Door Martijn
7 oktober 2014
Op maandag 6 oktober 2014 vond in de Thorbeckezaal in het gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag een hoorzitting plaats over de 15% THC-norm. Deze norm betreft een aanpassing in de Opiumwet waarbij cannabis en hasj met meer dan 15% tetrahydrocannabinol (THC) als harddrugs worden aangemerkt.
Cannabis of hasj met meer dan 15% THC is te sterk en vormt een gevaar voor de volksgezondheid, zo vindt het kabinet. Daarom ligt er een wetsvoorstel om deze als harddrugs aan te merken. Het wetsvoorstel krijgt zware kritiek van onder meer de cannabisbranche, diverse drugsexperts, de verslavingszorg en de advocatuur. Zelfs de commissie-Garretsen, die in 2011 een rapport uitbracht waarop het wetsvoorstel is gebaseerd, erkent dat er wetenschappelijk onderzoek nodig is om een dergelijke wet te valideren; de 15%-norm is een aanname die onvoldoende is onderbouwd.
Aannames en achterhaalde informatie
Het wetsvoorstel is gebaseerd op een tendens dat het THC-percentage in cannabis een periode steeg. Deze sterke cannabis baart het kabinet zorgen aangaande de volksgezondheid, met name omdat bij jongeren een verhoogde kans zou bestaan op psychoses. Hoewel de THC-piek al in 2004 werd bereikt en het percentage sindsdien is gedaald naar gemiddeld 14,6% (THC Monitor Trimbos Instituut), is een meerderheid van het kabinet voor deze maatregel.
Omdat er veel kritiek komt van drugsdeskundigen, coffeeshophouders en mensen die het beleid moeten gaan uitvoeren, vond op verzoek van mevrouw Bergkamp van D66 op maandag 6 oktober 2014 een hoorzitting plaats waar Sensi Seeds aanwezig was. Hierin werd het wetsvoorstel met diverse betrokken partijen in drie blokken besproken. Naast Bergkamp waren vanuit de politiek mevrouw Rebel (PvdA), de heer (Arno) Rutte (VVD) en mevrouw Kooiman (SP) present. Andere volksvertegenwoordigers die te maken hebben met dit wetsvoorstel of belang hebben bij dit gesprek, waren niet aanwezig.
Blok 1: de theorie
In dit blok namen Raymond Niesink van het Trimbos Instituut, Marnix Hoitink van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), Rob Verpoorte van de Universiteit Leiden en Ria Sarneel van Douane-lab Belastingdienst plaats. Allen waren het er over eens dat het onmogelijk is om tot een betrouwbare THC-meting te komen. Niesink benadrukte dat cannabis van 1 plant, afkomstig van verschillende plantdelen, een andere uitslag laten zien. “Het is heel moeilijk meetbaar. Zelfs de laboratoriumtesten zijn niet consistent”. Mevrouw Sarneel bevestigde dit: “Laat een aantal verschillende laboratoriums dezelfde soort cannabis onderzoeken en alle uitkomsten zullen anders zijn”.
Verpoorte onderstreepte tevens dat er nog meer factoren meespelen. “Het gaat niet alleen om THC, maar bijvoorbeeld ook om CBD (Cannabidiol, red.) en de manier van toediening speelt ook een rol; roken met tabak of eten hebben andere uitwerkingen”.
De heer Hoitink: “Als elke methode een andere uitkomst heeft, valt dat niet te verdedigen in een rechtbank”
De heer Hoitink voorziet bovendien een groot capaciteitsprobleem door alle testen die het NFI zal moeten doen plus grote risico’s als er geen correcte meetmethode is. “Als elke methode een andere uitkomst heeft, valt dat niet te verdedigen in een rechtbank”. Overigens denkt Hoitink dat het waarschijnlijk mogelijk is om tot een consistente meetmethode te komen, maar dat proces neemt jaren in beslag.
De conclusie in blok 1 is dat het nut van de 15% THC-norm dubieus is en dat een consistente meetmethode nog heel ver weg is, al dan niet onhaalbaar.
Blok 2: de praktijk
In dit blok namen mensen plaats die direct hebben te maken met cannabis- en hasjgebruik in het algemeen en de effecten van het cannabisbeleid in het bijzonder. Aan tafel zaten onder meer Roel Hermanides van GGZ Nederland, Myranda Bruin van Coffeeshop 123, Magriet van Laar van het Trimbos Instituut, Charles Dorpmans van Novadic Kentron, Floor van Bakkum van de Jellinek Kliniek en Kaj Hollemans van KH Legal Advice.
