Bron: Trouw
20 april 2011
Door: Marten van de Wier
Roosendaal en Bergen op Zoom sloten anderhalf jaar geleden alle coffeeshops. De stroom drugstoeristen is – volgens de gemeenten – gedecimeerd. Maar op straat kom je nog makkelijk aan wiet.
Twee jongens hangen rond bij de gesloten rolluiken van de voormalige coffeeshop Kingston in Roosendaal. “Heb je iets nodig?”, vraagt er één. Wiet gaat hier per 12 tot 13 gram, voor 100 euro, vertelt hij. Maar er kan nog wel iets van de prijs af. “Goed spul”, dringt hij aan. “Beter dan in de coffeeshop.”
De praktijk op straat in Roosendaal staat in schril contrast met de juichende kritieken die de gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom hun eigen drugsbeleid geven. Ruim anderhalf jaar geleden sloten ze alle coffeeshops. Een promotiecampagne bracht het einde van het gedoogbeleid in België en Frankrijk onder de aandacht. Het aantal drugstoeristen in beide steden daalde spectaculair: van bijna 26.000 per week, naar ongeveer duizend.
“Er komen eigenlijk geen drugstoeristen meer”, concludeert burgemeester Han Polman (D66) van Bergen op Zoom. “Bovendien is ook de illegale handel in de binnenstad afgenomen. We hebben de criminaliteit een gevoelige slag toegebracht.”
In de Brugstraat in Roosendaal, vroeger de kortste route van het station naar vier coffeeshops, zijn de meningen verdeeld. De meeste winkeliers willen niet met hun naam in de krant, omdat ze klanten hebben onder de kleine drugsdealers. Eén van hen vertelt dat ook veel Belgische drugstoeristen in zijn zaak kwamen. “In eerste instantie vond ik de sluiting van de shops daarom zonde. Maar ik zie dat het beter is op straat. Die Belgen hadden een lange reis achter de rug, en ze urineerden dan tegen de eerste de beste gevel of boom. Mijn schoonmoeder woont aan een hofje, waar ze vaak parkeerden. Daar stonden ze uren te gebruiken, met luide muziek aan.” Over de straatdealers zegt hij: “Je ziet nog wel jongens rondlopen, maar veel minder.”
Cindy Scipio staat achter de bar van café Timing. “Ik vind het jammer, het was altijd lekker druk hier op straat door de toeristen. Nu is het maar een dooie boel”, zegt ze met een glimlach. Scipio ziet juist een groei van het aantal straatdealers, om de lokale markt van wiet te voorzien.
Hoe zit het nu? Volgens de gemeenten was er na het sluiten van de coffeeshops een grote toename van het aantal meldingen van drugsoverlast. Die piek neemt sindsdien gestaag af. “Alleen al door de aankondiging van het einde van het gedoogbeleid, zijn bewoners vaker gaan melden. Daar zijn we blij mee”, zegt burgemeester Polman.
Volgens een peiling onder bewoners is de overlast gedaald. Maar de handel verplaatst zich deels naar de woonwijken, meer buiten het zicht van de politie, dichter bij de lokale markt en belangrijke toegangswegen waar de overgebleven drugstoeristen kunnen worden opgevangen. Slechts een klein aantal straathandelaren is nog actief, zo schrijven onderzoekers Balthasar Beke en Edward van der Torre in een rapport in opdracht van de gemeente. De professionele grote handelaren zijn door het veranderde beleid echter niet getroffen.
Maar een afname van de drugscriminaliteit was niet het eerste doel van de sluiting van de coffeeshops, zegt burgemeester Jacques Niederer (VVD) van Roosendaal. “We wilden de overlast van drugstoeristen tegen gaan – wildparkeren, gebruiken op straat – en dat is gelukt. Dat er daardoor ook minder runners en dealers op straat zijn, is welkome bijvangst.” Aanpak van de criminaliteit is nu voor beide steden de volgende stap.
In bruin café Timing in de Brugstraat maakt Scipio, leunend tegen de bar, nog een kanttekening bij het succes. “Sinds de sluiting van de coffeeshops is hier drie keer ingebroken. In de jaren daarvoor nooit.” Scipio denkt dat criminelen andere manieren zoeken om rond te komen, nu de drugshandel minder oplevert.
De ‘drugsscan’ van Beke en Van der Torre lijkt ook in die richting te wijzen. Het aantal woninginbraken steeg in Roosendaal met 75 procent, in Bergen op Zoom met 60 procent. Of de sluiting van de coffeeshops daarvan de oorzaak is, weten de onderzoekers niet. “Er is geen causaal verband”, zegt Niederer. “In de regio Oosterhout is in dezelfde periode het aantal inbraken ook toegenomen.”
