Bron: De Stem
10 december 2008
Door Nicole Andries
OOSTERHOUT – De Oosterhoutse cannabisondernemer Frans van der Heiden krijgt ‘aanbiedingen zat’.
Mensen vragen in zijn winkel naar wietstekjes, of klanten bieden delen van een oogst aan zodat hij die kan doorverkopen. Maar voor een growshop is de verkoop van stekjes of cannabisplanten verboden. Hij begint er niet aan, zegt Van der Heiden: “Ik heb het niet nodig. Bovendien heb ik geen zin in het gezeik dat je ermee kunt krijgen.”
Van der Heiden is eigenaar van Exotic Green, een growshop die sinds oktober is gevestigd op een Oosterhouts bedrijventerrein. Exotic Green is vooral online actief; de inloop van klanten in de growshop vormt een kleiner deel van de verkoop dan bestellingen via internet.
Een growshop verkoopt – legaal – materialen die mensen nodig hebben om wiet te telen. De zaadjes, grond, lampen, voedingsstoffen. Maar, zegt de eigenaar, zijn growshop is meer dan een leverancier van grondstoffen voor de wietteelt. Van der Heiden verkoopt in zijn winkel ook exotische planten en materialen voor de verzorging van bijvoorbeeld bananenbomen, palmen en vijgenbomen.
“Mijn moeder gebruikt voedingsstoffen die anderen voor cannabis gebruiken voor orchideeën. Die staan nu vier, vijf keer per jaar in bloei.” Bovendien exporteert Van der Heiden producten als meststoffen en voedingssupplementen voor planten op grote schaal naar het buitenland, ‘van Turkije tot Canada en Maleisië’.
Zijn winkel oogt als een mini-Intratuin. Midden in de zaak staat een palmboom, naast schappen met mest, plantenvoeding en druppelinstallaties. Op de etiketten geen wietplantjes maar kleurige tomaten, tulpen en paprika’s. Op een tafel in de hoek liggen folders over diverse mestsoorten gebroederlijk naast catalogi voor cannabiszaden in alle soorten en maten. Voor milde planten als de Outsider (voor een ‘all-around buzz’) en Easy Girl, maar ook steviger varianten als Bob Marley’s Best (met een ‘vrolijke cerebrale werking’) en White Widow.
In Nederland bestaat een opmerkelijke situatie. De verkoop van materialen voor wietteelt, via growshops, is legaal. Ook de verkoop van wiet is door het gedoogbeleid min of meer legaal: coffee- shops mogen wiet en hasj verkopen. Maar het traject er tussenin – de teelt zelf – blijft streng verboden. Tenzij je alleen een paar plantjes houdt voor eigen gebruik (maximaal vijf stuks).
Die kleine thuistelers vormen de groep waar cannabisondernemer Van der Heiden zich vooral op richt, zegt hij. “Iedereen gaat uit van het plaatje dat is ontstaan: dat alles en iedereen die met drugs te maken heeft, crimineel is.” Daarmee schop je veel ‘gewone mensen’ in een hoekje, vindt Van der Heiden.
” Het merendeel van de klanten die ik hier zie, bestaat uit medicinale gebruikers. Mensen die wiet telen om hun pijn te bestrijden. De een gebruikt meer dan de ander. Iemand met MS of reuma heeft meer pijn bij koud weer, een kankerpatiënt lijdt de hele dag. Die mensen hebben veel profijt van hun zelfverbouwde cannabis. Door cannabis in een crimineel hoekje te drukken laat de politiek die mensen in de kou staan. Die willen gewoon rustig slapen, maar zijn nu bang dat de politie de deur komt intrappen als ze een plantje te veel hebben.”
De Oosterhoutse growshopeigenaar vindt het huidige Nederlandse cannabisbeleid ‘kortzichtig’ en ‘dubbel’. Grondstoffen voor wietteelt verkopen mag, wiet verkopen (onder voorwaarden) ook, maar telen niet. Of ja, eigenlijk wel, maar alleen als je maximaal vijf plantjes hebt en die alleen inzet voor eigen gebruik.
Van der Heiden pleit voor een volledige legalisering van cannabis. In een totaalverbod ziet hij niets. “Kijk naar de drooglegging in Amerika in de jaren ’20: als je iets volledig verbiedt, vieren de maffia en georganiseerde misdaad hoogtij. Legaliseer cannabis. Zorg voor duidelijke regels en voorwaarden.” De Oosterhouter, vader van een 4-jarige tweeling, wil een keurmerk voor growshops. “Grow- shops die de regels breken, bijvoorbeeld door zelf drugs te verkopen, mogen na een tijdelijke sluiting weer open. Onzin: zulke shops moet je op slot gooien en op slot houden. Maak duidelijke afspraken met growshops die zich wèl aan de regels houden.”
Hij ziet het helemaal voor zich: “Kleine kwekers, goedgekeurd door de staat, kunnen hun overoogst aanbieden aan coffeeshops. Die kunnen dan aantonen waar hun cannabis vandaan komt. Laat de brandweer kwekers controleren voor ze aan de slag mogen, zodat je zeker weet dat alles veilig verloopt. Laat mensen alleen telen als buren op de hoogte zijn en toestemming hebben gegeven. Zo leveren kwekerijen minder gevaar op voor de omgeving.”
En het grootste voordeel, volgens Van der Heiden: “Je haalt de cannabis zo uit het criminele circuit. Je zet de grote kwekerijen, die meestal wel gerund worden door criminelen, buitenspel als je zorgt voor een netwerk van kleine, legale, gecontroleerde kwekers.”