De gehele groep vroeg zich unaniem af wat het kabinet met deze wetswijziging wil bereiken. Mensen die recreatief of medicinaal cannabis gebruiken, passen hun inname aan de sterkte van het product aan. “THC is nog nooit een probleem geweest”, aldus mevrouw Bruin. John Roozen van de VOC voegt daaraan toe dat het onderscheid tussen hard- en softdrugs kapot wordt gemaakt. “Cannabis kent geen doden, geen agressie, geen weekendopnames. Deze aanval op cannabis heeft niets met volksgezondheid te maken”.
En dat is juist een belangrijk motief van de politiek. Onder meer de gezondheid van jongeren, en dan met name van (potentiele) probleemjongeren, speelt een belangrijke rol. Alle experts uit blok 2 vinden echter dat deze wet daar niets aan bijdraagt. “Coffeeshops dragen juist bij aan de bescherming van de volksgezondheid. Wij zijn een bondgenoot, niet de vijand”, aldus Bruin in haar betoog.
Wouter van Egmond van Xpresso en Marije Wouters van de UvA verwoordden een angst die velen hebben, namelijk de illegale markt. “De kwetsbare groep die beschermd zou moeten worden, stapt over op de illegale markt waar helemaal geen controle is”, zei Wouters. Iets dat wordt bevestigd door een onderzoek dat het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers recent heeft gehouden onder de bezoekers van 16 Haarlemse coffeeshops.
Tussen de vele verschillende tegenargumenten van alle deelnemers, merkte Bruin tevens op dat de coffeeshops de cannabis ook niet kunnen meten omdat zij geen meetapparatuur mogen bezitten. Tevens is direct contact met de toeleverancier lastig en bovendien niet wenselijk omdat de coffeeshophouder dan kan worden aangemerkt als onderdeel van een criminele organisatie. Het is voor coffeeshopondernemers dus vrijwel onmogelijk om een product in te kopen dat voldoet aan de norm. “Het is belachelijk dat de achterdeur is verboden, maar er wel een wet komt die zich bemoeit met de kwaliteit”, aldus Myranda Bruin.
Aan het einde van blok 2 was de conclusie dat alle experts het plan afkeuren. Het lost niets op voor de volksgezondheid, creëert juist nieuwe problemen en het is niet controleerbaar.
Blok 3: juridisch en handhaving
In het laatste blok zat plaatsvervangend hoofdofficier van het Openbaar Ministerie Chris van Dam tezamen met Sidney Smeets van Spong Advocaten, Maurice Veldman van VVS Advocaten, burgemeester van Heerlen Paul Depla en Max Daniel van de nationale politie.
Terwijl de bijdragen van de heer Van Dam en Daniel niet zo veel bijdroegen aan de hoorzitting, wisten beide advocaten met sterke betogen de justitiële problemen van het voorstel in kaart te brengen. Veldman benadrukte dat rechtbanken het zat zijn om coffeeshops te straffen vanwege het onduidelijke beleid. En omdat er zoveel haken en ogen aan het wetsvoorstel zitten, verwacht hij dat “het vrijspraken zal gaan regenen met gouden tijden voor advocaten”. Iets dat absoluut niet de bedoeling is, vindt Veldman.
De heer Smeets trok eveneens hard van leer tegen het plan en sprak zelfs van “onbehoorlijk bestuur”. “Dit voorstel heeft niets met kwetsbare groepen te maken. Coffeeshops worden met een gerechtelijk probleem opgezadeld terwijl rechters het hypocriete beleid zat zijn”, zei Smeets. “Ik heb genoeg visitekaartjes bij me voor alle aanwezige coffeeshophouders, maar zo behoort het niet te zijn!”
“Je mag niet moorden, maar als je dat toch doet, dan niet met een mes langer dan 40 centimeter”.
Heerlense burgemeester Depla: “Je mag niet moorden, maar als je dat toch doet, dan niet met een mes langer dan 40 centimeter”.
Ook de heer Depla keerde zich tegen het plan en gebruikte het tevens om zijn wens voor gereguleerde teelt te onderbouwen. Met een ijzersterk metafoor wist hij tot de kern van de zaak te komen: “Je mag niet moorden, maar als je dat toch doet, dan niet met een mes langer dan 40 centimeter”.
Terwijl Van Dam en Daniel het gesprek vooral bij de 15% THC-norm wilden houden, zagen de advocaten en de heer Depla, net als alle experts uit de vorige blokken, het totaalplaatje aangaande het cannabisbeleid.
Bijdrage tot democratisch besluit?
Nog voor de start van de hoorzitting werd bekend dat het kabinet wil doorgaan met het plan. Minister Opstelten legt alle kritiek naast zich neer dat het onmogelijk is om betrouwbaar vast te stellen of iets sterke of zwakke cannabis is. Hij heeft tevens laten weten geen problemen te zien in de handhaving van deze nieuwe maatregel. Helaas ziet het er dus naar uit dat deze hoorzitting geen bijdrage levert aan een uiteindelijk, democratisch, besluit.