampagnes van opium en coca veroorzaakten een humanitaire crisis in resp. Afghanistan en Columbia. Ondertussen is er niets dat er op wijst dat de oorlog tegen drugs enig effect heeft op de kracht en doelmatigheid van criminele organisaties die zich met drughandel bezighouden.
“Stabiliteit” betekent een oorlog tegen minderheden. Door de interne volksverhuizingen in Laos, gesteund door internationale hulporganisaties, is het sterftecijfer bij oorspronkelijke etnische gemeenschappen 30% gestegen boven het nationale gemiddelde. In de Verenigde Staten loopt een zwarte 5,5 meer kans op opsluiting dan een blanke. Bij hispanics ligt de kans op opsluiting nog altijd 2 keer zo hoog. In het belastingsjaar 2005, waren 53% van alle cocaïnepoeder overtreders kleine vissen, kleine koeriers of straat dealers. Slechts 12,8% waren dealers van een hoger niveau, verklaarde de Amerikaanse strafrecht commissie.
“Stabiliteit” wil ook zeggen dat opiumoogsten in Afghanistan explodeerden; nieuwe smokkelroutes voor heroïne en cocaïne werden in gebruik genomen, onder andere via Afrika; het gebruik van opiaten stijgt in Oost-Europa en Afrika, en het gebruik van cocaïne stijgt in Zuid-Amerika, Afrika en Europa; het totale potentieel aan cocaïne is toegenomen van 980 ton in 2005 naar 984 ton in 2006. Maar de schattingen van de Verenigde Naties voor coca-oogsten lijken extreem laag. Het VS bureau voor het nationale drugcontrolebeleid stelt dat er coca geoogst wordt op 157.200 hectaren, terwijl de Verenigde Naties spreken van slechts 78.000 hectaren.
In veel landen vermindert het gebruik van een bepaalde drug, maar vermeerdert tegelijk het gebruik van een andere. Dit is al jaren het geval. Het is waarschijnlijk dat het niveau van gebruik, misbruik en verslaving een hele tijd even hoog zal blijven, met of zonder een harde repressie. Het begrip “stabilisatie” had men jaren geleden al kunnen gebruiken, maar dat paste toen niet in het verhaal van het UNODC (VN bureau voor drugs en misdaad) en andere overheden. Nu het UNODC niet meer kan beweren dat er enige vooruitgang geboekt is in de ‘oorlog tegen drugs’, gebruikt men de term ‘stabilisatie’ om deze mislukking te verbergen.
Druggebruikers kunnen niet gewoon als zieken of criminelen beschouwd worden: wij zijn ook burgers. Een drugbeleid kan niet werken zonder de stem van de mensen die door dit beleid geraakt worden. De EU heeft 20 jaar geleden beloofd een dialoog met zijn burgers te openen over het toekomstige drugbeleid in Europa. Maar deze dialoog is nog steeds niet op gang gebracht. De pogingen tot dialoog van burgers in de EU staan beschreven in ‘Green Pepper’, een commentaar van ENCOD op het drugbeleid in de EU.
Aan de andere kant is het jaar 2008 het doeljaar om drugoogsten over heel de wereld “te vernietigen of ernstig te verminderen”. Dit doel werd gesteld in 1998 tijdens de UNGASS bijeenkomst (speciale zitting over drugs van de algemene vergadering van de VN). Het is tijd om in te zien dat het huidige beleid mislukt is. Het is tijd om de oorlog tegen drugs te stoppen, want het is een oorlog tegen burgers geworden. Het is tijd om de deur naar een alternatief en pragmatisch drugbeleid te openen.
Een wereld zonder repressie: we kunnen het.