Persbericht 12 oktober 2015
EINDHOVEN – Het hoger beroep in de zaak tegen Doede de Jong dat op 15 oktober dient bij het
gerechtshof Leeuwarden wordt door het VOC gezien als een mogelijke mijlpaal in het bereiken
van een zinnig overheidsbeleid inzake de ‘paradox van de achterdeur’.
Als het Hof de ontwikkeling volgt van andere recente jurisprudentie zou het kunnen concluderen dat
bonafide transparant werkende relatief kleine kwekers, die niet gericht zijn op superwinsten maar op het
afleveren van een redelijk geprijsd en betrouwbaar product, weliswaar volgens de wet strafbaar zijn,
maar geen straf krijgen opgelegd. Volgens rechtelijke uitspraken is het te wijten aan het tegenstrijdige
overheidsbeleid ten aan zien van cannabis, dat dit soort zaken überhaupt voor de rechter komt.
Het VOC hoopt op ruime aandacht van pers en publiek voor deze zitting. De honderden miljoenen
verslindende hennepjacht moet stoppen. Nieuwe wetgeving als gevolg van jurisprudentie kan daartoe
een stap vormen. Doede de Jong (64) werd op 25 april 2014 veroordeeld tot twee maanden
voorwaardelijke celstraf, honderd uur werkstraf en een ontnemingsvordering van €233.282,60. Dat
bedrag is gebaseerd op schattingen, aannames en extrapolaties, die geen enkel recht doen aan de
werkelijkheid. Als de vordering definitief wordt raken Doede en zijn vrouw Kicky de boerderij kwijt waar
ze al 45 jaar wonen. Na het onverwacht harde vonnis tweette BNN verslaggever Jelte Sondij: ‘Deze
mensen zijn zojuist kapot gemaakt voor het telen van wietplantjes’.
De vraag is waarom justitie juist Doede, die veilig, transparant en zonder overlast kweekt, zo keihard
aanpakt. Het recente boek ‘De wietindustrie’ van Nicole Maalsté en Michel Panhuysen geeft een
verontrustend- antwoord op die vraag. In het hoofdstuk ‘Beeldenstorm’ wordt politie-onderzoeker
Edgar van der Torre geciteerd. Hij ‘houdt de aanwezigen op een politiecongres in 2013 voor dat
woordvoerders van de wietindustrie die goed overkomen in de media een gevaar vormen voor de
beeldvorming. ‘Zij zorgen ervoor dat de politieacties in een negatief daglicht worden geplaatst’. Als
voorbeeld noemt hij de Maastrichtse coffeeshopondernemer Marc Josemans (…) Een andere spreekbuis
van de wietindustrie die veelvuldig in de media verschijnt is de ideële kweker Doede de Jong.’
Sinds de documentaire ‘Nederwiet‘ (2011) is Doede de bekendste wietkweker van ons land. Zijn strijd
tegen het cannabisverbod duurt echter al veel langer. Sinds de vroege jaren tachtig kweekt hij
biologische wiet. Hij bouwde een kas bij zijn boerderij, maar gebruikt alleen zonlicht, nooit lampen.
Anders dan zijn duizenden ondergrondse collega’s, heeft Doede altijd open kaart gespeeld. Met de
buurt, de media én de overheid. In ‘De wietindustrie’ schrijven Maalsté en Panhuysen: ‘Door zijn rol in de
documentaire (‘Nederwiet’) krijgt De Jong een cultstatus in de wereld van het cannabisactivisme. Justitie
lijkt not amused en grijpt opnieuw in.
In januari 2012 krijgen we weer een telefoontje van de Friese
kweker. Hij zit er doorheen. De Jong is de zomer daarvoor geopereerd aan nierkanker en heeft dat
ternauwernood overleefd. In het najaar vindt de politie vijftien wietplanten bij hem. En vlak voor de kerst
krijgt hij het bericht dat het Openbaar Ministerie een half miljoen euro van hem eist.’
.
‘Justitie heeft de hennepactivist op de knieën gekregen,’ concluderen de auteurs.
‘Terugkijkend op het
‘dossier De Jong’ vragen we ons af waarom juist hij zo hard is aangepakt. Hij is toch niet de grote
crimineel naar wie justitie op jacht is? Bij het gedoogbeleid lijken een paar ongeschreven regels te horen.
Een van die spelregels is dat je je gedeisd houdt als je wordt gedoogd. Je moet als coffeeshop of kweker
vooral niet alle aandacht op je vestigen. De Jong stelt zich te provocerend op. Hij blijft hennepplanten
kweken en is daar heel open over tegen de buitenwereld, terwijl justitie er alles aan doet om het kweken
van wiet in een kwaad daglicht te stellen.’
Doede de Jong vecht voor het recht op zelfbeschikking en tegen het hypocriete Nederlandse beleid,
waarbij cannabis in coffeeshops wordt verkocht, maar elke vorm van teelt verboden is.
Vanaf het eerste
Cannabis Tribunaal (2008) is Doede actief voor de stichting VOC en hij sprak drie keer op Cannabis
Bevrijdingsdag. Het VOC roept iedereen op om 15 oktober naar het gerechtshof in Leeuwarden
(Wilhelminaplein 1, vanaf 14.30 uur) te komen om Doede te steunen.