Bron: PZC
Door Conny van Gremberghe.
3 mei 2008
TERNEUZEN
De Terneuzense PvdA-wethouder Co van Schaik wil dat zijn partijgenoten binnen het kabinet meewerken aan oplossingen voor de grensoverschrijdende drugsproblematiek in grensgemeenten.
Van Schaik wil binnen de partij steun te zoeken voor zijn idee om bij wijze van proef te beginnen met het opzetten van gecontroleerde teelt van wiet in Terneuzen. Deze week heeft hij steun voor dat experiment gevraagd bij partijgenoten in Vlaanderen.
Vorige week bracht Van Schaik met zijn idee voor een proef met gecontroleerde wietteelt burgemeester Jan Lonink van Terneuzen enigszins in verlegenheid, omdat Van Schaik op het moment dat hij het proefballonnetje opliet Lonink verving. De burgemeester stond niet achter Van Schaiks opmerkingen en de raad van Terneuzen heeft zich tot op heden nog niet over de kwestie kunnen uitspreken. Van Schaik neemt echter geen woord terug van wat hij eerder gezegd heeft. ,,Ik blijf van mening dat een gecontroleerde teelt, het ontcriminaliseren van de aanvoer van softdrugs bij de coffeeshops, een mogelijke oplossing kan zijn voor een maatschappelijk probleem. De politie geeft aan dat door legalisering van de aanvoer meer menskracht ingezet kan worden voor de bestrijding van andere criminaliteit. De effecten gaan echter verder. Bij het Openbaar Ministerie komt menskracht vrij wegens minder drugszaken, de woningbouwcorporaties zijn minder geld kwijt aan ontruimingen van woningen, de schuldhulpverlening zal minder vragen te verwerken krijgen en zo kan ik nog wel even doorgaan.” Het gedogen van de verkoop van wiet en het verbieden van handel en teelt is volgens Van Schaik amper nog te verkopen. ,,Andere oplossingen zijn nodig. Niet-gedogen is voor velen het antwoord, maar ook daarvan weten we in Terneuzen wat de bijeffecten zijn.”
Van Schaik heeft overigens van de coffeeshops in Terneuzen steunbetuigingen ontvangen voor zijn experiment. ,,Zij hebben er belang bij om de band met de criminaliteit te verbreken. Jaarlijks wordt er zes ton softdrugs verhandeld, waarvan 3600 kilogram naar België verdwijnt, de rest grotendeels naar Frankrijk. Op zo’n trafiek moeten overheden toch enige grip zien te krijgen.”