Bron: Vancouver Sun, 14 januari 2008
Auteur: Ian Mulgrew
VANCOUVER – Marc Emery, de zelfverklaarde ‘prins van de weed’, heeft zich schoorvoetend neergelegd bij een gevangenisstraf van 5 jaar na een gerechtelijk akkoord bij de VS beschuldigingen van witwaspraktijken en de verkoop van marihuanazaad.
Op 21 januari was immers een hoorzitting voorzien waar beslist zou worden over Emery’s waarschijnlijke uitlevering aan de VS. Emery heeft nu met de VS aanklagers kunnen onderhandelen dat hij zijn straf in Canada mag uitzitten. Hij hoopt hierdoor ook zijn 2 medebeklaagden en naaste medewerkers van de afgelopen tien jaar, Michelle Rainey en Greg Williams, te redden van het Amerikaanse gerecht.
De drie werden gearresteerd in augustus 2005 op verzoek van de Verenigde Staten en in beschuldiging gesteld, zelfs al zijn ze nooit de grens met VS overgestoken. Sinds augustus wachten ze op de uitleveringshoorzitting. Omdat de uitlevering nu wel erg dichtbij kwam, heeft Emery’s advocaat de best mogelijke overeenkomst uit de brand gesleept.
Als de rechtbanken in beide landen deze overeenkomst aanvaarden, zal Emery zijn volledige gevangenisstraf uitzitten, zonder in aanmerking te komen voor de Canadese mogelijkheden op vervroegde vrijlating.
“Ik ga langer vastzitten dan vele gewelddadige recidivisten”, klaagt Emery. “In mijn geval is er geen enkel slachtoffer. Niemand kan zeggen: “Ik ben gekwetst door Marc Emery”, niemand.”
Hij heeft gelijk. Wat je ook denkt over Emery – en hij werkt veel mensen op de zenuwen – wat er hier gebeurt, is een verkrachting van gerechtigheid. Het geval Emery maakt onze onafhankelijkheid als land helemaal belachelijk. Aanklagers in Canada hebben nooit de moeite gedaan om de verkoop van marihuanazaad te vervolgen. Je hoeft alleen maar Hasting Street door te wandelen en tussen Homer en Cambie vind je het bewijs.
Er zijn meerdere winkels die zaden en producten voor de kweek van cannabis verkopen. En net om de hoek vind je nog meer zaadwinkels. Dezelfde winkels vind je terug in Toronto en andere belangrijke Canadese steden.
De laatste keer dat Emery veroordeeld werd voor de verkoop van zaden, in 1998, kreeg hij een boete van $2.000. Emery trekt zich al 10 jaar niets aan van het cannabisverbod en elk jaar stuurt hij zijn zaadcatalogus naar politici van alle gezindheden.
Hij heeft meegedaan aan federale, provinciale en burgerlijke verkiezingen om zijn pro-cannabis platform onder de aandacht te krijgen. Hij heeft legale marihuana verdedigt bij parlementaire hoorzittingen, op de nationale televisie, bij ontmoetingen met beroemdheden, in zijn eigen tijdschrift (Cannabis Culture), en op zijn eigen Internet tv-zender, Pot TV.
De Canadese Gezondheidsdienst verwees medische marihuanapatiënten zelfs door naar Emery als ze zaden wilden kopen. Van 1998 tot aan zijn arrestatie betaalde Emery zelfs $600.000 provinciale en federale belastingen als “marihuanazaad verkoper”.
Nu wordt hij opgejaagd voor zijn succes. Het politieke landschap is ingrijpend veranderd door Emery’s pro-cannabis activisme. Emery vecht tegen een wet die hij niet goed vindt. Hij gebruikt daarvoor de niet-gewelddadige, democratische processen die we zo graag aan onze kinderen willen leren en waar we zo trots op zijn.
Maar onderweg heeft hij de politionele anti-drug gemeenschap erg boos gemaakt – dezelfde bende die blijft aandringen op een verderzetting van de armzalig mislukte, dure oorlog tegen drugs die nu al een kwart eeuw aansleept en al meer kwaad dan goed heeft veroorzaakt.
De Canadese politie was zo gefrustreerd door het feit dat de openbare aanklagers en de rechtbanken Emery weigerden op te sluiten in een vergeetput, dat ze hun VS collega’s ter hulp riepen om het vuile werk op te knappen. En dat is wat er verkeerd is aan deze zaak.
Emery wordt uitgeleverd aan een buitenlandse regering omdat hij bezig was met iets dat we zelf met tegenzin vervolgen omdat we vinden dat het eigenlijk geen problemen stelt. Zijn twee medewerkers werden enkel gearresteerd om hem te chanteren in het aanvaarden van de gerechtelijke regeling.
Het is een schandaal.
Emery wordt de zondebok voor het grandioze mislukken van de anti-cannabiswetgeving. Ondanks al onze peperdure inspanningen in de laatste 40 jaar en de diabolisering van marihuana, is er nu meer weed op straat, zijn er meer mensen die weed roken en onze gemeenschappen lijden almaar meer onder het cannabisverbod.
Er is een betere manier om hier mee om te gaan. Elke studie vanaf de Le Dain Commissie in de jaren 70 dringt aan op een andere houding en legalisatie.
Hoe je ook denkt over Emery, hij zou niet mogen aankijken tegen zo een onredelijk zware gevangenisstraf voor een misdaad zonder slachtoffer en zonder geweld, waar het eigen land en de landgenoten nog enkel hun schouders voor ophalen. Emery krijgt een langere gevangenisstraf dan malafide ondernemers die weduwen en wezen bedriegen. Hij zal zelfs langer vastzitten dan geweldplegers die mensen doodden of in een rolstoel deden belanden.
Misschien lijkt het alsof hij het martelaarschap al een hele tijd uitlokt, maar Emery is helemaal niet gediend met wat er nu gebeurt. Hij is boos op plaatselijke advocaten omdat ze er niet een slaagden een geloofwaardige defensie op te bouwen.
“Ze kregen 2 jaar en $90.000 en ze kunnen geen resultaten voorleggen”, brieste Emery. “John Conroy belde me en zei: ‘aanvaard het voorstel van de rechtbank – Michelle zal de gevangenis niet overleven’. Wat voor een keuze heb ik dan nog?”
Rainey (Michelle) lijdt aan de ziekte van Crohn en geniet daarom van de medische uitzondering en mag marihuana roken. Als zij opgesloten wordt in de V.S. kan zij haar medicijn niet meer gebruiken en ze vreest dat dat haar dood zou kunnen betekenen.
“Het is een moeilijke situatie, maar Marc verwacht een mirakel”, vertelde Kirk Tousaw, één van de advocaten. “En hier vind je geen mirakels.”
Hij heeft gelijk. Onze uitleveringswetten geven mensen in de handen van buitenlandse regeringen en onze rechters kunnen er niets aan doen. Emery wordt gedwongen de overeenkomst te aanvaarden, niet alleen omdat 2 van zijn vrienden in gevaar zijn, maar ook omdat een oneerlijk proces aan de andere kant van de Canadese zuidgrens hem wel 20 of meer jaar gevangenis kan kosten.
Zo werd één van Emery’s vrienden veroordeeld tot 30 jaar voor de kweek van 200 planten. Dit is verkeerd.
Als Emery de wet heeft overtreden en plots de behoefte bestaat om hem gevangen te zetten, dan moet ons eigen ministerie van justitie hem maar aanklagen en vervolgen in Canada. Het is tijd dat Minister van Justitie Rob Nicholson optreed en zegt: “Sorry, uncle Sam, niet vandaag, niet morgen, nooit.”