Bron: PZC
Door Conny van Gremberghe.
12 maart 2008
TERNEUZEN – Een verplaatsing van de Terneuzense coffeeshops naar een plek buiten de stad, wordt een zaak van de lange adem.
De huidige regelgeving maakt een snelle verhuizing van de shops vrijwel onmogelijk.
Zo is de gemeente verplicht om voor de verplaatsing van de softdrugsverkooppunten een milieu-effectrapportage (mer) op te stellen. De shops verwelkomen gezamenlijk bijna een miljoen bezoekers per jaar. De wet schrijft overheden voor dat van recreatieve voorzieningen met meer dan 500.000 bezoekers onderzocht moet worden wat de effecten zijn op de naaste omgeving.
Burgemeester Jan Lonink van Terneuzen: “Ik kan me voorstellen dat mensen dit vreemd vinden, maar het ministerie van VROM en onafhankelijke adviseurs hebben ons aangeraden om de regelgeving toch maar te volgen. Zonder een mer-onderzoek maken we bij een eventuele gerechtelijke procedure geen schijn van kans.” Een rapportage over de mogelijke vestigingslocaties voor de shops langs de Tractaatweg vergt minstens drie maanden. Levert dat onderzoek een weinig ‘vervuilende of milieubelastende’ vestigingsplek op, dan moet voor die locatie een reguliere bestemmingsplanwijzigingsprocedure worden gevolgd. Een proces dat -als er, zoals is te verwachten, bezwaren worden ingediend- gauw twee jaar duurt. Lonink sluit een jarenlange procedure niet uit.
Burgemeester Gert Leers van Maastricht probeerde met een tijdelijke, snelle bestemmingsplanprocedure, een zogenaamde artikel 17, coffeeshops uit zijn stad te laten verkassen naar de (gemeente)grens. Maar de burgemeester werd gisteren door de rechtbank in Maastricht teruggefloten. De buurgemeenten Eijsden, Visé en Voeren hadden het geding aangespannen.
Lonink: “Leers verloor de zaak, omdat hij dacht met een tijdelijke voorziening de verplaatsing mogelijk te maken. Dat kan volgens de rechter alleen als er zicht is op een definitieve oplossing en dat is in Maastricht niet het geval. Wij beseffen nu dat een artikel 17-procedure in Terneuzen ook niet toegepast kan worden. We gaan dat dus ook niet doen.”
Leers heeft het kabinet opgeroepen grensgemeenten te helpen bij het oplossen van de problematiek. Lonink steunt die oproep.