“Ik zou niet zo hard roepen dat het allemaal zo’n succes is”, zegt Nicole Maalsté, onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg. “Om echt te ontdekken of de handel zich niet verplaatst naar de illegaliteit, moet je participerend observeren, je echt in de illegale markt begeven. Dat is niet gebeurd.”
Ze verbaast zich over de gemeten afname van het aantal drugstoeristen (van 26.000 tot maximaal 1100 per week). De onderzoekers van de gemeente deden in 2008 en 2010 tellingen bij de belangrijkste toegangswegen van Bergen op Zoom en Roosendaal. Daarbij telden ze alle buitenlandse nummerborden. Politie in burger volgde een deel van de auto’s als steekproef, om erachter te komen of ze naar een coffeeshop of illegaal drugspand gingen. Op die manier konden de onderzoekers een schatting maken van het aantal drugstoeristen in de totale toestroom.
Het totale aantal buitenlandse nummerborden is fors gedaald, maar het aantal drugstoeristen nog harder. Wie de cijfers naast elkaar legt, moet concluderen dat het aantal ‘gewone’ toeristen is toegenomen van acht- tot veertienduizend. “Het kan toch niet dat Roosendaal en Bergen op Zoom zoveel populairder zijn geworden als toeristische bestemming”, zegt Maalsté. Haar conclusie: bij de eerste telling zijn ‘gewone’ toeristen ten onrechte als drugstoerist geteld, of bij de tweede telling juist andersom.
Onderzoeker Van der Torre reageert geprikkeld. “Ik had deze afname ook niet verwacht”, zegt hij. “Maar dit zijn de cijfers waarmee we het moeten doen. We werkten met twintig personen op alle belangrijke invalswegen. We hebben de toeristen enorm precies gevolgd. Ik ben van weinig zo zeker als deze afname.” Volgens Van der Torre is de stijging van het gewone toerisme goed te verklaren. Het winkelaanbod in Roosendaal is aantrekkelijker geworden, en de prijzenoorlog tussen Nederlandse supermarkten trekt veel Belgische bezoekers. “Dit bevestigen Belgische toeristen zelf.”
Van der Torre heeft wel een ander voorbehoud bij zijn eigen onderzoek. Op de laatste telavond in 2010 kwamen verdachte mannen poolshoogte nemen. Van der Torre sluit niet uit dat drugsdealers wisten van het onderzoek, vermoedden dat de politie er iets mee te maken had, en hun klanten hebben geadviseerd een andere invalsweg te kiezen.
Scholieren van het Norbertus Lyceum in hartje Roosendaal doen niet zo moeilijk: naast hun school wordt gedeald, weet Daan Marechall. “Ze staan daar dan met van die rijk uitgeruste autootjes”, vult Stijn Den Hartog aan. Ze roken niet. Maar meeroken met de wietlucht op straat, dat overkomt hen regelmatig.
Breda kan meer drugstoeristen wel aan
Waar blijven de drugstoeristen, nu ze niet in Roosendaal en Bergen op Zoom terecht kunnen? Een deel blijft komen, en koopt illegaal, zo blijkt uit de drugsscan van de twee gemeenten. Een ander deel zoekt illegale verkooppunten in België op. Een substantieel deel gaat naar andere steden in Brabant. In Breda is het aantal bezoekers van coffeeshops met 30 procent gestegen. Dit leidt nauwelijks tot meer overlast. De drugsscan: ‘Het lijkt erop dat een gemeente als Breda met een redelijke spreiding van coffeeshops vooralsnog in staat is deze groei van drugstoeristen op te vangen’.
Lege coffeeshops, dichte rolluiken
Eén uitbater heeft besloten voortaan koffie en thee te gaan verkopen. De andere vier coffeeshops in Roosendaal staan leeg, de rolluiken omlaag, maar de lichtreclame nog in tact. De gemeente wil liefst zo snel mogelijk af van die coffeeshopgevels, omdat ze de indruk kunnen wekken dat er nog wel legaal wiet te krijgen is. De eigenaren beraden zich op wat ze met de panden gaan doen. “Wij denken mee, en zullen elke aanvraag zeer zwaar toetsen”, zegt burgemeester Jacques Niederer. “Het is niet de bedoeling dat de wiethandel er via een omweg terugkomt.”